moosers

Praatjes van Terry

Sinds mijn terugkomst in Engeland is het me opgevallen hoe goed het met theater gaat. Of eerder, hoe goed het met subsidie voor theater gaat. Onder de laatste regering was subsidie voor het cultuurstelsel 75% minder: toen kon Margaret Thatcher echt niet begrijpen waarom theater of cultuur of kunst sowieso geld zouden moeten krijgen. Een onderneming die subsidie nodig heeft is een falende onderneming, toch? Mede door mijn studie, is mijn terugkomst een openbaring geweest en ik kan niet meer opscheppen over hoe slecht het hier is. Onze achterstandwijken zijn nog altijd achterlijker dan de jouwe, het verschil tussen rijk en arm is hier verschrikkelijk, en Engeland blijft één van de slechtste landen in Europa voor het opvoeden van kinderen, maar theater krijgt redelijk subsidie.Maar het geld komt niet zonder voorwaarden. Je komt nog altijd een heel eind met kwaliteit maar het helpt als je een beetje aan publieksbereik, participatie, onderwijs, versterking van de samenleving, enz. doet - en dat is zonder op zoek buiten het cultuurstelsel voor geld te gaan. Ik kan me voorstellen dat de kunstenaar in Nederland zulke ‘doelstellingen’ als een aantasting van zijn of haar kunstzinnige integriteit zou beschouwen maar hier zie ik het als een bron van inspiratie met kwalitatieve en relevante voorstellingen als eindresultaat. Het publiek voor theater groeit - zelfs onder allochtonen.Er zijn tegenstemmen geweest die ik tot nu toe niet serieus heb genomen. Zes maanden geleden op een symposium voor ‘Live Performance’ (zo’n krankzinnige scheiding in Nederland en Vlaanderen bestaat niet, jullie hebben alleen een spectrum van theater volgens mij) werd de voormalige leiding van het Oval Theater aangevallen om de moeite die ze nam om een dialoog met haar publiek aan te gaan. Over haar aanvallers dacht (denk) ik: zelfingenomen types die meer gemeen hebben met de ouderwetse stereotype (egoistische) van de beeldende kunstenaar. Onlangs las ik over de discussie document van de Conservative Party die een aannemelijk goede kans heeft om de nieuwe regering te worden (mensen hebben zulke korte herinneringen, kennelijk). Daarin staat dat ze ‘instrumentalisme’ - het gebruik van cultuur om maatschappelijke problemen te verhelpen - willen afschaffen en zich door het motto ‘l’art pour l’art’ willen laten leiden. Het moet nog gezien worden of ze deze keer wel voor ‘l’art pour l’art’ zullen betalen, dacht (denk) ik gewoon.Dan las ik het nieuwe boek ‘Engaged with the Arts’ van John Tusa, voormalige leiding van het Barbican Centre. Z’n eerder boek ‘Art Matters’ een intelligente en leesbare verweer tegen de culturele barbarisme van de toenmalige regering, deze is een inconsequent en verwaarde aanval aan de huidige regering, en dilettante en elitaire trekjes van de schrijver laat zien. Hij klaagt de doelstellingen voor publieksbereik en participatie aan - en voor mij was het geen verrassing dat hij bij het opstellen van het document van de Conservatives is betrokken geweest. Maar ik begon twijfels te krijgen toen eerst mijn collega Lene Bang Henningsen haar vraagtekens over het Engelse stelsel zette en dan bleek dat de Conservatives niet zomaar hun document hadden samengesteld maar dat een aantal belangengroepen hen hadden benaderd om eerst met ze in gesprek te gaan - zoals DE belangengroep, onze raad voor kunst en cultuur (die ook het geld uitdeelt) Arts Council Engeland.Voor Lene heb ik enorm respect en het is vaak onze stemmen die deze bijeenkomsten leiden. Ze heeft enkele jaren de zakelijke leiding van een dansgezelschap in Denemarken gehad die over heel Europa op tournee gaat (helaas ken ik de naam niet). Voor haar is de noodzaak om een plan samen te stellen die bewijst hoe je een nieuw publiek zal bereiken, hoe je mensen zullen engageren, en dan hoe je dat uiteindelijk evalueren, en enorm last. Meteen zei ik misschien naïeve dat het voor mensen zoals zij en ik was - de ‘arts administrater’- om als bemiddelaar op te treden maar dan deelde de spreker van de Arts Council mee hoe zijn organisatie en een aantal anderen, National Campaign for the Arts, Arts & Business, mee hebben gedaan in het samenstellen van de discussie document van de Conservatives. Kennelijk is het gedwongen bereiken van publieksgroepen ook voor hen een enorm last.Vergis mij niet. Ik zou liever geen gemeenschapskunst dan slecht gemeenschapskunst. Alleen al deze week ben ik ook woedend geworden over een slechte ‘fringe’voorstelling die kennelijk subsidie heeft gekregen omdat het ‘waardig’ is (‘Living on the Borderline’, AZ Theater - mooi uiteenzetting van missie op website afschuwelijk slecht toneelstuk) - maar ik heb genoeg reden gezien om te denken dat een engagement met de maatschappij en de actualiteit de brandstof van de kunst kan zijn. Er hoeft geen spanning te zijn tussen instrumentalisme en kunst.Het NCA en de Arts Council zijn misschien in discussie met de Conservatives maar ik merk ook dat de meerderheid van de de instellingen, de gallerijen eigenlijk, de bastionen van de alle elitairste zijn en hebben voor mij veel minder in te brengen. Ditjes en datjes:Ouwe bolligOver de laatste week heb ik weer reden gekregen om mijn eigen land af te kraken en Nederland als niet Europa weer eerbiedwaardig te vinden. Mijn wereldbeeld wordt dus hersteld. Vandaag zei Rose hoe ouwe bollig (letterlijk, ze is actrice uit Vlaanderen) ‘Warhorse’ in het Royal National Theater was en Agne, een medestudent uit Litouwen, zei dat ook. In het geval van Agne zei ze hoe teleurgesteld ze was: ‘Ik ben naar Londen, kosmopolitische stad, gekomen met verwachtingen van het allerbeste van vernieuwend theater. Wat ik heb gezien wordt in mijn eigen land als ouderwets beschouwd’. Maria uit Griekenland heeft nog geen goede voorstelling gezien en Ilaria (Italië) slechts één (‘Casanova’, van het Lyric Hammersmith). Roze zei hardop wat voor mij het verschil tussen het Engelse en Nederlands/Vlaams esthetiek is: ‘Je kon het net zo goed op de tv hebben gezien’.Geert Mak in het Royal CourtAls ik nu zeg dat ik geïnteresseerd in mecenaat ben geraakt verlies ik waarschijnlijk alle respect. Maar voor mij heeft mecenaat het voordeel dat je de illusie hebt dat je onderdeel van de creatieve machine uitmaakt - en tegelijkertijd verdien je een goed salaris. In ieder geval was ik dinsdagavond in het Royal Court voor een gesprek met hun afdeling ‘Development’ (Engels voor ‘fundraising’). De inhoud van het gesprek wordt voor een toekomstig artikel gebruikt maar terwijl ik in hun boekenwinkel was zag ik de Engelse vertaling van ‘In Europa’ door Geert Mak. Daarna las ik in hun café de krant met een artikel over Ayaan Hirsi Ali. Toevallig, maar ook de verste in lange tijd dat iets Nederlands in het showcase van nieuwe toneelstukken is gekomen.BelgiëDie laatste is niet helemaal waar. Kennelijk is iemand uit Vlaanderen in de heiligste plaats binnengelaten. Ik heb de naam ergens opgeschreven.Eric heeft mij bemoedigd om trouw te blijven maar die Vlaanderen is een lekker ding. Ben ook woensdagavond langs bij haar huis voor een feest geweest (de officiele diplomatieke vertegenwoordiging voor de Vlaamse overheid in Cavendish Place) en we zullen binnenkort een afspraak maken. Ze heeft gewoon meer belangstelling voor anderen, is opener en bescheidener. Agne uit Litouwen vroeg mij of ik het ‘geweldige’ gezelschap uit België, Victoria, kende. Zei tegen mijn baas bij Writernet dat we misschien meer aan Vlaanderen hebben maar het blijft een vreemdeling voor hem. Ik weet dat het ook een vreemdeling voor mij is, haar manier van denken en doen, maar toch. En een leuk accent. Roze is ook Vlaamse en geeft mij misschien een beetje logopedie voor mijn Nederlands. Straks heb ik ook een zachte ‘g’.(Kennelijk is het sommige mensen niet duidelijk maar ik heb het niet over werkelijk vreemdgaan met een Vlaamse maar het verleidelijke aantrekkingskracht van Vlaanderen. Het land dus. Maar wees niet bang - mijn relatie met NL is lang niet uitgeput). Consultation Document, Arts Taskforce: http://www.artstaskforce.co.uk/type1.asp?id=43&type=1’Warhorse’, Royal National Theatre: http://www.nationaltheatre.org.uk/warhorseDiplomatic representation of Flanders in Londen: http://www.flanders.be/NASApp/cs/ContentServer?pagename=MVGFLREP4/Page/FLREP4Html_Detail&cid=1000000002833&c=Page

