moosers

Praatjes van Terry

Voordat je een Engelse panto, of preciezer gezegd, pantomime bezoekt, zijn er een paar dingen die je als buitenlander al van tevoren moet weten. De ouwe tante, goed of slecht, vaker goed, (twee slecht in Cinderella [Assepoester]) wordt door een man gespeeld, en de held wordt (vooral in het Robin Hood verhaal) door een vrouw gespeeld. Als gevolg moet een vrouw, gekleed als man, tegen een jonge vrouw hof maken, terwijl de ouwe tante, tantes, of schurk, intussen probeert te komen. Niets pervers, het is gewoon traditie.Vaak zijn er ook twee mannen in een kostuum die een paard, of vaker (vooral in Jack in the Beanstalk), een koe spelen, die ook danst. Ook moet het publiek altijd de held waarschuwen als de schurk daar is: ‘He’s behind you!” “Where?” “He’s behind you!” - Engelse pantomime is niet zwijgzaam dus, hoewel grote theatrale gebaren wel gebruikt worden. Als de held ons met een verkeerde stelling aanspreekt, moeten we: “Oh, no, it isn’t!” roepen. Tijdens het kerst seizoen waarin pantomime altijd plaatsvindt, verschijnt er op tv een reclame voor een overal bekend burgerketen waarin een aantal pantomimespelers in hun buitenwereldse kostuums (ook verplicht in de pantomime, vooral voor de goede fee, of de djin) hun eten bestellen. Ze vragen waar de rietjes voor drankjes zijn en de jongen achter de kassa probeert een grapje te maken: “They’re behind you!” zegt hij, met bijbehorend gebaar.Grapjes worden gemaakt, hoe flauwer, hoe beter, en voor de ouders (omdat de kinderen ze haast niet zullenn begrijpen, en als ze ze wel begrijpen dan maakt het niet zoveel uit) worden grapjes gemaakt die gebasseerd worden op het vermogen van Engelsen om een seksuele eufemisme in alles te vinden. Die grapjes zijn niet altijd even gemakkelijk om een buitenlander uit te leggen: “Would you like some crumpet, sir?” “Ooh!” (Crumpet is een soort geroost pannenkoek maar ook een nu belachelijk geworden oeroud eufemisme voor seks).Alle de bovengenoemde zijn vaste onderdelen van de pantomime, zelf een vast onderdeel van het kerstseizoen - uit traditie, maar ook uit de noodzaak voor theaters een groot publiek binnen te halen in een land waar het theaterstelsel van weinig subsidie beschikt.Toch is er wel adaptatie en variatie binnen de traditie. Een panto hoeft niet altijd voor kinderen te zijn, er is improvisatie en vaak wijst het naar de actualiteit. Wegens een bezoek aan het ouderlijke huis was ik in staat om een bezoek aan het beroemde Everyman Theatre, Liverpool, te brengen. De bakermat van zulke sterren als Julie Walters (Educating Rita, film) en Anthony Sher (Richard III, RSC), ook een aangelegenheid waar je zulke schrijvers als Alan Bleasdale (Boys from the Blackstuff, o.a., tv) en Willy Russel (Blood Brothers, musical voorlopig in de West End) tegen het lijf kan lopen, om te zwijgen over de film regisseur Alex Cox (Repo Man, o.a.), is de Everyman ook bekend voor de formule van zoveel mogelijk Rock en Roll nummers voor de zwakste redenen binnen een pantomime te persen. Het is een zeer succesvolle formule al twintig jaar geleden begonnen met Return to the Forbidden Planet, een verwerking van de film sci-fi klassieker (zelf een verwerking van Shakespeare’s Tempes), en die in andere theaters en in het West End nog gespeeld wordt. Alle de spelers moeten ook muzikale instrumenten spelen als ze niet aan het woord zijn of aan het omkleden en van iedereen is het een dynamisch optreden, soms geassisteerd met deus ex machine, rook, en knallen. Met deze formule hoeft de Everyman geen persoonlijkheden van de tv te gebruiken als andere theaters (ik kreeg de allerlaatste kaartjes) en bovenop verkopen ze merchandise: toverstokken, handpoppen, en hoeden.Het toneelontwerp is even kleurrijk als de kleren van de spelers.Mijn Nederlandse metgezel vond de voorstelling een beetje ‘braaf’, schrok van de kost van zelfs de goedkoopste kaart (₤14 [€20] - en niet een West End theater), en het duurde eventjes voordat ze aan de taal en de verschillende accenten van de spelers kon wennen. Veel van de grapjes blijven zonder uitleg maar desondanks genoot ze van de voorstelling - “Oh, yes, she did!”

