moosers

Minirecensies van KVSmiley

Francine is uitgekeken op haar man Jaap en Otto wil dringend eens iets anders dan zijn saaie vrouwtje Plien. Bovendien leren hun respectievelijke kinderen Tim en Sophie elkaar kennen en springt de vonk over. Francine gaat via Internet op zoek naar een “blind date” en komt zo in contact met Otto … Een verhaaltje dat op zich weinig om het lijf heeft. Hoe ga je hier als regisseur mee om ? Hoe maak je dit gegeven boeiend genoeg om je publiek anderhalf uur te entertainen ? Mensen vragen mij weleens hoe je nu in godsnaam kan zien of de regisseur zijn werk goed gedaan heeft. Hoe kan een regisseur zijn stempel drukken op een voorstelling ? Welnu, recent zag ik “Vier Zusters”, een voorstelling van “Die Ghesellen”, waar je duidelijk de hand van de regisseur voelde. Als dat goed zit en de actrices acteren dan ook nog eens allemaal op een hoog niveau, dan krijg je een hele mooie voorstelling. Ook bij “Bedgeheimen” voel je duidelijk de hand van de regisseur. Hij heeft er zijn ding van gemaakt. Zo goed dat zelfs de acteerprestaties van de net iets mindere acteurs weggemoffeld worden.

Om “akoestische” redenen spelen de acteurs met microfoons. Ik maak hierbij de bedenking of dit niet anders kan opgelost worden … Maar hier werd aan het begin van het stuk dankbaar gebruik van gemaakt. We horen de acteurs namelijk achter scène hun beklag doen over het feit dat er nog geen decor staat en dat er dus niet kan begonnen worden. Eén voor één komen de acteurs dan op scène en beginnen met het plaatsen van het decor. Een decor dat enkel bestaat uit metalen constructies op wielen. Hiermee worden achtereenvolgens twee woonkamers, een park, bomen, een discotheek, een bar, enz. gemaakt. Op het einde worden alle elementen bij elkaar geplaatst en samen vormen ze een bed. Een hele knappe vondst en best wel verrassend op het eind. Te pas en te onpas stappen de acteurs uit hun rol en betrekken het publiek bij het geheel. Leuk om naar te kijken en knap gedaan ook. Computergeluidjes en dergelijke worden door de acteurs zelf gemaakt met hun stem, en dit werkt wonderwel.

Ondanks het sobere decor en de niet altijd even homogene acteerprestaties blijft het stuk bijzonder boeiend om volgen, dit vooral door de leuke regisseursvondsten (zoals Jaap en Otto die om beurt met hun vrouw rondrijden op zo’n metalen constructietje terwijl ze met elkaar dialogeren) en het hoge tempo. Het tempo wordt heel strak gehouden waardoor je als toeschouwer de tijd niet krijgt om na te denken. Voor je het weet, is de volgende scène alweer van start gegaan. Het is ook een leuke tekst met heel wat spitsvondigheden die, ondanks het nogal directe taalgebruik, nergens banaal of plat wordt. Met andere woorden, een knappe voorstelling en een heel duidelijk voorbeeld van hoe een regisseur een stuk naar zijn hand kan zetten.

KVSmiley gezien 24/02/2013

Wie betaalt uiteindelijk welke prijs ?

De inboedel van de jaren geleden overleden vader van Victor (een politieagent) en Walter (een chirurg) wordt verkocht omdat het huis gesloopt wordt. De twee broers worden geconfronteerd met het pijnlijke verleden. Een verleden waarin beide heren keuzes moesten maken en daar uiteindelijk hun prijs voor betaalden. Ook de vrouw van Victor, Esther, is van de partij. Evenals Solomon, een oude maar strijdlustige opkoper. Het pijnlijke verleden wordt beetje bij beetje blootgelegd en uiteindelijk verlaten beide heren geslagen het toneel. Van een echte toenadering is er geen sprake …

Bij het binnenkomen zien we een mooi en efficiënt decor. Een decor dat enkel gemaakt is uit oude meubels en allerhande prullaria van de overleden vader. Geen deuren of muren, enkel “brol”. En dan komt Victor op scène. Zonder iets te zeggen kijkt Victor rond en “speelt” met de harp, de platendraaier en uiteindelijk de degen waarmee hij vroeger placht te schermen. Een mooi begin, waar de nostalgie van afdruipt. Na deze mooie proloog komt de rest van de cast op scène en trekt het verhaal zich op gang. Er wordt behoorlijk geacteerd, maar wat meer contrast tussen de personages had geen kwaad gekund. Vooral dan tussen de twee broers. Af en toe stokt het tempo ook waardoor de spanning verdwijnt. En de uiteindelijke ontknoping is wat mij betreft een beetje ontgoochelend.