Lees meer

Terry op 01/12/2007 - 02:22  

Té verkouden om mijn laatste bijdraag uit te typen dus ter vervanging krijgt het rubriek ‘Geruis uit Londen’ een bijna letterlijk betekenis: de uitzending van het allerlaatste toneelstuk van Mark ‘In yer face’ Ravenhill, ‘Yesterday an Incident Occurred’: klik hier om uitzending te beluisterenIn tegenstelling tot Nederland en België (tot mijn spijt) heeft het Verenigd Koninkrijk een groot aanbod aan hoorspel - gemiddeld 1 uur 45 minuten per dag alleen al op BBC Radio 4, over 2 uur op een zaterdag en zondag.Deze uitzending - over onze reactie op de dreiging van terrorisme - is echter niet typisch. Het is op BBC Radio 3 uitgezonden, een kanaal (meestal voor muziek)dat niet altijd even toegankelijk is wegens zijn avant garde en/of klassiek en/of buitenlands karakter. Uitzendingen kunnen heel interessant zijn - of educatief en ‘waardig’ - met de nadruk op oersaai. Ik heb het nog niet doorgeluisterd maar deze voorstelling (een ‘live’ opnamen) van Ravenhill is speciaal geschreven voor het ‘Free Thinking’ evenement dat onderdeel van de programmering van de aanloop naar ‘Liverpool Europees Cultureel Hoofdstad 2008’ is.Voor dit evenement is de voorstelling in St George’s Hall opgevoerd - een monumentaal neoklassiek gebouw in het centrum van Liverpool - ik ken het omdat Liverpool mijn geboortestad is. De opname heeft als gevolg een echoachtige en religieus kwaliteit dat het ‘verfremdungseffekt’ van het stuk alleen maar versterkt.Ik heb de opname nog niet helemaal doorgeluisterd - dat ga ik nu doen terwijl ik in mijn bed herstel: klik hier om uitzending te beluisterenVoor het toegankelijker aanbod van BBC Radio 4, zie: klik hierVoor het uitdagender en/of interessanter en/of oersaai aanbod van BBC Radio 3, zie: klik hierVoor informatie over Liverpool, Europees Culturele hoofdstad, zie: klik hier of vraag het aan mij, het is mijn geboortestad.

Lees meer

Terry op 15/11/2007 - 21:04  

Dinsdagavond heb ik het gewaagd om naar ‘Playing with Fire’ in het Soho Theatre te gaan. Een gok omdat alle de kaartjes waren uitverkocht. Ik moest wachten tot het allerlaatste moment toen ik een niet opgehaalde kaart mocht kopen.Maar voor een discussie bijeenkomst waarvoor er zoveel belangstelling was, was het publiek bijzonder zwijgzaam. De discussie zou moeten over controversie in het theater gaan er was weinig verontwaardiging in het publiek over de zelfcensuur op het toneel die nu plaats vindt. Sprekers op het podium waren Stewart Lee, schrijver van ‘Jerry Springer - The Opera’ (waarvan de inhoud misschien zelfsprekend is - behalve dat Jesus in een luier verschijnt…) en Gurpreet Kaur Bhatti, schrijver van ‘Behzti’. ‘Behzti’ lokte zoveel verontwaardiging uit - het verhaal ging over de verkrachting van een meisje in een sikh tempel - dat de politie zei dat ze de veiligheid van de schrijver en het theater (Birmingham Rep) niet meer kon garanderen en het toneelstuk is uiteindelijk niet opgevoerd. Ironisch dat er altijd politie voor een voetbalwedstrijd is maar niet voor het opvoering van een toneelstuk. Ook ironisch dat het stuk uiteindelijk in Frankrijk is opgevoerd terwijl de toen Minister voor Binnenlandse Zaken hier kon alleen zeggen dat er ‘wellicht iets over te zeggen valt’ voor het standpunt van de schrijvers van dreigende brieven en stenengooiers. Ook was Nicholas Hytner, artistiek leiding van het Royal National Theatre (RNT) erbij voor de discussie. Hij gaf z’n excuses voor een eerdere uitspraak van hem dat alleen een lid van een bepaalde gemeenschap over dat gemeenschap legitiem kon schrijven. Toch bracht hij de kwestie van ‘authenticiteit’ ter sprake met een anekdote van een anonieme competitie in Australië voor toneelschrijven. Een ‘mooi gebouwd en krachtig exposé’ van het aborigine gemeenschap was als beste gekozen, maar later bleek dat het geschreven door geen aborigine was maar een blonde racistisch Australiër. Helaas waren geen verder details van deze anekdote doorgeven, ook niet of het toneelstuk opgevoerd was.Hoewel het gebrek aan verontwaardiging over zelf censuur teleurstellend was - en niet echt op gang kwam, was het ook interessant om te horen wat de opstandigheden waren achter de problemen van ‘Behzti’ en vooral ‘Jerry Springer’.’Jerry Springer’ is eerst in het BAC ontwikkeld (onlangs gered van een financieringscrisis blijkt) en dan opgenomen door het RNT. In het RNT heeft het nauwelijks klachten geleverd maar toen het op de BBC is getoond leidde het tot zo’n ‘outcry’ dat de tournee is geschrapt. Consclusie is dus getrokken dat een theater publiek ziet theater meer als metafoor terwijl je gewone tvkijkende Brit, die (in tegenstelling met Nederlanders - zie EU statistiek) nooit naar het theater gaat, die afstand niet heeft. De groepering die de ‘outrage’ over ‘Jerry Springer’ heeft geleid, met de ‘authentiek’ klinkende naam van Christain Voice, is ontmaskerd als een zeer klein aantal mensen met banden met het British National Party (ons CD). Ze kunnen het niet verdragen dat Islamieten het beter doen wat het verontwaardiging betreft, hebben ze geschreven. Ook wilde deze groepering voorgestelde wetten (mis-)bruiken die bedoeld waren om aansporing van religieuze haat te voorkomen. Uit vrees voor die wetten, hebben zeven theaters ‘Jerry Springer’ afgezegd.Ook leerzaam over ‘Behzti’ was dat het kennelijk een verassing voor het Birmingham Repertory Theatre was dat er zoveel protest van ‘hun’ publiek was. Kennelijk moeten ze veel meer doen om hun publiek te leren kennen en bereiken.Dan naar Cafe Valentino op Dean Street om iets betaalbaars te eten en dan naar Mariska Carnesky in ‘War Magic’, weer in het Soho Theatre.Wat goed aan een aantal theaters, musea en galerieën als het Soho Theatre is, is dat ze beseffen dat jong professionelen vaak laat moeten werken en niet gemakkelijk heen en weer naar huis kunnen gaan. Vervolgens programmeren ze zoiets als Marisa Carnesky op 10 uur ‘s avonds, wat voor mijn studiegenoten uit zuidelijke landen normaler is. Als een voorstelling om 7.30 uur ‘s avonds begint dan misschien kom je niet vroeg genoeg uit je werk en als dat wel kan, dan heb je geen tijd om eerst naar huis te gaan of te eten. En misschien wil je ook met vrienden afspreken.Er waren alleen nog kaarten voor een staandplaats. Plasterk heeft deze voor Nederland gesuggereerd en ik ben een voorstander van. Als de voorstelling goed is dan merk je niet dat je staat en vooral in Londen bespaar je een heup geld. Er zijn een aantal theaters in Londen die staandplaatsen bieden waaronder het Donmar Warehouse, het Old Vic en het Royal CourtIk had verwacht dat ik de voorstelling van Carnesky zou afkraken - ik ben geen grote voorstander van ‘Performance Art’ en hun elitaire houding tegenover de theaterbezoeker - ‘Fuck het publiek’ heeft Carnesky eerder laten horen in navolging van Harold Pinter - maar ik was aangename verraast. Met het gebruik van haar vaardigheden als illusionist, het nadoen van flauw burlesque en een grote dosis humor, om te zwijgen over haar geaffecteerd accent, heeft ze een aantal kwesties heel toegankelijk voor het publiek gemaakt - en het publiek mocht over die kwesties stemmen. ‘Als ik weet dat deze (een vrijwilliger uit het publiek) een bom ergens heeft geplaatst, mag ik hem martelen om te komen te weten waar het bom ligt en dus honderden mensen reden (de vrijwilliger heeft z’n hand in een guillotine)?’Bovendien mocht ik, als een van de vrijwilligers, wegkomen met een nep mes als dank.