Lees meer

Terry op 31/12/2006 - 19:17   4 reacties

Een reeks gesprekken tussen twee mannen op een bank. Door het hele stuk wordt geen zin afgemaakt tenzij de ander dat doet, en dan niet altijd even goed. Het gebruik van zo’n vaste vorm kan laten zien hoe mensen, zelfs in een relatie, elkaar wel of niet begrijpen, parallel maar niet samen denken, en tegelijkertijd de ware waarde van de spelers zien. Hier heeft de regisseur echter een andere richting gekozen. Het nieuwste stuk van Caryl Churchill, vooraanstaande, Britse toneelschrijfster, gaat over de relatie van een homostel, de ene een Amerikaan, die toevallig (Uncle) Sam heet, de andere en Brit, die toevallig (Union) Jack heet. Het stuk gaat natuurlijk over de relatie tussen de VS en het VK, maar hier drukken ze hun relatie uit in gesprekken op een sjofele bank. Omdat er geen voltooide zinnen zijn, is het publiek verplicht om die zinnen af te maken, en daarbij beseffen wij dat wij precies weten waarover de gesprekken gaan, en tegelijkertijd worden we geconfronteerd met die gruwelheden en cynische manipulaties in de wereld, waarmee het stel communiceert. Of dat zou moeten gebeuren. Het blijkt dat ik de enige ben die voldoende op de hoogte van de actualiteit is: de critici en mijn metgezellen zeiden dat ze het stuk niet altijd even goed konden begrijpen, maar dat het stuk toch geweldig is. - Hoe Britse critici iets goeds kunnen vinden zonder het te begrijpen is een discussie voor een volgende keer - In verdediging van critici en vrienden, moet ik zeggen dat als ik een voorsprong heb, is het omdat ik me de laatste vijf jaar in de Nederlandse kranten verdiept heb om mijn Nederlands te verbeteren. Misschien is mijn Nederlands niet verbeterd maar ik ben redelijk op de hoogte van de actualiteit. De misdaden van de VS en de VK in dit stuk rangeren van Zuid Amerika tot Asie, met het nadruk op het Midden Oost.Voor sommige regisseurs vraagt een dergelijk polemisch stuk aan een beetje afstand tussen de spelers aan de toeschouwer, zodat de toeschouwer over de inhoud kunnen denken en niet afgeleidt wordt door mee te voelen, door zich ermee te identificeren. De grote uitvinder van dit ‘verfremdungseffekt’ was natuurlijk Brecht, die liefst een slechte speler en een saaie voorstelling wilde dan dat de toeschouwer ‘gehypnotiseerd’ werd.Deze voorstelling is niet saai, de spelers niet slecht, maar de regisseur heeft duidelijk gekozen voor een vervreemdingseffect. Fout gekozen, volgens mij. De regisseur laat duidelijk het spelen geen invulling aan de onvoltooide zinnen geven. Geen gebruik wordt gemaakt van de ruimte die de tekst geeft voor mooi spelen en als gevolg blijft de vergelijking van de politiek VS/VK relatie met een menselijke onbegonnen werk. We worden alleen maar zonder verademing gebombardeerd met een lijst van alle de misdaden die Amerika en Groot-Brittannië hebben gepleegd. Gelukkig vonden mijn gasten die avond het niet erg. Ik ben gegaan omdat ik eindelijk een stuk van Caryl Churchill wilde zien, en ook het allernieuwste, en ook in het Royal Court theater, bekend voor nieuwe stukken, internationaal zowel als Brits. Maar á ₤15 (€22) per kaart, het goedkoopst, is een vergissing kostbaar, en misschien is er voor die reden niets nieuws in het West End, en weinig (in verhouding) nieuws op het Britse toneel. Gelukkig is er zoveel theater dat er toch nog genoeg nieuws is, als je weet waar je moet kijken. (Gezien 8/12/2006, speelt tot 22 decembre, daarna verhuizing naar Broadway, nadere informatie en [twijfelachtige] recensies: www.royalcourttheatre.com/whatson01.asp)