Het mooie decor en het goeie spel maken echter veel goed. We krijgen al bij al een genietbaar kijkstuk.

KVSmiley gezien 01/02/2013

Tweeënhalve koppels komen bijeen voor een Spaanse avond. De reden voor dit feest is de komst van hun oude vriend Colin, die naar Spanje verhuisd is en nu zijn grote liefde Dolores verloren is. Ze is verdronken in zee. Marleen is alleen. Haar G(H)ert ligt ziek in bed. Het huwelijk van Paul en Diane staat op springen en Evelyne en John zijn wel getrouwd, maar leven naast elkaar. De komst van Colin brengt een aantal pijnlijke herinneringen en verhalen naar boven en laat uiteindelijk iedereen verslagen achter.

Regisseur Michael Decock koos voluit voor de komische aanpak, gekruid met absurditeiten. Hoewel we kennis lijken te maken met een groep vrienden, zijn de ergernissen groot. Iedereen ergert zich wel aan iets van de ander. En dat leidt tot grappige situaties, maar evenzeer tot vervelende momenten. Tom Ternest en Janne Desmet zorgen voor de komische noot en brengen het publiek meerdere keren aan het lachen. Tom Ternest doet mij bij momenten denken aan Oliver Hardy. En ondanks het komische aspect van zijn personage, zegt hij af en toe rake dingen. Al lachend zegt een clown zijn mening. Echter ook Frank Dierens en Sophie Derijcke zitten goed in hun rollen.

Het simpele decor (glazen vloertegels) laat ons geloven dat we ons in het huis bevinden van gegoede burgers. Het decor wordt efficiënt aangewend en enkel veranderd indien nodig. De absurditeiten (zoals Colin die binnenkomt met zwemvliezen aan zijn voeten) doen op het eerste gezicht raar aan, maar je neemt ze er al snel bij. En dit vooral doordat de acteurs aan een strak tempo staan te spelen en de absurditeiten gebruiken als ware het de normaalste zaak ter wereld. Alweer een mooi stuk van Ayckbourn in een knappe creatie van ‘t Arsenaal en Theater Malpertuis. Wij waren alvast blij dat we de sneeuw getrotseerd hebben en zonder reservatie geprobeerd hebben om deze voorstelling mee te pikken (wat uiteindelijk gelukt is).

KVSmiley gezien 19/01/2013

Max woont samen met zijn broer Sam en zijn zonen Lenny en Joey in het ouderlijke huis. Ze hebben het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen en er hangt ook een constante spanning in het huis. Op een dag komt oudste zoon Teddy na jarenlange afwezigheid terug naar huis met zijn vrouw Ruth, waarvan Max en de rest het bestaan zelfs niet afwisten. Aanvankelijk lijken ze meer dan welkom, maar gaandeweg neemt de spanning tussen de personages toe … Pinter zou Pinter niet zijn als hij zijn stuk niet zou volstouwen met rare plotwendingen en onbegrijpelijke keuzes van de personages. Dit is zo’n typisch bevreemdend stuk waar de toeschouwer op de duur kop noch staart aan krijgt, maar toch geboeid en met groeiend ongeloof naar zit te kijken.

Het is en blijft een briljant stuk, maar het is niet ieder gezelschap gegeven om dit tot een goed einde te brengen. Theater Pact slaagt daar wel in. De keuze om dit in arena te spelen, blijkt een goeie keuze te zijn. Als publiek word je vanaf het begin betrokken in het stuk. De acteurs spelen achter, voor en naast ons. We bevinden ons als het ware zelf in de woonkamer van Max. Zo worden de eerste replieken van Lenny gegeven van achter een gordijn en lijkt de rest van het publiek gewoon deel uit te maken van het strakke decor. Het geheel wordt ook heel mooi uitgelicht en de nodige accenten worden gelegd zonder dat dit storend overkomt. Op een bepaald moment beginnen Lenny en Joey te dansen met Ruth, terwijl ze baden in een zwoel rood licht. Heel mooi allemaal.

De acteurs voelen zich precies allemaal als vissen in het water en brengen hun rollen met de grootst mogelijke naturel. Van de intellectueel Teddy (Vincent Vanhoutteghem) tot de norse Max (Ronald Schollaert) en de ondoordringbare Lenny (Bart Danckaert). Deze laatste levert een hele knappe prestatie met de nodige tics die hij ook consequent het hele stuk door volhoudt. Maar ook de rest van de cast speelt schitterend. De knappe regie, het strakke decor, de mooie belichting en het beheerste spel zorgen ervoor dat er iets magisch gebeurt op scène, iets waardoor je van meetaf aan meegezogen wordt door het verhaal en je pas loslaat na de laatste blackout. Proficiat, Pact, met deze hele mooie voorstelling.