Lees meer

Terry op 08/11/2007 - 17:02  

Twee uur bezig met een verhaal - het ware verhaal - van de Britse opvoering van ‘Cloaca’ en dan besefte ik dat er mogelijke kwesties van discretie zijn. Meest van wat ik van een aantal van de betrokkenen heb geleerd is in het kader van mijn scriptieonderzoek en de rest van informele gesprekken. In allebei gevallen heb ik een geheimhoudingsplicht, hoewel de ene schriftelijk aan mij voorgelegd is en de ander is eerder moreel - als je een leuk gesprek met iemand voert verwacht je niet dat je woorden de volgende dag op moose.nl zullen komen te staan.En je weet niet wie je stukken leest. Twee weken geleden was ik zeer gevleid toen Jeroen van den Berg en Ben Harrison zeiden dat ze mij van mijn stukken op de website al kenden, net zoals al eerder met Eric de Vroedt. Maar het snijdt de andere kant op ook (zeggen jullie dat?): niet alleen moet ik nu regelen dat mijn Nederlands verbeterd wordt (mensen lezen mijn stukken?!) maar ik moest ook Eric vertellen dat ik het niet over zijn stukken had toen ik afgelopen week over Nederlandse stukken klaagde - - En terwijl ik hier ben, de BBC begint met wat lijkt een oppervlakkig drama te zijn over de radicalisering van jonge moslims. Van wat ik heb gezien worden de bewegingsmotieven van zulke jongeren weer niet serieus genomen en laat zien dat we iets als Mighty Society hard nodig hebben. Echt.En een leuk gesprek met een Portugese theatermaakster gisteren. Ze is bezig om een toneelstuk te schrijven over twee theaterbezoekers en wat met ze na een voorstelling gebeurt. Haar aanvankelijk idee was dat het een hoorspel zou worden - in Engeland, en veel andere Europese landen hebben we heel erg veel hoorspel - in tegenstelling met Nederland (nee, ik ga niet weer beginnen) - maar ze is ook geïnteresseerd in een soort antitheater. Voor haar afstudeerproject, publiceerde ze programma’s, drukte ze kaarten af, maakte ze posters, stuurde ze uitnodigingen, allemaal met tijd, datum en plaats - maar er was geen voorstelling. ‘Ik denk niet dat een regulier theaterpubliek dat zou accepteren’ gaf ze toe.Misschien wordt het verhaal bepaald door de voorstelling die de bezoekers net hebben gezien, misschien is er helemaal geen verhaal maar alleen maar indrukken. Misschien worden we als publiek uit de zaal naar de wc van het theater begeleidt waar de voorstelling werkelijk zal beginnen, misschien volgen we het stel naar huis. Wie weet, maar de tekst wordt toch naar mij gestuurd.En het is een heel leuke theater maakster. Ik kan dat veilig zeggen omdat ze haast geen Nederlands spreekt… …Maar dat is misschien ook wat Maria Goos dacht toen ze haar dagboek publiceerde. Dat niemand in Engeland Nederlands leest. David Liddiment, producent van ‘Cloaca’ was verraast toen ik hem over haar opmerkingen vroeg. Maar maak je geen zorgen, Maria. Ik zei niets verder tegen hem toen ik besefte wat aan de hand was. En ik zeg hier ook niets verder.Nog niet. Haar idee. Zij weet toch niet dat Jeroen van den Berg, Ben Harrison en Eric de Vroedt mijn stukken lezen. Aan heel Nederland heb ik dat al verteld, maar nog niet aan heel de Verenigde Koninkrijk. Addendum: Wist je dat? Volgens Eurostat, een of ander Europees bureau voor statistiek, gaan Nederlanders het meest naar het theater en heeft Nederland het meest werknemers in de culturele sector. Dus hoe komt dat het zo slecht gesteld zou zijn met het Nederlands theater? Of komt het hoog bezoekers aantal DOORDAT ze allemaal in cultuur werken…

Lees meer

Terry op 01/11/2007 - 01:36  

Ik weet nu wat het is. Voor de laatste weken heb ik een gevoel van groeiend verwarring gehad. Desoriëntatie. Twijfel. En ik weet nu wat het is.Voor de laatste zes jaar ben ik alleen maar met Nederland en Nederlands bezig. Ik heb theater in Nederland herontdekt. Ik vond het heel jammer dat Shakespeare geen Nederlander was en dat jullie de Zeeoorlogen niet hadden gewonnen. Dat we nu niet klagen over Amerikaans Nederlands. Ik had geen roos gekleurde bril over Nederland maar wat maatschappelijke problemen er in Nederland zijn, zijn op te lossen. Engeland is niet meer te reden.Toch heb ik vanaf het begin kritische stemmen gehoord maar die had ik afgeschreven als ‘typisch Nederlands’ - altijd klaar om alles uit het buitenland te bewonderen zonder te waarderen wat jullie zelf in huis hebben, wat schatten jullie in huis hebben, maatschappelijk maar ook cultureels.Toen dacht ik dat als jullie je eigen niet waarderen dan verliezen je het - net zoals het openbaarvervoer langzamerhand naar de galamiezen gaat, de Nederlandse solidariteit een beetje verwaarloosde wordt en mensen vergeten dat sociale voorzieningen geld kosten.Toen al was ik bewust dat NL lang niet zo economisch efficiënt is maar dat Nederlanders nauwelijks bewust van het feit zijn, maar kritiek op het cultuurstelsel en vooral op het theaterstelsel, nou dat was weer eens de gewoonte van Nederlanders om wat ze hebben af te kraken.Misschien zie je al dat ik eigenlijk toen in verwarring was en dat ik pas nu een beetje inzicht krijgt. Mijn theater was de Rotterdamse Schouwburg dus misschien was ik ook een beetje verwend.Als ik net zei, ik had al dissonant stemmen gehoord, Annemie Vanackere (van de Rotterdamse Schouwburg) in een interview voor het NRC had al gezegd dat Nederlands dans lang ‘te zelf ingenomen’ was, en Peter van den Hurk, lector voor ‘community arts’ aan Codarts en artistieke leiding van het Rotterdams Wijktheater (RWT) had gezegd dat Engeland (Engeland! - Zeker een vergissing!) het centrum van de wereld voor wijktheater was. Het feit dat jullie zoveel Engelse en andere buitenlandse toneelstukken moesten importeren was zeker bewijs van een verwaarlozing van je eigen. Dat er geen canon van Nederlandse toneelstukken is had ik opgeschreven als het resultaat van een traditie die niet van uit de tekst gaat.Tevens had ik ook van Femke Brouwer bij het RWT gehoord dat niets in Nederland gebeurt voordat men zeker van hun subsidie is terwijl in Engeland halen mensen alles uit het kast om een voorstelling te maken, zelfs als ze de voorstelling IN de kast moeten maken. Dat kon ik toen net accepteren, misschien hadden jullie het net te gemakkelijk in vergelijking met Engeland - voor 1997 hadden we een regering die vijandig stond tegenover kunst en cultuur. Maar wat is gebeurt. Eerst moet ik voor mijn opleiding leren wat er hier voor een cultuurbeleid is sinds ik ‘weg’ ben geweest. We krijgen nu 75% meer in de begroting voor cultuur maar onder heel strenge voorwaarden, vooral publieksbereik. Onder Thatcher hadden we geleerd een penny zoveel keer te draaien voordat we het uitgaf en ondanks de verhoging van de begroting moeten we ons met bewijs rechtvaardigen en niet alleen met een mooi verwoord verslag (ik ga nu heel erg kort door de bocht maar toch - een of ander kamer van overzicht in Nederland zei dat er nauwelijks toezicht is). Dan ben ik bezig om Nederlandse toneelstukken te promoten maar ik heb meer en meer het gevoel dat ze niet tegenop kunnen boksen. Ik had al gedacht dat - hoe geëngageerd en actueel ze soms zijn - dat ze gewoonweg niet knap genoeg in het gebruik van taal zijn en, als de afwijzing die ik gisteren kreeg zei, dat ze ‘lacking narrative drive’ zijn.Een week geleden sprak ik met een prominent figuur uit het jongerentheater circuit in Nederland die zei dat Nederland denkt dat het nog steeds top in jongerentheater is (ik ook) maar dat het lang niet zo is als je naar het buitenland kijkt. En volgens een aantal andere mensen, Nederland kijkt niet meer naar het buitenland - ondanks enorm veel moeite is bijna niemand naar het symposium van het Theatre Cafe (www.theatrecafe.eu) in Amsterdam gekomen. Hij had het over showcases in België, maar Tony Graham, artistieke leiding van het Unicorn Theatre in Londen zei dat hij daar al te veel heel slechte Nederlandse voorstellingen heeft gezien (hij zei het, niet ik!)Ook heb ik de laatste weken van meerdere mensen gehoord, Nederlanders zoveel als Engelsen, dat Nederlandse toneelspelers niet overtuigend kunnen spelen. Kennelijk moeten ze zich zoveel moeten aanpassen aan zoveel verschillende visies van wat ‘vernieuwend’ is dat ze niet meer in staat zijn om gewoon naturalistisch en met overtuiging te spelen (zoiets heeft Anja Krans geschreven). Ik moet ook zeggen dat ik nauwelijks door een Nederlandse voorstelling ben meegevoerd.Dit laatste punt is moeilijk - ik weet dat dat ik misschien een beetje barbaars overkom als ik het zei, alsof ik niet van Brecht heb gehoord, alsof ik niet aan denken gezet wil worden, alsof Engeland geen vernieuwing nodig heeft, alsof ik liever voor de tv wil blijven zitten, maar toch.Het is alsof het ‘well made play’ niet kunstzinnig genoeg is en dat zo’n stuk alleen in jongerentheater toegestaan is: gisteravond heb ik ‘Truckstop’ door Lot Vekemans in het Engels gezien - geweldig! Minstens in vergelijking met een aantal Nederlandse stukken. Het is nog op tournee in Engeland, is een enorm succes in Edinburgh (het festival) geweest en heeft één actrice een prijs gewonnen.Ik hoop dat ik het fout heb. Ik hoop dat ik gewoon de verkeerde stukken heb gezien, dat ik naar de verkeerde mensen heb geluisterd, hoeveel dan ook. En het is alsof ik heb gezien dat mijn geliefde dingen doet dat misschien twijfelachtig zijn, dat mensen over haar lelijke dingen zeggen, en ik moet die dingen met haar nu even bespreken…’Truckstop’ door Lot Vekemans, vertaald door Rina Vergano, in het Unicorn Theatre tot 28 oktober, op tournee, en in het Hampstead Theatre van 5 november t/m 9 november. Zie: http://www.easternangles.co.uk/whats_on.html

