moosers

Minirecensies van RvdK

“Wees een leider!” roept Jeanne d’Arc de koning toe. “Leg ons niet uw kleinburgerlijke mentaliteit op. Het volk is niet zoals u. Leg ons niet uw angsten op. Schep niet het schrikbeeld van een ‘gemeenschappelijke vijand’. Wilt u vrede? Vecht ervoor!”
De kracht van Jeanne d’Arc van het Noord Nederlands Toneel ligt in het dik opgelegde verband tussen de Franse mythische figuur en de Nederlandse huidige politiek, want veel vlees heeft de voorstelling niet. Grappig en treffend wordt in een 15e-eeuws decor de lafheid en dubbelzinnigheid van onze politieke leiders blootgelegd. Wie in de koning niet direct een persiflage van onze premier kan zien, wordt gretig een handje geholpen. “Doe dat achterlijke bandje af,” snauwt Jeanne de koning toe, wijzend op zijn oranje polsbandje. “Wil je respect? Dat moet je verdienen!” De kleinburgerlijke moraal van de CDA-voorman wordt nog verder op de hak genomen als de opschriften van de t-shirts die zijn lakeien dragen zichtbaar worden: spreuken uit de SIRE-campagne als “Fatsoen moet je doen” en “De maatschappij dat ben jij.” Zijn PvdA-evenknie Bos is te herkennen in de hertog van Bourgondië, volledig in het rood gestoken, die eerst tégen de koning vecht maar wanneer hij het aflegt tegen de koning, zich aan zijn zijde schaart.

Een vermakelijke voorstelling vol kleine grapjes, die je lachend én met een andere kijk op de Nederlandse politiek weer naar huis stuurt. Maar hoogwaardig toneel, nou nee.

RvdK gezien 07/03/2007

Misschien is het een bepaald soort arrogantie, dat ik, nadat ik me aangenaam heb laten verrassen door het kleine orkest dat een intimiteit schept alsof je in je eigen huiskamer zit, direct teleurgesteld ben als de eerste woorden in het Nederlands worden gesproken. Het had nog makkelijk goed kunnen komen, Purcell staat bekend om de laagdrempeligheid van zijn opera’s (de echte kenners schijnen zelfs hun neus er voor op te halen). Maar Barok Opera maakte er een komische musical van, met als enige verschil met de Joop van den Ende musicals dat het decor miljoenen euro’s goedkoper is en de meezingers zijn vervangen door opera.

Je valt ervoor of je walgt ervan, is de conclusie die ik in de pauze trok. Waar de ene helft van het publiek de lachtranen van de wangen depte, stond de andere helft in de rij voor de garderobe. Wij behoorden tot de laatste groep.

Purcells muziek voor deze Shakespearebewerking is gedeeltelijk verloren gegaan, en het is zelfs de vraag of alle overgeleverde muziek wel van Purcells hand is. Reden voor Barok Opera om het origineel vrij te interpreteren. In spel is dat zeker misgegaan, en ook de mannelijke zangers leken niet zeker van het stuk en van hun noten. Alle lof daarentegen voor het orkest en de twee zangeressen, die ons in ieder geval nog een beetje hebben doen genieten. Mooi ook is dat voor sommige rollen spel en zang gescheiden is, al legt dit tegelijkertijd de zwakte van de bewerking bloot: de sopraan achter de actrice is als de poppenspeler achter de pop.

RvdK gezien 11/02/2007

Wanneer Bernhard na zijn dood in het voorportaal aankomt, blijken daar Juliana, Greet Hofmans en Beel op hem te wachten. Er moet nog veel puin worden geruimd, en pas als zij klaar zijn met hun leven kunnen zij door naar hun dood.
Op aandringen van Juliana leggen zij tegenover elkaar verantwoording af voor het spel dat zij tijdens hun leven hebben gespeeld door het na te spelen.

Het toneelstuk dat in het voorportaal wordt opgevoerd heeft het flauwe van een komedie die maar niet grappig wil zijn, het vlakke van een raamvertelling. Renée Soutendijk (Juliana) perst al haar talent eruit om er nog iets van te maken. Dat haar pogingen frustrerend en ijdel zijn, is te horen aan de verwrongen stem waar ze continu mee spreekt.

Juliana is een jammerlijke mislukking.

RvdK gezien 30/11/2006

Als het verhaal van Verdi’s opera Aida nog niet overbekend was, dan kent inmiddels het grote publiek de lovestory wel dankzij de Van den Ende-musical van een aantal jaar geleden.
De Ethiopische prinses Aida wordt tijdens de oorlog tussen Ethiopië en Egypte tot slavin gemaakt van Amneris, de dochter van de farao. Beide vrouwen zijn verliefd op de Egyptische legeraanvoerder Radames. Hoewel Radames de liefde van Aida beantwoordt, heeft hun liefde geen kans van slagen.

