theaterpraat

'Playing with Fire' en 'Magic War', Soho Theatre

Dinsdagavond heb ik het gewaagd om naar ‘Playing with Fire’ in het Soho Theatre te gaan. Een gok omdat alle de kaartjes waren uitverkocht. Ik moest wachten tot het allerlaatste moment toen ik een niet opgehaalde kaart mocht kopen.Maar voor een discussie bijeenkomst waarvoor er zoveel belangstelling was, was het publiek bijzonder zwijgzaam. De discussie zou moeten over controversie in het theater gaan er was weinig verontwaardiging in het publiek over de zelfcensuur op het toneel die nu plaats vindt. Sprekers op het podium waren Stewart Lee, schrijver van ‘Jerry Springer - The Opera’ (waarvan de inhoud misschien zelfsprekend is - behalve dat Jesus in een luier verschijnt…) en Gurpreet Kaur Bhatti, schrijver van ‘Behzti’. ‘Behzti’ lokte zoveel verontwaardiging uit - het verhaal ging over de verkrachting van een meisje in een sikh tempel - dat de politie zei dat ze de veiligheid van de schrijver en het theater (Birmingham Rep) niet meer kon garanderen en het toneelstuk is uiteindelijk niet opgevoerd. Ironisch dat er altijd politie voor een voetbalwedstrijd is maar niet voor het opvoering van een toneelstuk. Ook ironisch dat het stuk uiteindelijk in Frankrijk is opgevoerd terwijl de toen Minister voor Binnenlandse Zaken hier kon alleen zeggen dat er ‘wellicht iets over te zeggen valt’ voor het standpunt van de schrijvers van dreigende brieven en stenengooiers. Ook was Nicholas Hytner, artistiek leiding van het Royal National Theatre (RNT) erbij voor de discussie. Hij gaf z’n excuses voor een eerdere uitspraak van hem dat alleen een lid van een bepaalde gemeenschap over dat gemeenschap legitiem kon schrijven. Toch bracht hij de kwestie van ‘authenticiteit’ ter sprake met een anekdote van een anonieme competitie in Australië voor toneelschrijven. Een ‘mooi gebouwd en krachtig exposé’ van het aborigine gemeenschap was als beste gekozen, maar later bleek dat het geschreven door geen aborigine was maar een blonde racistisch Australiër. Helaas waren geen verder details van deze anekdote doorgeven, ook niet of het toneelstuk opgevoerd was.Hoewel het gebrek aan verontwaardiging over zelf censuur teleurstellend was - en niet echt op gang kwam, was het ook interessant om te horen wat de opstandigheden waren achter de problemen van ‘Behzti’ en vooral ‘Jerry Springer’.’Jerry Springer’ is eerst in het BAC ontwikkeld (onlangs gered van een financieringscrisis blijkt) en dan opgenomen door het RNT. In het RNT heeft het nauwelijks klachten geleverd maar toen het op de BBC is getoond leidde het tot zo’n ‘outcry’ dat de tournee is geschrapt. Consclusie is dus getrokken dat een theater publiek ziet theater meer als metafoor terwijl je gewone tvkijkende Brit, die (in tegenstelling met Nederlanders - zie EU statistiek) nooit naar het theater gaat, die afstand niet heeft. De groepering die de ‘outrage’ over ‘Jerry Springer’ heeft geleid, met de ‘authentiek’ klinkende naam van Christain Voice, is ontmaskerd als een zeer klein aantal mensen met banden met het British National Party (ons CD). Ze kunnen het niet verdragen dat Islamieten het beter doen wat het verontwaardiging betreft, hebben ze geschreven. Ook wilde deze groepering voorgestelde wetten (mis-)bruiken die bedoeld waren om aansporing van religieuze haat te voorkomen. Uit vrees voor die wetten, hebben zeven theaters ‘Jerry Springer’ afgezegd.Ook leerzaam over ‘Behzti’ was dat het kennelijk een verassing voor het Birmingham Repertory Theatre was dat er zoveel protest van ‘hun’ publiek was. Kennelijk moeten ze veel meer doen om hun publiek te leren kennen en bereiken.Dan naar Cafe Valentino op Dean Street om iets betaalbaars te eten en dan naar Mariska Carnesky in ‘War Magic’, weer in het Soho Theatre.Wat goed aan een aantal theaters, musea en galerieën als het Soho Theatre is, is dat ze beseffen dat jong professionelen vaak laat moeten werken en niet gemakkelijk heen en weer naar huis kunnen gaan. Vervolgens programmeren ze zoiets als Marisa Carnesky op 10 uur ‘s avonds, wat voor mijn studiegenoten uit zuidelijke landen normaler is. Als een voorstelling om 7.30 uur ‘s avonds begint dan misschien kom je niet vroeg genoeg uit je werk en als dat wel kan, dan heb je geen tijd om eerst naar huis te gaan of te eten. En misschien wil je ook met vrienden afspreken.Er waren alleen nog kaarten voor een staandplaats. Plasterk heeft deze voor Nederland gesuggereerd en ik ben een voorstander van. Als de voorstelling goed is dan merk je niet dat je staat en vooral in Londen bespaar je een heup geld. Er zijn een aantal theaters in Londen die staandplaatsen bieden waaronder het Donmar Warehouse, het Old Vic en het Royal CourtIk had verwacht dat ik de voorstelling van Carnesky zou afkraken - ik ben geen grote voorstander van ‘Performance Art’ en hun elitaire houding tegenover de theaterbezoeker - ‘Fuck het publiek’ heeft Carnesky eerder laten horen in navolging van Harold Pinter - maar ik was aangename verraast. Met het gebruik van haar vaardigheden als illusionist, het nadoen van flauw burlesque en een grote dosis humor, om te zwijgen over haar geaffecteerd accent, heeft ze een aantal kwesties heel toegankelijk voor het publiek gemaakt - en het publiek mocht over die kwesties stemmen. ‘Als ik weet dat deze (een vrijwilliger uit het publiek) een bom ergens heeft geplaatst, mag ik hem martelen om te komen te weten waar het bom ligt en dus honderden mensen reden (de vrijwilliger heeft z’n hand in een guillotine)?’Bovendien mocht ik, als een van de vrijwilligers, wegkomen met een nep mes als dank.

Terry op 08/11/2007 - 17:02