Lees meer

Terry op 24/10/2007 - 23:49   2 reacties

Nu al van tevoren, mijn excuses. Ik weet dat mijn stukken altijd te lang zijn maar dit wordt nog langer en het is niet eens klaar: zo overweldigend is mijn ervaring de laatste dagen geweest: Zoveel toneelstukken van zoveel Europese landen worden opgevoerd als geregisseerde voorlezingen, gevolgd door discussie met verschillende deskundigen en vertegenwoordigers van een en ander zowel als de schrijvers, vertalers en regisseurs, niet alleen in Londen maar ook in Estland, Nederland en Frankrijk. Voor wat het de stukken betreft is het interessant om te zien met welke thema’s verschillende Europese landen bezig zijn en hoe. Tijdens zo’n nadrukkelijk ‘Europees’ bijeenkomst is er meer vrijheid voor een theatermaker om die bepaalde kwaliteiten in een stuk te laten blijven die kenmerkend voor een land zijn - vorm, inhoud, taalgebruik - terwijl normaal ben ik als vertaler gedwongen om het onbekende te verminderen (discussiepunt - zie later). ‘Europees’ is geen pluspunt in Londen (behalve voor een niche markt misschien) maar meerzo dan in Amsterdam kennelijk. - Ja, meerzo dan in Amsterdam. Ik weet dat een festival van internationaal jongerentheater in Nederland een beetje op ´bringing coals to Newcastle´ lijkt - ´water naar de zee dragen´ - en Nederland doet jongerentheater al zo heel erg goed, maar andere landen doen het ook heel goed, alleen anders. Als Nederland geen oog naar het buitenland richt, wordt het zelfbeeld (dat Nederland goed in dit of dat is) geen spiegeling van de werkelijkheid meer, net zoals nu al het geval misschien is in een aantal aspecten van Nederlands beleid/cultuur. Dwz dat Nederland denkt dat het heel goed in iets is terwijl in werkelijkheid… En in ieder geval, waar is de nieuwsgierigheid? Volgens Rick Nanne van MUZ Theater hadden ze contact met enkele duizend individuen verwant aan theater opgenomen maar tevergeefs. Voor het Theater Café in Amsterdam kwamen er weinig opduiken. Is Nederland zo zelf ingenomen als (Nederlandse) commentatoren zeggen? Als buitenlander zou ik nooit zoiets durven zeggen, ik heb nog bewondering voor het theaterlandschap in NL, maar toch heb ik mijn twijfels, vooral als ik me (ongevraagd) als kampioen van het Nederlandse theaterlandschap wil voorstellen. De organisatoren in Londen, Company of Angels, dachten dat het festival in Londen toch de moeite waard was om nog €75.000 boven de EU subsidie te vinden. Misschien was dat noodzakelijk omdat Londen gewoon zoveel duurder is maar dat was niet hoe John Retallack, artistieke leiding, het aan mij voorstelde. Inderdaad, het is zijn bedoeling dat Theatre Café een jaarlijks evenement wordt.En toch, ondanks de investering van tijd, moeite, geld, enthousiasme, enz, enz, zijn de avond voorlezingen buiten het symposium niet bijzonder goed bezocht. Marketing kost heelveel geld, inderdaad, maar ik vraag me af of ze niet een beetje bang waren voor de critici (Britse lezers willen al te graag lezen dat misschien ´intellectuele en moeilijk´ buitenlandse stukken niets zijn). Of was het een gebrek aan zelf vertrouw? Rick zei ook dat het misschien leuk was als scholen naar de voorstellingen waren uitgenodigd om de stukken voor een Brits publiek van jongeren te laten toetsen.Ik ben niet zo zeker dat dat een goed idee zou zijn. De aankondiging van tevoren dat iets ´Europees´ is geeft aan dat een toneelstuk anders is. Eigenlijk geeft het aan dat wat opgevoerd is, is geen toneelstuk maar een soort tentoonstelling van een toneelstuk, een soort meta-voorstelling (om heel erg postmoderne over te komen). Afhankelijk van de keus en vertaling van een stuk, van de vorm en inhoud en hoe bekend en dicht bij onze eigen theatrale ´normen en waarden´ het is, worden we heel erg bewust van de ´lijst´ van de voorstelling in plaats van de voorstelling zelf. Als je van Brecht houdt, is dat geweldig, je hebt meteen een ´verfreemdungseffekt´ maar Brits theater draait om ´plaatsvervangend ervaring´ (´vicarious experience’), identificatie, het ´staken van ongeloof´ (´suspension of disbelief´) ofwel het tijdelijke pseudo-geloof in/aannemen van wat voor je afspeelt (misschien omdat Engelsen het anders zo moeilijk vinden om emotie te ervaren of te laten zien).Ter illustratie: ´This Child´, de Engelse vertaling van het Franse stuk door Joël Pommerat, laat een aantal aangrijpend scènes uit het ouder/kind relatie zien maar met een formalistisch gebruik van taal dat kenmerkend voor het Franse theater is. En, binnen het stuk, de verwachtingen van de formele rollen van, en verhoudingen tussen, ouder en kind ­ ook kenmerkend voor Frankrijk. Maar toch vreemde taalgebruik en vreemde verhoudingen - in alle waarschijnlijkheid storend voor een Britse tiener. Het stuk is niet meer over het ouder/kind relatie, maar over het ouder/kind relatie in Frankrijk, of over Frankrijk, of over theater in Frankrijk. Maar niet meer in Engeland. Verder weg, te ver weg, van mijn relatie met mijn ouders.Dat is niet te zeggen dat het stuk slecht was. Alles behalve. En één van het meest besprokene stukken tijdens het festival. Het gebruik van korte onverwante scènes laat de schrijver een aantal thema´s verkennen zonder die thema´s kunstmatig in één narratief te forceren. Tevens is het taalgebruik volgens de vertaler in het origineel heel erg dichtbij spraaktaal ­ baanbrekend voor het Franse theater misschien ­ maar toch heel erg formalistisch voor het Britse theater.Tevens stelt inhoud een probleem. De kwestie van grenzen verleggen is figuurlijk zowel als letterlijk een probleem tijdens zo´n festival. Als je misschien kunt voorstellen, een Nederlands of Zweeds stuk is heel erg open over seks (naar mijn Engelse maatstaven). In ´Do You Like Porn´, Klas Abrahamsson, Zweden, is er een dialoog tussen een man en een vrouw terwijl ze wachten voor een auditie voor een toneelstuk over hetzelfde onderwerp. Als iemand tijdens de discussie na de opvoering zei, je kunt geen stuk met een discussie over anaal seks voor een schoolgroep (in Engeland) opvoeren, misschien niet uit zorg voor de jongeren maar uit zorg voor de reactie van ouderen, vooral als islamitische studenten er bij zijn. In ´In memoriam´ van Hanneke Pauwe (Nederlandse schrijfster, maar een stuk gemaakt en vertaald met Belgisch geld), krijgen de jongen en het meisje een grote, nep lul en borsten in een helemaal onschuldig spel (nee, echt waar, geen Belgische grappen aub) maar toch is dat een beetje te gevoelig voor een Brits publiek.Er is ook een kwestie van normen en waarden in het stuk van Jeroen van den Berg, ´Blowing´. Ik heb het nog niet met hem helemaal besproken maar ik heb een idee dat het okee is in Nederland om kinderen in een toneelstuk borden uit woede in de woonkamer te laten breken en ouders met een gebroken glaasje te bedreigen omdat dat in Nederland nauwelijks of nooit in werkelijkheid zou gebeuren. Nee, echt niet, in vergelijking met de rest van Europe is Nederland één van de allerbeste landen voor het opvoeren van kinderen. In tegenstelling, Engeland is echter één van de allerergste landen voor het opvoeden van kinderen en het is dus geen verassing dat het breken van huiselijke zaken en het bedreigen van wie dan ook vaak voorkomt. Zulke gedrag in zo´n toneelstuk wordt dan geen middel om de frustratie van de kinderen en het emotionele faillissement van de ouders dramatisch uit te drukken, net als het fantasie van van huis weglopen, maar als een bevestiging van zulke gedrag als een geldig middel om jezelf te verwezenlijken in de werkelijkheid.Trouwens, het stuk deed mij denken aan twee andere Nederlandse stukken die ik laatst heb gelezen, ´Quality Time´ van Joan Nederlof, mugmetdegoudentand, en in mindermate, ´Mighty Society 4´ van Eric de Vroedt. Daar heb je ook ouderen/personages die kinderachtiger en egoïstischer zijn dan kinderen, waar het mannelijke personage eigenlijk krachteloos is (´emasculated´), en, in ´Quality Time´, waar de kinderen zichzelf moeten zien te redden. Een Spaanse vriendin van mij, Olga, heeft al het onderwerp van het Nederlandse toneel als het ´disfunctionele familie´ gekenmerkt, of minstens als een wantrouw tegenover het traditionele beeld van de familie. Heeft ze gelijk, jongens? Hebben jullie ´issues´?Maar Jeroen heeft in ieder geval de Taalunie prijs voor dit toneelstuk in 2003 ontvangen zo in die zin was hij vóór de ander genoemde stukken (en ik blijf ook een fan van die tweeen).Het meemaken van zoveel (korte) stukken in zo kort een tijd is zeer bruikbaar om te helpen bepalen wat een ‘goed’ toneelstuk is. Ook interessant is het feit dat de verschillende regies in de verschillende landen aspecten van de stukken andere nadrukken hebben gegeven. Hoe goed dan ook de regies en opvoeringen in Londen - geweldig eigenlijk, ongeacht de korte tijd voor repetities waren de performances uitstekend - was het soms zaak om door de opvoering te kijken om te zien wat de andere mogelijkheden voor, en echte bedoelingen van, de teksten waren.Tussen opvoeringen is het spannend om zoveel bekendheden te ontmoeten, spannend om ideeën en evaringen met gelijkdenkende mensen te delen. Leuk om een gezicht aan een naam te plakken, vleiend als ze JOU al kennen van je eigen stukken (Jeroen van den Berg en Ben Harrison lezen ook Moose.nl, net zoals Eric de Vroedt. Nu moet ik echt de tijd vinden om mijn Nederlands te verbeteren). Hanneke Pauwe, ´In memoriam´ had twijfels over de eerlijkheid van de publiekelijke discussies over de stukken. Voor mij was dat meer het geval van een gezamenlijke wens om zo´n evenement te steunen en de positieve kanten te bespreken. Op z´n Brits dus. Problemen met de ontvangst in Engeland van gevoelige onderwerpen waren wel gesprokken maar ik moet toegeven dat het was pas in de wc dat ik hoorde mensen een stuk afkraken. Volgens mij was het over de kunstzinnige waarde van zo´n stuk, een dialoog over porn en seksualiteit (´Do You Like Porn´). Natuurlijk is ´talking heads´ niet vernieuwend op kunstzinnige vlakte maar voor mij werkt het bijzonder goed om mij in een onderwerp te engageren. Soms denk ik dat een overwegend nadruk op ´vernieuwing´ de dood van theater is. Theatre Café gaat door tot 21 oktober in Londen en is van 19 oktober t/m 26 oktober in Lisle, Frankrijk te zien.

