minirecensies

Zooi

‘Attentie dames en heren op de eerste rij. Wilt u tijdens de voorstelling niet van uw plaats komen? Er rijden namelijk auto’s rond.’ Een dansvoorstelling in een loods van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij op Heijplaat, een locatie die die avond alleen bereikbaar is met de Spido, en deze waarschuwing. Zo’n introductie belooft een spectaculaire avond, en dat is het ook geworden.
Humoristisch, ontroerend, verrassend en vakmanschap. In deze vier woorden is Zooi van Krisztina de Châtel te omschrijven.

Met het eerste beeld van de voorstelling wordt de toon gezet: uit vuilcontainers die middenin de fabriekshal staan, komen dansers tevoorschijn als feniksen die uit hun as herrijzen. Zo gauw de dansers zijn verdwenen zwelt de muziek, fragmenten uit de opera’s Guillaume Tell en Il barbiere di Siviglia, aan. Een eerste Rotebwagen komt tevoorschijn, rijdt triomfantelijk een ererondje en posteert zich op de dansvloer als een gladiator voor de strijd. Vier voertuigen volgen, van bezemwagen tot vuilniswagen. De mannen van de Roteb stappen uit. Ze zetten hun benen wijd en slaan hun gespierde armen over elkaar. De dansers ontdekken deze steunpilaren en betrekken hen in een eerste dans. De spelen zijn begonnen.

Ruwe schoonheid, dat is de kracht waarop de choreografieën van De Châtel drijven. Vooraf leek Zooi me vooral humoristisch door het grote contrast tussen vuilnismannen en professionele dansers. De humor bleek juist te zitten in de onverwachte schoonheid van alledaagse attributen, zoals een ritmische vegende en wiegende bezemwagen. Van een groot contrast tussen de Rotebmannen en dansers was geen sprake. Adembenemend was de natuurlijke harmonie tussen de twee uitersten, alsof als vanzelfsprekend hun hele bestaan draait om het vinden van deze symbiose.
Net als het werk ‘HSL’ van Monique Marijnissen(http://www.moniquemarijnissen.nl/2002.htm), waarin bouwvakkers de schoonheid van hun bouwterrein vastleggen, maakt ook Zooi duidelijk dat een ruwe bolster een blanke pit kan hebben. Beoordeel vuilnismannen niet op hun beroep, maar op hun gevoel voor natuurlijke schoonheid.

RvdK gezien 08/09/2006