discussies

spelregels

over stuggezaal

nieuwsbrief

bijeenkomsten

archief



gasthuis



Achtergronden bij 'Two to tango'

Er dient zich een zorgelijke tendens aan omtrent de verhouding tussen theatermaker en theaterpubliek. Deze tendens is gebaseerd op uitspraken van toeschouwers die zich in het openbaar uitlaten (critici, juryleden, intellectuelen -zie de achtergronden voor voorbeelden hiervan) en luidt dat de theatermaker een dienende rol heeft en het publiek vooral makkelijk theater voor zou moet schotelen. Omdat dat zou zijn wat het publiek wil: zich naar het theater begeven als de klant die koning is. De koning die betaalt voor een kaartje en een kadootje wil, mooi ingepakt in cellofaan. Een kadootje waarvan hij lekker onderuit gezakt in zijn stoel enkel nog het lintje hoeft los te trekken. Is dit echt wat het publiek wil? Welke rol speel je als toeschouwer binnen een voorstelling? En wat kan de maker eigenlijk van het publiek verwachten?

Ga naar de discussie >

Recensent Wilfred Takken schreef een artikel over de selectie van Het Theaterfestival in het NRC op 30 september 2002: "Wederom merk ik hoe weinig het me interesseert of het theaterklimaat vooruit wordt geholpen, en of theater wel iets zegt over de maatschappij. Ik val terug op mijn primaire gevoelens: moest ik lachen, werd ik geroerd?"

Tijdens een debat van dat zelfde festival constateerden het panel Bas Heijne, Kees Vuijk en Hans-Maarten van den Brink dat ze door theater maar niet geprikkeld worden. Het Theaterfestival werd gewonnen door 'Ola Pola Potloodgat' , een voorstelling van. de ere-jury noemde deze voorstelling: "een voorstelling die nergens over gaat, maar alles in zich heeft" en "er zouden meer van dit soort associatieve voorstellingen gemaakt moeten worden"

zie ook: Moose Spreekt: Kleutertoneel