Lees meer

Terry op 18/10/2007 - 00:18  

Ons allereerst opdracht voor de masters opleiding ‘Arts Administration and Cultural Policy’ is een paar nationale culturele instanties te onderzoeken op basis van hun publiceerde programmes, namelijk het Goethe Institut, het Instituto Cervantes en een foldertje voor een initiatief van een aantal instanties van Zuid Korea. De brochure voor het Goethe Institut is een dik ding van 60 bladzijden, geen glanzend blad maar wel inhoudelijk en met een overvloed aan evenementen, lezingen en cursussen. Die voor het Instituto Cervantes is misschien nog niet zo uitgebreid maar wel toegankelijker met interessante beelden en duurder gedrukt. Het foldertje uit Zuid-Korea voor een aantal theatergezelschappen was een ‘high-pressure sell’ met een taalgebruik dat bedoeld is om op je gevoelens te werken.In de Instituto Cervantes brochure merkte ik twee geënsceneerde lezingen van vertalingen van twee Spaanse voorstellingen in het Soho Theatre, ook een opvoedingscentrum voor nieuwe schrijvers in Londen. In het programma voor het Goethe Institut zag ik aankondigingen voor twee vertaalde voorstellingen in het Royal Court maar ook voor een geënsceneerde voorlezing van een stuk vertaald door de Engelse theatermaker Zoe Svendsen.Op dit moment is Zoe bezig met een proefschrift voor Cambridge University over het internationale werk van het Gate Theatre maar ze is ook een theatermaker die van eigen zeggen beïnvloed is door de Belgische regisseur, Luc Perceval (al een tijdje werkzaam in Berlijn).De voorlezing van Zoe’s stuk vindt plaats in het kader van het Theatre Cafe, twee weken van geënsceneerde voorlezingen van toneelstukken voor jongeren uit zoveel Europese landen: Belgie, Duitsland, Estland, Frankrijk, Polen, Portugal, Roemanie en Zweden. Klinkt het een beetje bekend? Het vond ook plaats in het Theater Instituut in Amsterdam, 26-28 september.Er is ook een Nederlands toneelstuk, ‘Blowing’ door Jeroen van den Berg, winnaar van het Taalunie prijs best toneelstuk 2003 en vertaald door Rina Vergano, de meest productieve vertaler van Nederlandse toneelstukken in het Engels (de twee Belgische stukken in het festival zijn ook door haar vertaald). Ben Harrison, de andere Brit die een beetje Nederlands spreekt en werkzaam bij MUZ theater, Zaandam en Gridiron, Edinburgh, heeft de artistieke leiding in handen samen met John Retallack. Retallack heeft met zijn gezelschap Company of Angels een aantal Nederlandse toneelstukken naar Engeland gebracht en zijn opvoering van ‘Truckstop’ van Lot Vekemans (winnaar Van der Vies prijs voor best nieuw toneelstuk 2005), ook vertaald door Rina Vergano, volgt het Theater Cafe op het toneel van het Unicorn Theater van 23 oktober t/m 28 oktober. Toevallig - of misschien niet - wordt het stuk ‘Hannah en Hanna’ door Retallack, gespeeld door het MUZ Theater en te zien is op enkele theaters tussen 19 oktober en 28 november. Ik stond dus net op het punt om te klagen over het feit dat er helemaal geen meldingen van deze evenementen op de website van de Nederlandse ambassade ter Londen is (een brochure/programma/foldertje voor Nederlandse culturele evenementen is misschien net te veel te vragen en de lijst van culturele evenementen op de website van de ambassade is al een vooruitgang) maar dan dacht ik dat de schuld misschien bij de organisatoren ligt, dat ze misschien geen aankondiging aan de ambassade hadden gegeven. Vervolgens zag ik dat ‘The Embassy of the Royal kingdom of the Netherlands’ eigenlijk een van de sponsoren is.Geweldig, dacht ik, de ambassade doet eindelijk iets aan het promoten van Nederlandse toneelstukken in het buitenland. Dat is zeker het werk van Ben Hurkmans, culturele attaché en oude theaterwezen. Maar ook een beetje teleurstelling dat ik er bij niet ben betrokken omdat ik al een jaar geleden was begonnen om te agiteren voor zo’n evenement. Ze wisten dat ik wilde meedoen maar niemand vroeg het mij - boo-hoo! Én toch zijn de voorstellingen niet aan hun lijst van Nederlandse culturele evenementen, zelfs als de ambassade meedoet!Ik breng wel een aantal medestudenten mee…Theatre café, 9 t/m 21 oktober, Unicorn Theatre, London Bridge: http://www.unicorntheatre.com/ps8.html inclusief internationale symposium 12 & 13 oktober: http://www.unicorntheatre.com/pl117.html ‘Truckstop’ door Lot Vekemans, vertaald door Rina Vergano, 23 t/m 28 october, Unicorn Theatre, London Bridge: http://www.unicorntheatre.com/pl123.html Company of Angels: http://www.companyofangels-uk.org/default.htm ‘Hannah en Hanna’ door John Retallack, MUZ Theater, 19 oktober t/m 28 november, en verder als schoolvoorstelling in Nederland en Belgie: http://www.muz.nu/speellijst/index.php Muz Theater: http://www.muztheater.nl/Gridiron: http://www.gridiron.org.uk/ Nederlandse evenementen in Londen, lijst op de website van De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden: http://www.netherlands-embassy.org.uk/artsandculture/dutch_arts Foto is van het Unicorn Theatre, London Bridge.PS Het Unicorn Theatre in de buurt van London Bridge is een van een paar theaters in Londen die zich in theater voor kinderen en jongeren specialiseren.PPS Excuses dat ik niet tot mijn oude plek in de week heb gewacht maar ik wilde mijn eerst stuk van het seizoen in Londen kwijt en ik kon me niet inhouden. PPPS Zag iemand mijn vertaling van Eric de Vroedts ‘Mighty Society 2’ in Driebergen afgelopen week? Bram was geweldig, dacht ik…