KVSmiley gezien 08/12/2012

Een nieuw samengesteld gezin is niet zo evident, en zeker niet als het enige kind ook nog eens autistisch blijkt te zijn. Inge (Ilse Debaveye) heeft haar man verlaten en woont nu samen met Erik (Lieven Van Speybroeck). Erik is leraar en staat bol van de stress. Die stress is er niet alleen door zijn werk, maar ook en vooral door de aanwezigheid van Bennie (Jannes Deprez), de autistische zoon van Inge. Erik heeft het bijzonder moeilijk met de non-communicatie van Bennie en dat leidt aanvankelijk tot ruwe confrontaties. Als op een dag Bennie dreigt toegewezen te worden aan zijn papa, groeit bij Eric het besef dat ze er samen doorheen zullen moeten en geleidelijk aan zoekt hij toch enige toenadering tot Bennie …

De regisseur kiest voor een eerder sobere aanpak in een klassiek decor. Af en toe maakt hij echter wat rare keuzes in zijn belichting. Bepaalde scènes worden geaccentueerd en andere dan weer niet, zonder dat daar een aanwijsbare reden voor lijkt te zijn. Daarenboven gaat bij iedere scène-overgang het licht uit om kort daarna weer aan te gaan. Dit had misschien wel wat creatiever kunnen opgelost worden. Hoewel de acteurs hun best doen, is het stuk voor de pauze wat zwaar op de hand. Er zitten daarenboven nogal wat herhalingen in. Hier en daar kan misschien toch wel een scène geschrapt worden. Jammer ook dat de boel niet wat meer ontlucht wordt af en toe. Het stuk na de pauze dan zit beter. Het tempo zit wat strakker en het personage van Erik zorgt af en toe zelfs voor een komische noot. Het stuk wordt heel mooi afgesloten met een prachtig eindbeeld van Erik en Bennie.

KVSmiley gezien 23/11/2012

Vrij geïnspireerd op de Oud-Griekse Mythe van Tereus, brengt deze voorstelling het tragische verhaal van de zusjes Procne en Filomela. Ze leiden een zorgeloos bestaan tot Procne uitgehuwelijkt wordt aan Tereus. Ze krijgen een zoon, Ithys. Procne en Filomela zijn uit elkaar gegroeid, maar dan komt de dag waarop Filomela toch op bezoek komt. Tereus is altijd al verliefd geweest op Filomela en verkracht haar. Om haar het zwijgen op te leggen, rukt hij haar tong uit. Tegen de beide meisjes zegt hij dat de andere dood is. Op een dag zien ze elkaar echter toch terug en ze nemen wraak op Tereus door Ithys te doden en te laten opeten door Tereus.

De eerste twintig minuten had ik het moeilijk. Woordenloos theater met mooie beelden. Zo houden beide dames op een bepaald moment een laken strak tussen hen in en het lijkt alsof ze aan een lange tafel zitten. En zo volgen er nog wel een paar. Alleen duurt het allemaal wat te lang. Hiermee willen ze de sfeer scheppen waarin het stuk baadt. Dit had gerust iets korter gemogen wat mij betreft. Zodra de actrices echter hun mond opendoen, nemen ze je mee in de wereld van de Griekse tragedies en ze laten je niet meer los tot aan het laatste beetje applaus. Met de nodige humor en aan een strak tempo vertellen Annelore Stubbe en Mieke Laureys het verhaal van Filomela en Procne. Ze brengen de woordenvloed zo geloofwaardig en aan zo’n mooi tempo dat je blijft luisteren. Hun samenspel is prachtig om naar te kijken. Ik heb ook nog maar zelden twee actrices zo mooi synchroon dezelfde tekst weten opzeggen. Ook de mooie muziek van Guido Belcanto en de soundscapes van Pepijn Caudron dragen bij tot het geheel van deze voorstelling. Heel mooi, alleen jammer van het begin. Doe er tien minuten af en dit is echt beklijvend van begin tot eind.

KVSmiley gezien 24/11/2012

Een verdienstelijke poging van de schrijver en van de regisseur om deze klucht boven zijn niveau te tillen. Eigenlijk krijgen we een simpel verhaal voorgeschoteld van Jet (Ingrid Christiaens) die een flat huurt en die gebruikt om haar man Jules (Henk De Bosschere) te bedriegen met Karel (Herman Lemarcq). Karel’s zoon André (Jörgli Maes) wil de flat verhuren aan Natas (Emmily De Bosschere) in de hoop van haar binnen te doen. Natas blijkt ook nog eens een goeie vriendin te zijn van Veertje (Liesbeth Clarysse), de dochter van Jet. Moet ik nog meer vertellen ? Dit is het uitgangspunt voor een goeie ouderwetse deurenkomedie en de schrijver probeert dit naar een hoger niveau te tillen door hier af en toe een soort metatheater van te maken met acteurs die in en uit hun rol stappen en het publiek proberen te betrekken in het stuk.