Lees meer

Terry op 09/12/2006 - 04:23   1 reactie

Ik ben bezig met de kwestie van het verschil in de traditie van het Nederlandse theater en het Engelse theater. Dit is niet alleen een leuk discussiepunt over drankjes na een voorstelling, maar iets dat werkelijk gevolgen heeft als iemand - ik, als ik groot ben - toneelstukken wil vertalen. In Nederland is de tekst slechts onderdeel van het maken van theater, in Engeland is theater ondergeschikt aan het vertolken van de tekst. In Nederland moet alles zonodig ‘vernieuwend’ zijn, moet er met vorm gespeeld worden, terwijl in Engeland de lievelingse stukken voor de zoveelste keer worden tentoongesteld. In Engeland kunnen nieuwe stukken net zo goed op de tv of radio uitgezonden worden (hoorspel is nog levend in Engeland), zo traditioneel is de vorm.Ik denk dat er een middenweg te vinden is. Ik kan me voorstellen dat in Nederland de gedachtegang is dat als een voorstelling qua vorm net zo goed op de tv gezien kan worden, dan het geen zin heeft om het op het toneel te plaatsen. Ik denk in tegenstelling dat, net als alle kunst, als je eens een stuk, hoe ouderwets, naturalistisch, goed in elkaar gezet dan ook, eens tentoonstelt, in een galerij of theater, dan krijgt het een aparte, bijzondere aandacht.En je ervaart de emoties en drama helemaal anders.En het is net mogelijk dat die dialogen in die ‘ouderwetse’, naturalistische toneelstukken beter overkomen, vooral als het retorica betreft, dan in iets dat verschrikkelijks vernieuwend is. Misschien heeft het iets te maken met de spanning tussen vorm en inhoud. Maar ja, de naturalistische vorm van The Glass House van David Craig heeft de boodschap, wat dan ook dat was, of de drama, niet geholpen. Desondanks was dit stuk schitterend gespeeld, ondanks het feit dat het slechts een ‘preview’ was, en dat één van de spelers had net één week van tevoren zijn rol van iemand anders overgenomen. Het probleem was, helaas, de tekst en de regie.Een advocaat van Joodse afkomst moet een academicus die de Holocaust ontkent, verdedigen. Hij houdt geheim van zijn vader dat hij dat doet, een vader die gearresteerd wordt voor zijn protest tegen moslims die de vrijheid van meningsuiting willen beperken, een vader die tegelijkertijd geen tegenstelling ziet met het feit dat hij de mond van de academicus wil zien snoeren. De academicus is, tegen verwachtingen in, aantrekkelijk en heel slim, en haar argumenten tegen de ‘Eind oplossing’ zijn overtuigend.De nieuwe hospita van de advocaat, een jonge gefaalde journaliste (je ziet wat komt?) laat en andere discussie horen, dat de eigenlijk halfjoods jongen, (technisch gezien ‘goy’ omdat zijn vader, niet zijn moeder, Joods is) helemaal verwijderd van zijn Joodse wortels is. Al in de eerste helft van het stuk legt de advocaat de argumenten van de academicus verpletterende weer, maar het is in de tweede helft dat het toneelstuk gaat helemaal fout. Stapje voor stapje begon ik niet meer in het stuk te geloven. Als de advocaat zijn klant begint te toetsen, wordt het duidelijk dat de net heel slimme, rationele academicus van 30 jaar eigenlijk helemaal gek is; hier heeft ze slechts astma maar een schuimbek is meer te verwachten. Dat ze antisemiet is, is geen verassing, maar we zouden eerder het stille, calculerende type, het gevaarlijke type, dan deze gekke, en het transformatie is niet te geloven. (Ik moet toegeven dat als ik iemand ontmoet die werkelijk racistisch is, kan ik het ook bijna niet geloven, maar hier was het gewoon niet te geloven). Dit beeld van de racist is eigenlijk gevaarlijk, de echte racisten zijn veel meer subtieler, en kan soms in onszelf schuilen. Maar dan, als de academicus geen gekke was, kon de journaliste haar publicatie van haar interview met de academicus niet verdedigen als de gelegenheid om het publiek te laten zien dat het een nietsnut is, dat