Lees meer

Terry op 07/10/2007 - 22:44  

Afgelopen week naar het Arcola Theatre voor ‘Silver Birch House’ door Leyla Nazli. Het stuk geeft de veranderingen in Turkije van de laatste 40 jaar weer, door de ervaringen van een Turkse, eigenlijke Zazaanse (een etnische minderheid) familie op het platteland van Turkije te laten zien. Een heel ontroerend stuk dat tevens toont hoe onderdrukkend het regime daar is (geweest?) zonder direct kritiek te geven of gruweldaden aan te tonen. Het is de tragedie van de gewone mens die de voorstelling laat zien.Het Arcola is bijzonder om een aantal redenen, niet alleen omdat het regelmatig in de prijzen valt voor sterke voorstellingen maar ook omdat de artistiek leiding, Mehmet Ergen, gebruik heeft gemaakt van z’n Turkse afkomst om contact met de grote Turkse gemeenschap in de omgeving te leggen. Maar het theater zelf is geen Turks wijktheater: zowel reguliere voorstellingen van gast gezelschappen als van eigen fabricaat zijn daar te zien. Wat het ‘Silver Birch House’ betreft, vraag ik me af of zo’n voorstelling ooit in Nederland uit zou kunnen komen. Terwijl de vorm van voorstellingen in Nederland duidelijk door buitenlands theater is beinvloed (naar Engelse begrippen), zie ik heel weinig op het Nederlandse toneel dat zich in het buitenland afspeelt. Nog minder zie ik toneelstukken die op de belevenissen van allochtonen ingaan. Hoewel het Britse toneel inderdaad heel conservatief is, is er genoeg theater te zien dat zich afspeelt in een ‘allochtoon’ milieu, zonder dat het als een apart soort ‘wijktheater’ wordt beschouwd. Eergisteren was ik op het Royal National Theater voor ‘Rafta, Rafta’ bijvoorbeeld, een voorstelling gesitueerd in een Hindoestaans milieu, naar een comedy van meer dan 40 jaar geleden, ‘All in Good Time’ door Bill Naughton. Het oorspronkelijke stuk gaat over een net getrouwd echtpaar uit het arbeidersmilieu dat, omdat ze bij de ouders van de man moeten wonen, nog niet aan de ‘intimiteit’ van hun huwelijk heeft kunnen beginnen. In ‘Rafta, Rafta’ speelt de voorstelling echter in een Brits-Hindoestaanse milieu waar de familiebanden net zo ‘hecht’ zijn als in een ouderwets arbeidersmilieu.Ondanks het feit dat het een maandagavond was, was de zaal vol, met een groot aantal Hindoestanen onder het publiek.Terug naar ‘Silver Birch House’, dat doet mij ook denken aan een ander kenmerk van producerende theaters in Londen: het gebruik van toneelteksten als programmabladen. Je denkt dat je té veel (₤3/ €4,50) voor een souvenir van een voorstelling betaalt - en in het West End is dat vaak zo, je krijgt een blad reclame en standaard artikelen die precies hetzelfde als in alle andere programmabladen zijn - maar ‘Off-West End’ krijg je de tekst met korting. De tekst van ‘Silver Birch House’ is normaal gesproken ₤8,99/€13,50 bijvoorbeeld. De theaters waar ze zo doen zijn het Bush Theater, het Gate Theater, het Royal Court, en het Soho Theater o.a.. Inderdaad, ik heb nu een kleine verzameling van toneelstukken. Voor een gratis exemplaar van ‘Silver Birch House’, zie eind.Geen dramaturgen - ‘A Matter of Life and Death’Wij kennen hier geen dramaturgen. In een aantal theaters wat nieuwe schrijvers steunt is er wel ‘dramaturgical support’ maar verder is er niets. Controleert u de programmabladen wel maar eens. Of de websites van de gezelschapen. U zult daar geen vermeldingen van dramaturgen vinden. Nederlandse en Vlaamse vrienden van mij kunnen zich dat niet voorstellen: ‘Je hebt het mis, Terry’, of: ‘Wie maakt de programmabladen dan?’ - Weet ik veel, maar toch.Maar het is ook niet zo gek. Als alles om naturalistisch spelen draait, en om een tekst, waarvoor heb je een dramaturg dan nodig? En regisseurs en toneelspelers worden sowieso geacht om hun Shakespeare te kennen (een fragment van Shakespeare is altijd verplicht voor een auditie op toneelschool, bijvoorbeeld). Het is alleen als je een voorstelling als geheel maakt, vaak met improvisatie, met tekst - als die al bestaat - alleen als onderdeel, en niet als draaipunt, dat je een dramaturg nodig hebt. Dit werd mij duidelijk gemaakt toen ik afgelopen week ‘A Matter of Life and Death’ zag, weer eens op het Royal National Theatre. De voorstelling is gemaakt na de film uit 1946 van dezelfde naam, van de filmmakers Powell en Pressburger. Het is een heel romantisch verhaal over een piloot die uit z’n brandende vliegtuig moet springen, zonder parachute. Wegens de mist over het Kanaal kan een bovenaardse ‘conducteur’ hem niet vinden om z’n ziel naar de hemel te brengen. De piloot overleeft dus, en ondertussen word hij verliefd op de radio-operator met wie hij had gesproken net voordat hij uit het vliegtuig sprong.In het algemeen, ben ik geen voorstander van het maken van toneelversies van films tenzij iets kunstzinnigs er aan wordt gevoegd. In plaats van aandacht voor het affect van het geheel te hebben, heeft de regisseuse, Emma Rice, alleerlei verschillende onderdelen bij elkaar gegraaid. En met de middelen van het National in handen (overigens een geweldige arena van een toneel), wat hadden ze zich uitgesloofd: liedjes, dans, mime, zelfs een acrobaat. Hierdoor wordt de voorstelling eerder onderbroken dan dat de verhaallijn wordt verduidelijkt. Wat de acrobaat betreft, hij deed mij denken aan de gewoonte in de negentiende eeuw om een bestaand toneelstuk aan te passen (zelfs Shakespeare) als een bepaalde performer met één of ander gave beschikbaar was (in de romans ‘Nicholas Nickleby’ refereert Dickens naar een kinderster die in alles moest verschijnen). Het feit dat in deze voorstelling plotseling, zonder verklaring, een verteller in pyjama opkomt om uit te leggen wat er aan de hand is, is een slecht teken. Mijn buurvrouw die de film nog niet gezien had, was helemaal in de war. Een dramaturg zou deze chaos hebben begeleid. Ik vond het buitengewoon jammer dat ik enerzijds werd getroffen door het spel en het potentieel van een paar van de beelden - het verhaal raakt mij altijd in ieder geval - maar anderzijds dat de voorstelling zo’n verwarde knoeiboel is. Ik voelde me zowel geraakt als boos, een verwarrende toestand net als de voorstelling.Trouwens, de gevestigde critici vonden het ook een knoeiboel, en de reactie van de artistieke leiding van het National, Nicholas Hytner - die tot enige discussie heeft geleid - was dat ze allemaal ‘dead, white, males’ zijn (té conservatief dus). Ik vind z’n reactie jammer: misschien zijn ze wel ‘dode, blanke mannen’ maar met betrekking tot deze voorstelling is hun kritiek ‘dead right’ (terecht). Om ze eindelijk een keer wakker te schudden, hebben we misschien een lekkere, Nederlandse voorstelling in Engeland nodig. Nou, die gratis toneeltekst. Mensen die mij kennen, weten dat ik me als ‘culturele bemiddelaar’ wil opstellen. Dat zou door buitenlandse toneelteksten en gezelschapen naar Engeland te brengen, maar zo onder de indruk van ‘Silver Birch House’ ben ik dat ik dit toneelstuk in Nederland opgevoerd zou willen zien. Dus, als je toevallig onderdeel van een gezelschap uitmaakt of op een andere manier in staat bent om deze tekst te promoten, stuur dan je adres naar mij toe (zie mijn profiel voor adres) en ik zal de tekst op eigen rekening naar jou terugsturen. Enige voorwaarde is dat je hem later weer terugstuurt opdat ik hem eventueel aan anderen kan doorgeven. Ik ga ervan uit dat je woonachtig in Nederland (of België) bent en geen Verweggistan.(Foto: Peter Polycarpou als Haydar in ‘Silver Birch House’, Arcola Theatre)’Silver Birch House’geschreven door Leyla Nazli, regie Mehmet Ergen. Het Arcola Theatre: http://www.arcolatheatre.com/index.php ‘Rafta, Rafta’ door Ayub Khan-Din, regie Nicholas Hytner. Het Royal National Theatre t/m 8 september 2007: http://www.nationaltheatre.org.uk/?lid=23045&dspl=dates (met filmpjes). Standby-kaarten vaak beschikbaar. Beste plekken met korting van ‘tkts’, Leicester Sq. In allebei gevallen, heb je meer kans op het begin van de week.’A Matter of Life and Death’, Kneehigh/Emma Rice, naar de Powell & Pressburger film (1946) van dezelfde naam. Het Royal National Theatre t/m 21 juni 2007: http://www.nationaltheatre.org.uk/?lid=23045&dspl=dates (met filmpje). Standby-kaarten vaak beschikbaar. Beste plekken met korting van ‘tkts’, Leicester Sq. In allebei gevallen, heb je meer kans op het begin van de week. Nadere informatie over Kneehigh/Emma Rice: http://www.kneehigh.co.uk/index.html