Een cd van Aida heb ik al jaren in huis, en met veel plezier heb ik de gezwollen opera altijd over mij heen laten denderen. De uitvoering van Stichting Internationale Opera Producties heeft veel van dat plezier teniet gedaan.
Een Radames met een Pavarottibuik en Chippendalekapsel, Aida die als slavin een groen zijden pakje draagt dat ik zelfs met een verdubbeling van mijn salaris nog niet zou kunnen betalen en om een onverklaarbare reden na de pauze een regenjas draagt, en een Amneris die verdacht veel op Patty Brard lijkt, dat is nog tot daar aan toe. Maar regisseur en kostuumontwerper hebben flink de plank misgeslagen.
Het verhaal is naar het heden verplaatst waardoor alle magie verloren gaat. Het koor lijkt een verzameling KLM-stewardessen, 19e-eeuwse arbeidersvrouwen en nazisoldaten. De casting had niet slechter gekund. Aida is duidelijk jaren ouder dan haar vader, en de mannelijke hoofdrolspeler heeft hetzelfde acteervermogen als Piet Veerman die Sailin’ Home zingt. Alles bij elkaar een schertsvertoning die Verdi onwaardig is.

RvdK gezien 08/10/2006

‘Attentie dames en heren op de eerste rij. Wilt u tijdens de voorstelling niet van uw plaats komen? Er rijden namelijk auto’s rond.’ Een dansvoorstelling in een loods van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij op Heijplaat, een locatie die die avond alleen bereikbaar is met de Spido, en deze waarschuwing. Zo’n introductie belooft een spectaculaire avond, en dat is het ook geworden.
Humoristisch, ontroerend, verrassend en vakmanschap. In deze vier woorden is Zooi van Krisztina de Châtel te omschrijven.

Met het eerste beeld van de voorstelling wordt de toon gezet: uit vuilcontainers die middenin de fabriekshal staan, komen dansers tevoorschijn als feniksen die uit hun as herrijzen. Zo gauw de dansers zijn verdwenen zwelt de muziek, fragmenten uit de opera’s Guillaume Tell en Il barbiere di Siviglia, aan. Een eerste Rotebwagen komt tevoorschijn, rijdt triomfantelijk een ererondje en posteert zich op de dansvloer als een gladiator voor de strijd. Vier voertuigen volgen, van bezemwagen tot vuilniswagen. De mannen van de Roteb stappen uit. Ze zetten hun benen wijd en slaan hun gespierde armen over elkaar. De dansers ontdekken deze steunpilaren en betrekken hen in een eerste dans. De spelen zijn begonnen.

Ruwe schoonheid, dat is de kracht waarop de choreografieën van De Châtel drijven. Vooraf leek Zooi me vooral humoristisch door het grote contrast tussen vuilnismannen en professionele dansers. De humor bleek juist te zitten in de onverwachte schoonheid van alledaagse attributen, zoals een ritmische vegende en wiegende bezemwagen. Van een groot contrast tussen de Rotebmannen en dansers was geen sprake. Adembenemend was de natuurlijke harmonie tussen de twee uitersten, alsof als vanzelfsprekend hun hele bestaan draait om het vinden van deze symbiose.
Net als het werk ‘HSL’ van Monique Marijnissen(http://www.moniquemarijnissen.nl/2002.htm), waarin bouwvakkers de schoonheid van hun bouwterrein vastleggen, maakt ook Zooi duidelijk dat een ruwe bolster een blanke pit kan hebben. Beoordeel vuilnismannen niet op hun beroep, maar op hun gevoel voor natuurlijke schoonheid.

RvdK gezien 08/09/2006

De toneelbewerking van Bernlefs juweeltje Hersenschimmen door het ro theater haalde lovende kritieken. ‘Hoogstaand literair theater,’ noemde NRC het. Het Algemeen Dagblad sprak van een ‘meesterlijke symbiose van theater, literatuur en beeldende kunst.’

Inderdaad, het decor is schitterend en het gebruik van live videobeelden verfrissend. Joop Keesmaat overtuigt in de rol van Maarten Klein. Hond Robert vertedert. De slotscène, waarin het decor wordt onttakeld als metafoor voor de geestelijke aftakeling van Maarten, is een gouden vondst. Het zal dus aan mij liggen, dat ik het oersaai vond.

Je strekt je rug, je kucht even, je verzit nog eens, en slechts twee minuten zijn verstreken. Het grootste probleem zat hem voor mij in de tekst. Als één groot audioboek met uitbeeldingen trok de voorstelling aan mij voorbij. Waar in Platform van NTGent de dialogen spontaan leken te ontstaan, verdronk vanavond elk spoor van realisme of zelfs overtuiging in de gortdroge teksten die gelezen zouden moeten worden, niet gesproken.

Hersenschimmen stelde teleur, maar is in één ding buitengewoon goed geslaagd: in een uur en drie kwartier wordt duidelijk hoe langzaam de tijd gaat als je dagen in elkaar verstrikt raken in je dementerende hoofd.

Noem mij maar een cultuurbarbaar.