wij en de advocaat het publiek moeten vertrouwen om te zien dat het een niets nut is. Dit argument werkt ook niet, de academicus is al 30 jaar bezig zonder iemand te merken dat ze een gekke leugenaar is. Dan maakt de vader van de advocaat de onthulling dat zijn grootouders, neven en nichten tijdens de Krystallnacht vermoord zijn, maar het verhaal is zo nadrukkelijk extreem – een levend baby in de vuur gegooid, de grootvader als arts voor de arm van een ‘stormtrooper’ zorgt en dan meteen en doelmatig is doodgeschoten, met alle de andere familieleden – dat zelfs als die dingen werkelijk zijn gebeurd, begon ik het te twijfelen, hoe verschrikkelijk dan ook Krystallnacht was. Als iets nadrukkelijk ontkent, waar moet zijn - als de journaliste in het stuk zegt - dan logies is het dat iets overdreven gesteld op zijn minst twijfelachtig is. De toneelschrijver had beter zijn eigen advies gevolgd.En dan krijgt de academicus het spotlight om ons een toespraak te geven die ons voor het eind van de oorlog in Iraq moet doen protesteren, maar de toneelschrijver laat die woorden komen van een vrouw die wij al kennen als leugenaar. Als de academicus het wil gebruiken als rechtvaardiging van haar actie, prima, maar er hoeft geen spotlight en toespraak om ons te vertellen dat Blair en Bush ook leugenaars zijn, dat weten al 75% van Engelsen, zelfs bijna zoveel Amerikanen.Een de wet, waaronder de academicus vervolgd wordt, is ook niet te geloven, hoe nieuw dan ook, hoe PC dan ook. Als de academicus haar verklaringen over de Holocaust intrekt, kan de rechtzaak niet doorgaan, maar zelfs als ik een libel intrek, moet ik toch nog een vergoeding betalen en zelfs als David Irving, DE revisionistische historicus, dat probeerde, was hij toch nog vervolgd door een Oostenrijkse rechtbankNee, binnen de kortste tijd geloofde ik in het stuk niet meer, ik luisterde niet meer naar de wankele retorica. Als ik tijdens de pauze weg was gegaan was ik toch nog positief gebleven, dacht ik nog aan het vertalen van het stuk in het Nederlands (hoe slecht dan ook mijn Nederlands is), maar de tweede helft was de doodslag. Mijn enthousiasme in het begin was desondanks de vele geclicheerde grapjes die beter in een slechte BBC sitcom waren. Maar Brits humor is vaak precies dat je de grapjes ziet komen (ik ben geen fan van Allo Allo of Keeping Up Appearances maar ik weet dat anderen ze leuk vinden) dus misschien is dat toch toelaatbaar. Maar dan kon ik de films/stukken/serie bijna noemen waarvandaan de regels waren gekomen. De performances waren toch leuk maar dan was het mise en scène ook een beetje uit het ‘Hoe doe je regie?’ boekje: doe zijn jas dicht om te laten zien dat hij een beetje hulploos is, plaats het legpuzzel doos daar zodat hij onhandig met zijn papieren moet zijn. En dan was er een gebrek aan regie: als de advocaat en zijn hospita elkaar beginnen te zoenen, was het zo onhandig gedaan dat het gewoon gênant voor het publiek was.Veel lof voor de acteur die de rol slechts één week van te voren moest leren, ik had het niet gemerkt, zelfs als hij een tekst in de tweede helft moet gebruiken. De andere rollen waren ook mooi gespeeld, zelfs de academicus. Ik neem aan dat zij moest een razende gekke moet worden en een toespraak moet geven van de tekst/regisseur. Wegens hun vond ik het zo jammer dat ik niet lovend over de voorstelling kon zijn.Ik ben nieuwsgierig wat de critici hier zullen zeggen. Willen ze zien dat zo’n weergave van een nep antisemiet verblindt mensen voor de echte racisten? Ze hebben de toneelschrijver, Ryan Craig, net veel lof voor zijn laatst stuk ‘What We Did to Weinstein’ gegeven, dus ik denk niet dat ze klaar zijn om hem aan te vallen.(Gezien 24/11/06, try-out, speelt tot 23 december, zie: www.hampsteadtheatre.com)

Lees meer

Terry op 08/12/2006 - 18:47   3 reacties

<< < 345
Syndicate content