Lees meer

Terry op 12/06/2007 - 22:47   1 reactie

Alweer naar een West End voorstelling. Ik heb geen erfenis gekregen maar een vriendin is op bezoek en ik ben op de hoogte van bepaalde kortingen die beschikbaar zijn. Het was geen voorstelling van mijn lijst van ‘must-sees’ maar de vriendin wilde ‘Equus’ door Peter Shaffer zo nodig zien. Peter Shaffer, eens mijn lievelingstoneelschrijver nu misschien een beetje ouderwets, twee jaar geleden weer in Nederland bekend met de tournee van ‘Amadeus’ met Jeroen Krabbé als Salieri en Marc Marie Huijbregts als Mozart. Deze ‘Equus’ is weer een sterrenvoertuig waarvan het West End zo geliefd is, deze keer met Harry Potter. Nee, geen JPB maar dé Harry Potter, Daniel Radcliffe, en samen met Richard Griffiths (films: ‘Withnail & I’, ‘Ghandi’, etc, etc) en Jenny Agutter (films: ‘The Railway Children’, ‘An American Werewolf in London’, etc, etc).Nadat hij op een nacht de ogen van een aantal paarden heeft uitgestoken, wordt de gestoorde jongeman Alan Strang (Radcliffe) naar de psychiater Martin Dysart (Griffiths) verwezen. Langzamerhand komt de psychiater achter de reden waarom Strang zo heeft gehandeld. Tegelijkertijd worstelt hij ook met zijn eigen demonen, of beter gezegd, gebrek aan demonen: hij moet de hartstocht van de jongeman verwijderen om hem weer normaal te laten worden, terwijl het precies die hartstocht is die hij in zijn eigen leven mist.Deze laatste is geenszins een tegenwicht voor de dramatische herinneringen van de jongeman, wat voor mij een fout in het stuk is. Als ik me goed herinner hebben ze in de film versie met Richard Burton (psychiater) en Colin Firth (jongeman) gekozen om de problemen van de psychiater helemaal te laten zakken. In allebei de film versie en deze voorstelling wordt het stuk gedreven naar de zoektocht naar de oorzaken van de daden van de jongeman en de problemen van de psychiater terwijl ze verwant zijn en zelfs elkaars’ tegenwicht vormen.Die zoektocht is vrij cerebraal, hoewel fascinerend, en ik vroeg me af of het stuk ook een monoloog of een hoorspel kon zijn. Mijn metgezel dacht dat de spelers wel iets aan het stuk toevoegden maar voor mij was de taak van de spelers in deze voorstelling ‘hun woorden te herinneren en niet over de meubelen te struikelen’ (advies van Noel Coward aan een jonge Lawrence Olivier). Eigenlijk begon ik me af te vragen of dat niet altijd in een voorstelling zo is, en of als er ‘sterren’ meespelen, er van een ander soort illusie sprake is. Iets van het publiek en het publiciteitsapparaat, en niets van de speler zelf. Maar zo’n cerebrale voorstelling - zo had mijn metgezel het genoemd - is niet typisch Brits. Het spel van Anthony Sher o.a. in ‘Kean’ (auteur door Jean-Paul Sartre) twee dagen later in het Apollo Theatre langs de weg was meer van wat het Britse publiek wil; spel dat aangepast is aan de grote zaal en dat het publiek de hele avond geboeid houdt (jammer dat het stuk zelf minder was). Toevallig heeft de regisseuse van ‘Equus’, Thea Sharrock, een tijdje gewerkt bij het Gate Theater dat zich op buitenlands theater richt. Een cerebrale voorstelling heeft voor en nadelen. Ik geniet van het opweken van mijn emoties in theater, daar gaat theater om, en het intellectuele theater is voor mij een beetje van een vreemde afwijking. In de film versie van ‘Equus’ kun je echt genieten van je woede van de stomheid van de ouders, de hypocrisie van de vader en de religiositeit van de moeder (en de heldenrol van Richard Burton) maar in deze voorstelling is er meer ruimte voor begrip voor de ouders. De verwarring waarin de jonge verkeert, berust meer op toevalligheden dan kwaadheid. Een voorstelling zonder passie dus, precies waarover de psychiater in het stuk zich ergert. Nog een nadeel is dat hoe overtuigend en bevredigend dan ook de verklaring van de acties van de jonge zijn in intellectuele zin, is het betoog en gebruik van de psychologie bepaald ouderwets. Wij lezen nu het tijdschrift ‘Psychologie’, wij kunnen allemaal onze problemen in pseudo-psychiatrische termen noemen, en dus de onwetendheid van de ouders en zelfs de jonge is moeilijk te begrijpen. Toch is religiositeit en afzondering van de wereld (er is geen tv in het huis van de jonge) soms een thema in Nederland, getuige de film ‘De uitverkorene’ met Pierre Bokma die net in de prijzen is gevallen. Onlangs is vermeld dat kinderen van streng gelovige gezinnen eerder in de kinderzorg komen dus misschien is dit stuk toch iets voor Nederland. [Net voordat iemand het zegt, ben ik wel bewust van het onderzoek waarin blijkt dat Nederland de gelukkigste kinderen ter wereld heeft, en Engeland de ongelukkigsten]. Hoewel Griffiths vaker het woord heeft - hij is bijna zijn eigen koor in Oude Griekse zin (ook toepasselijk voor de Griekse referenties in dit stuk) - is er een vrij gebalanceerde spel, dat weer eens de cerebrale indruk van de voorstelling ondersteunt: er is geen iemand waarmee het publiek bijzonder identificeert. Misschien was dit ook een praktische overweging: ze wilden niet zoveel aan de jonge Daniel Radcliffe toevertrouwen zonder zijn toverstok. Hij was toch in de rol verdienstelijk en zijn naakte, gespierde lichaam was misschien een extra voor de meisjes die ongetwijfeld naar de voorstelling alleen voor hem zijn gekomen. Het naakte lichaam van de jonge vrouw in het stuk was misschien een extra voor de mannen in de zaal, hoewel voor de fans van Jenny Agutter moeten we naar een oude video van ‘An American Werewolf in London’ reiken voor een glimp van haar vlees.Ik zei eerder dat Shaffer één van mijn lievelingstoneelschrijvers was, en deze voorstelling was de gelegenheid om te herinneren dat ik zoveel van schrijvers zoals Shaffer over het leven heb geleerd. Zo dacht ik toen. Nu heb ik het idee dat theatermakers bezig zijn om een beetje verzonnen ‘inhoud’ te gebruiken om de ‘vorm’ in te vullen. Of dat ‘inhoud’ of de werkelijkheid, of grote inzichten, of grote onrecht worden alleen maar uitgebuit om een toneelstuk te maken. In ieder geval, is de inhoud slechts de mening van een mens die misschien toevallig een goede theatermaker is, zonder verder betekenis. Wanneer ben ik zo cynisch geworden?Een aspect van deze voorstelling waarvan ik wel onder de indruk was, was het decor. In het begin lijkt het toneel een tempel op Mycenae, waar de psychiater droomt dat hij kinderen moet opofferen. Maar met een verandering in verlichting worden de zuilen ineens houten stallen. En dan de paarden! Ik had me afgevraagd hoe ze de paarden op het toneel zouden weergeven zonder het belachelijk te maken maar daar was er een bijzondere en overtuigende oplossing voor. Van de stallen verschenen mannelijke dansers gekleed helemaal in bruin maar op metalen, goud gekleurde kooien van hoeven, die de klak, klak van hoeven ook op het toneel weergeeft en de mannen lengte. Op de hoefden van de dansers, paarden hoefden, weer gemaakt uit goud gekleurde kooien. Met hun training kunnen de dansers de bewegingen van paarden reproduceren en zelfs als de jonge op de schouders van iemand moet zijn om het rijden van een paard na te bootsen, was het helemaal geloofwaardig. Geen ontwerp heeft mij zo onder de indruk gebracht sinds ik als tiener naar de Royal Shakespeare Company ging.Nog iets. Toen ik ging mijn kaartjes van het theater ophalen, was er een Amerikaanse jonge met zijn moeder voor ons in de rij. Hij was misschien geen twaalf jaar oud en hij begon een serie van goed geïnformeerde vragen aan de mevrouw achter de balie te richten over de voorstelling. Ze hadden kaartjes achterop het toneel gekocht en hij vroeg, “Word ik daar wel in acht in genomen? [“Will they have regard for me?”] - wat een bijzonder formulering van een vraag is voor wie dan ook, ongeacht of je 12 bent. Hij vroeg ook naar de mogelijkheden om autograven te vragen natuurlijk en hij werd naar de stage door gewezen. ‘Equus’, door Peter Shaffer, Gielgud Theater (nog een van die prachtige theaters van 1900 zoiets): http://www.equustheplay.com/ Beste kaartjes, normaal ₤49.50 [€70!!!] beschikbaar als je +44(0)870 950 0902 belt en ‘www.hitthetheatre.co.uk Equus Offer’ citeert. Anders is er altijd het ‘tkts’ kiosk in Leicester Square of http://www.officiallondontheatre.co.uk/tkts/today op dezelfde dag.Afhankelijk van het theater is het mogelijk om een student korting te krijgen maar vaak moet je op het theater zelf op een gegeven tijd net voor de voorstelling zijn.Je hebt meer kans op kaartjes met korting als je ze voor een maandag of dinsdag bestel, en zelfs dan worden de zalen vol.Interval drankjes Ik heb het in Nederland nooit eens meegemaakt maar in Engeland is het vrij normaal om je drankjes voor de pauze al van tevoren te bestellen. Dit is raadzaam zelfs als de zaal niet vol is. Normaal gesproken staat de bestelling klaar voor je in een plek in de bar waar je hoeft in geen rij te staan.