RvdK gezien 21/03/2006

Geïnspireerd door het stadsleven laat Conny Janssen haar dansers zich bewegen op livemuziek van Eric Vloeimans en Jeroen van Vliet. Vanuit de rush van het stadsleven wordt plotseling stilgestaan bij het moment, bij een toevallige voorbijganger of een ruziënd stel. Dan sluit de rest weer aan en verliest het moment zich weer in de drukte. Subtiele verstilling van de muziek werkt als een inzoomende camera. Een geweldig lichtspel laat de dag overvloeien in de nacht, versnelt de tijd of zet deze juist stil.
Alles klopt in Hear Me. Dans en muziek sluiten naadloos op elkaar aan, licht en decor ondersteunen een geweldige choreografie. Enig minpuntje is het slot, dat duurt net vijf minuten te lang. Maar als dit het enige commentaar is op vijf kwartier dans dat blijft boeien, heb je een dijk van een voorstelling in handen.
Hear Me is deel twee van een vierluik over de stad. De choreografe benadrukt dat het stuk over een grote stad gaat, en niet persé over haar thuisbasis Rotterdam. Jammer voor de Maasstad, het was een mooi visitekaartje geweest; want in een stad waar Conny Janssen danst, wil iedereen wel wonen.

RvdK gezien 06/03/2006

Na Elementaire Deeltjes is nu ook het boek Platform van de Fransman Michel Houellebecq bewerkt voor toneel. De uitvoering van NTGent is weergaloos.

Zoals in al zijn boeken analyseert Houellebecq onze samenleving, en we komen er niet al te best vanaf. Is het westerse ideaalbeeld altijd geweest dat seks en liefde samengaan, Valérie (Els Dottermans) en Michel (Steven Van Watermeulen) komen tot een ander inzicht en confronteren ons daarmee met de harde realiteit: ze ontdekken dat ze het meest van elkaar genieten als ze seksualiteit en liefde loskoppelen. Door het seksuele genot op zich te cultiveren, ontstaat een toestand van ware liefde, is hun ervaring.

De toneeluitvoering overstijgt het boek, overstijgt zelfs het toneel; als Peter Pan komen de karakters tot leven. Het decor is treffend eenvoudig en grauw, de acteurs zetten een prestatie van wereldformaat neer. Meesterlijk is de terrorist, die als een eenmanskoor zijn commentaar op het gebeuren richt op de spelers. Cynisme, optimisme en keihard realisme gaan hand in hand.

Tot 15 februari heb je de kans om dit stuk in Nederland te zien. Doe dat ook.

Rian gezien 17/01/2006

Zes dansers in een aarden wal, hypnotiserende muziek van Philip Glass. Eerst ontdekken de dansers zichzelf, dan elkaar, dan de muur van aarde. Dansend, zwetend en zwoegend werken zij zich in een slopend uur naar buiten, als metafoor voor de strijd tegen de materie en om het bestaan.

Elke spier in mijn lichaam spande zich bij het zien van zoveel arbeid. Ik wilde de dansers helpen uit te breken, hun uit hun lijden verlossen. Zittend op een comfortabele stoel werd ik één met de dansers, opgesloten in de aarden wal. Ik voelde hun moeheid. Ik voelde hun doorzettingsvermogen. Ik voelde hun pijn. Een groter compliment kan ik de dansgroep niet maken.

Twintig jaar geleden maakte Krisztina de Châtel Föld, Hongaars voor aarde, het stuk voor het Holland Festival. Het succes blijkt uit het feit dat de voorstelling meerdere malen is teruggehaald. De uitvoering in de Rotterdamse Schouwburg was de laatste in een nieuwe reeks. Voorlopig de laatste, laten we hopen, dat maar zoveel mogelijk mensen de kans krijgen deze schoonheid te zien.

Rian gezien 20/01/2006

De door Hummelinck Stuurman aangeboden inleiding op het toneelstuk was erg slecht; het verhaal was onsamenhangend en de spreekster oninspirerend. Maar dat gaf niet: wij kwamen voor Linda van Dyck, en als haar spel ook maar een sprankje van de bevlogenheid had waarmee ze haar rol neerzette in De dood en het meisje, zou het een wereldvoorstelling worden.

Het probleem met hoge verwachtingen is dat geen mens ze kan waarmaken. Het probleem met Linda van Dyck is dat ook zij maar een mens is. Camilla Siegertsz daarentegen speelde de rol van haar leven.

Van Dyck had kennelijk haar avond niet. Het onvermogen van de moeder te communiceren - iets wat deze altijd had weten te verbloemen met mooie woorden - werd door het vlakke spel van de doorgewinterde actrice pijnlijk ongeïnteresseerd in plaats van schrijnend hulpeloos. Siegertsz speelde vol overtuiging, speelde met een kracht en een vuur en een passie waarmee ze me tot tranen toe roerde. Ze vereenzelvigde zich zo met de pijn, de woede en de vertwijfeling van Eva dat het slotapplaus de actrice ruw terugbracht tot de realiteit; ze was zichtbaar emotioneel en leeggespeeld.

Hoe goed het optreden van Siegertsz en hoe mooi het verhaal ook, de nominatie voor de Toneel Publieksprijs was de voorstelling van gisteravond geenszins waard.

Rian gezien 07/02/2006
Syndicate content