Lees meer

Terry op 30/05/2007 - 00:21  

Naar het West End gewaagd. Maar met studentkorting natuurlijk. Stand-bytickets alleen beschikbaar één uur van tevoren. En voor een stand-by moet ik op een maandagavond daar naartoe om zeker van een kaart te zijn - de critici zijn over deze voorstelling lovend.’Boeing, Boeing’ is een farce, waarin de Engelsen heel goed in zijn (geen commentaar aub) maar deze keer geschreven door een Fransman, Marc Camoletti.De Hems, een Nederlandse pub in ChinatownNa het kopen van mijn kaart, ₤20 (bijna €30!) mét korting - anders had ik ₤45 (€67!!!) betaald (in 2006 in de West End is over ₤400 miljoen (€584.392.229,75) in kaarten verkocht) - loop ik terug over Leicester Square en vijf minuten naar De Hems om het uur door te brengen. De Hems is de Nederlandse pub, verwarrend genoeg in Chinatown, waar soms de Nederlandse gemeenschap in Londen zich bevindt. Ik koop een jonge jenever (₤2.75/ €4) en een koffie (₤1.50/ €2,20) en ik lees mijn ‘Private Eye’ - ook een onontbeerlijk onderdeel van de Britse samenleving maar met niets met theater te maken. Gewend aan gezond eten (Britse ironie) heb ik al een vege pasty (soort patie) á ₤2.75 (€4) op en een stuk pizza ₤1.50 (€2,20 - redelijk goedkoop, vind ik). Terug naar het theater, het Comedy Theatre op Panton Street. Veel gepoetst koper en hout, gebouwd in 1881. En een lange rij gepoetste mensen, sommigen ook in 1881 gebouwd. Ik bestel een jus (₤1.50?/ €2,20). Trouwens in de taalles ben ik ‘sinaasappelsap’ geleerd maar dat hoor ik nooit in Nederland).Het West End is niet ineens open voor Europees theater geworden, ‘Boeing, Boeing’ is eigenlijk nog een revival (ze doen niet aan nieuwe stukken) uit de zestig jaren toen het voor zeven jaar speelde. Vermoedelijk is het toen naar Engeland gekomen omdat het in Frankrijk zo’n succes was.Het verhaalOmdat ik te lui ben, vertaal ik die samenvatting van de producenten: ‘Bernard, een succesvolle architect woonachtig in Parijs, denkt dat hij zijn drie verloofden, stewardessen, gemakkelijk aankan. Het is slechts een kwestie van roosters en een betrouwbare, lankmoedig huishoudster die met tegenzin de rol van romantisch luchtverkeer controleur heeft. Als oude schoolvriend Robert aankomt, verheugt Bernard zich op de gelegenheid om zijn naïeve bezoeker zijn eerste klasse operatie in werking te laten zien. Helaas, helaas, dienstregelingen veranderen, vluchten krijgen vertragingen en een nieuwe turbocharge Boeing wordt in dienst gebracht: chaos volgt in deze hysterische werveling van herrie en koppelen’ - of misschien was het toch beter in het Engels…Geen vernieuwing - wat wil je nu?Vanaf het begin is het duidelijk dat ondanks de Franse schrijver is dit door en door een Britse voorstelling. Het publiek weet zijn signaalwoorden perfect en lacht op alle de aangegeven plekken [‘Audiences know what to expect, an that is all that they are prepared to believe in’, ‘Rozencrantz & Guildenstern are Dead’, Tom Stoppard]. En dat is precies het probleem in het begin voor mij, ik zie dat de bedoeling is dat ik op een gegeven moment zou moeten lachen, maar het komt niet. Misschien komt het omdat ik de laatste dagen bezig ben om mooie samenvattingen van Nederlandse toneelstukken voor producenten te maken…Maar wat mooi aan zo’n voorstelling is, is dat je dagenlang niet hoeft na te denken waarover het gaat. Het heeft geen pretenties dan grappig te zijn. Zelfs als een Britse comedy satirisch is, is dat alleen om grappig te zijn en niet om een boodschap door te geven (uiteindelijk de zwakte van veel Brits theater: heel goed in vermaak, maar weinig meer). Niet dat ‘Boeing, Boeing’ satirisch is, het is tenslotte in ‘61 geschreven.Heel BritsEn het spelen is ook misschien heel Brits: overdreven dus. Als je denkt aan de speelstijl in de BBC comedie ‘Allo, Allo’ (wat ik HAAT) dan weet je waarover ik het heb. Eigenlijk is ‘Allo, Allo’ vrij toepasselijk omdat wij hier ook met nationale types te maken hebben. De stewardessen zijn een Amerikaanse, Italiaanse en Duitse. Eigenlijk met de Duitse begon ik te denken dat de Engelsen nog niet vanaf de Gestapo types en grapjes over de oorlog zijn maar uiteindelijk moet ik toch toegeven dat hoe grotesk dan ook ze heel grappig is. Robert voelt zich gedwongen haar zijn identiteitsbewijs en paspoort te laten zien als ze alleen maar vraagt wie hij is. Ze deed mij ook denken aan een paar Duitse kennissen van mij…SterrenvoertuigDe voorstelling is ook een voorbeeld van iets wat vaak voorkomt in het West End en Broadway, en waarvan ook Nederland niet immuun voor is: de voorstelling als stervoertuig. Mark Rylance, tot voor kort artistiek leiding van het Globe Theater, speelt de lomperd uit het platteland in de stad op bezoek. Roger Allam heb je waarschijnlijk in veel BBC tv drama’s gezien zonder het te merken. Speelt ook in veel hoorspel. De stewardessen zijn minder bekend maar Patrica Hodge, beter bekend als een femme fatale van tv en toneel, is onherkenbaar en uitstekend als de misbruikte huishoudster. Wisselen van sterrenHodge is ook een voorbeeld van een ander gewoonte in het West End, het ruilen van de sterspelers na zoveel weken met andere sterspelers. Net afgelopen week speelde Frances de la Tour (heel jammer dat ik haar heb gemist). Waarschijnlijk doen producenten zoiets in de hoop dat het publiek nog een keer wil komen. Of misschien hebben sterspelers het té druk (of worden té goed betaald) om zich aan een voorstelling voor té lang te verbinden.In het begin van het stuk vond ik het optreden van Rylance té geremd, net als het personage. Misschien is dat mijn probleem met Rylances optredens, hij speelt té werkelijk: als de personage saai is, moet het publiek juist van het weergave van saaiheid genieten, niet het echt saai vinden. Voor net té lang speelt Rylance aan de rand tussen weergave en echt vervelend. Maar als de omstandigheden in het stuk gekke worden, ontwikkelt Rylances personage zich om die uitdagingen aan te gaan en dat ik moet ik toekennen. Maar als je Mark Rylance in iets heel goeds wil zien, dan moet je naar een oud BBC drama van misschien twintig jaar geleden kijken: ‘The Grass Arena’ na het gelijkgenaamde boek over een alcoholistische zwerver die een schaakkampioen wordt, waar hij echt realistisch moest doen. Het boek zelf is ook de moeite waard.Weer Brits acterenTerzijde: ik heb de laatset tijd gemerkt dat ik bijna een stamlijn van gesticulaties en lichaamstaal bij spelers zie als ze zo aantrekkelijk mogelijk voor het publiek trakteren te zijn. Ik en het Britse publiek vinden dat helemaal niet zo erg, wij willen dat onze spelers zo aantrekkelijk mogelijk doen dan werkelijk. In een of ander schelmenroman van ongeveer twee honderd vijftig jaar geleden (‘Tom Jones’ van Henry Fielding, denk ik) klaagt een huisknecht over het optreden van Garrick (ook weer niet zeker) als Hamlet, dat zijn reactie op de verschijning van de geest van zijn dood vader was net alsof een echte iemand een spook had gezien. Heel slecht zonder alle de ‘dramatische’ gesticulaties en geluiden dus. Het was ironisch bedoeld maar toch. Dus een deel van mijn analyse van een voorstelling is: Oh, hij gebruikt zijn stem een beetje als die, hij doet dat net zoals die, hij ziet er een beetje op dinges uit, of eerder, waar heb ik dat trucje, gesticulatie, wat dan ook, ergens anders gezien? Dus het publiek was meer dan gelukkige met de voorstelling, en ik moet toegeven dat ik ook hard gelachen heb maar dan was het de tijd om naar huis te gaan. Ik heb een programma gekocht (₤3/ €4,40) en de verplichte zwerver vermeden en dan weer naar De Hems op weg naar huis. GeldGeef geen geld aan de zwervers! Hoewel het straks duidelijk zal worden hoeveel ik aan deze avond uitgegeven heb, en Engeland weinig aan sociale voorzieningen doet, kunnen zwervers nog altijd hun uitkering zonder vaste verblijfplaats krijgen (in tegenstelling met Nederland) en er is meer dan genoeg opvangplaats. In De Hems klets ik met de Nederlandse kelnerin die mij meteen als een student van UCL herkent (welke andere Engelsen spreken Nederlands?) en waar ik nog een jenever (₤2,75/ €4) drink, ondanks de dubbele whisky (₤6.60/ €9, 65) dat ik tijdens de pauze in de voorstelling had besteld. Ik wil nadrukkelijk zeggen, en mijn vrienden en kennissen kunnen dit getuigen, dat ik normaal gesprken niet zoveel drink, maar de tentamens zijn net afgelopen en ik ben nu met vakantie.Maar hoeveel heeft deze avond mij gekost? Even kijken… €52,65!!! En met korting! Goed dat ik geen satay of bitterballen in De Hems heb gekocht. En ik denk dat ik geen geld voor zwervers heb! Hoewel ‘Allo, Allo’ niet naar mijn smaak is, heb ik alleen maar bewondering voor hoe de vertaler in de ondertiteling de problemen van de grapjes heeft opgelost.’Boeing-Boeing’ door Marc Camoletti, verwerkt door Beverley Cross, Comedy Theatre. Reserveren mogelijk tot 20 oktober 2007 (http://www.theambassadors.com/comedy/spp3483.html).Ook goedkoop kaartjes van ‘tkts’, Leicester Square: http://www.officiallondontheatre.co.uk/tktsDe Hems, Nederlandse pub, 11 Macclesfield Street, Soho. Vrij duur maar als je je bitterballen en kroket mis, moet je hier naartoe: http://www.beerintheevening.com/pubs/s/74/745/DeHems/Soho

Lees meer

Terry op 17/05/2007 - 21:26  

<< < 234 > >>
Syndicate content