De regisseur probeert op zijn manier om dit stuk naar een hoger niveau te tillen en dat lijkt aanvankelijk ook te lukken. We zien namelijk een heel mooi decor … zonder deuren. Op de grond staat een geel-zwarte lijn die de woonkamer van het appartement voorstelt. Waar er een deur hoort te zitten, staat een grote gele pijl. Ook de belichting is bij momenten heel mooi. Hij laat bijvoorbeeld ook de acteurs zelf “Tureluut tureluut” zeggen i.p.v. een telefoon echt te doen rinkelen. Idem voor de bel. Heel goed gevonden allemaal. En het mag ook nog eens benadrukt worden wat voor een mooie zaal “De Spikkerelle” in Avelgem wel is. Het is zeer comfortabel zitten en overal in de zaal zie je het podium even goed.

Waar wringt het schoentje dan ? Er zijn drie dingen van levensbelang om goed theater te brengen : een goed verhaal, goede acteurs en een goeie regie. Op de regie valt op zich weinig aan te merken. Het verhaal daarentegen is mager, te mager. Dit is een rasechte deurenkomedie. De auteur mag dan nog zijn best doen om een meerwaarde te creëren door de acteurs op regelmatige tijdstippen uit hun rol te laten treden, het blijft een flauw verhaaltje. En als je dat dan al wil doen, dan heb je toch een aantal goeie acteurs nodig om dit geloofwaardig te brengen. Kortom, mooi om naar te kijken, maar niet goed genoeg gebracht om te blijven boeien. Een kleine blik naar de mensen rondom mij verzekerde mij echter dat er zeker een publiek bestaat voor dit soort theater.

KVSmiley gezien 14/11/2012

Twee keer Taxi Taxi op drie weken tijd lijkt misschien wat te veel van het goede, maar als het goed gedaan is, dan valt dat wel mee. En tot twee keer toe zagen wij een goeie interpretatie van deze klassieker onder de billenkletsers, zoals dat heet. Bij het binnenkomen in de primitieve zaal in Hulste worden de verwachtingen, als die er al waren, in eerste instantie naar beneden gehaald. De sponsors worden op een scherm vooraan geprojecteerd en vlak voor het begin van het stuk beklimt iemand het podium om met een afstandsbediening de projector uit te zetten en het projectiescherm naar boven te doen. Dan weerklinkt een griezelige stem uit de luidsprekers die ons aanmaant om onze GSM uit te schakelen en te genieten van de voorstelling. Even overweeg je om de zaal alsnog te verlaten, maar dan gaat het gordijn open en ben je toch wel even van je melk en zit je aangenaam verrast te kijken naar een heel mooi decor met rode en witte accenten. Alweer zien we één huiskamer, links rood en rechts wit, die er in feite twee zijn. Het verschil zien we aan de kleuren. Marleen (Ingrid Deconinck) en Vera (Tine Maes) betreden het podium, even later gevolgd door inspecteur Decnodder (Francky Braekeveld) en John Dezwart (Gundy Rigolle). En dan blijkt dat ook de acteerprestaties goed zijn. Het tempo zit strak en het speelvlak wordt goed benut door de acteurs. Mede door het feit dat de deuren van de respectievelijke woonkamers telkens aan de andere kant van de scène zitten. Dit zorgt voor heel wat dynamiek tijdens de voorstelling. Iets wat dit stuk toch vraagt. Alleen de belichting laat serieus wat te wensen over. We krijgen een zuivere verlichting van de scène met tal van harde schaduwen op de achterwand.

Het verhaal zal ondertussen wel genoegzaam bekend zijn. John Dezwart is taxichauffeur en is twee keer getrouwd. Hij heeft bijgevolg een bijzonder strikte agenda waar hij onmogelijk kan van afwijken. Op een dag krijgt hij een ongelukje en zijn agenda geraakt serieus in de war. Gelukkig springt Marleens bovenbuur Stan Van Geyt (Lorenz Janssens) bij, maar algauw raken beiden verstrikt in hun eigen web van leugens. Neem daarbij nog twee argwanende politie-inspecteurs, Decnodder en Magermans (Rudy Dermaux), een overijverige bovenbuur van Vera (Maarten Vansteenkiste) en je krijgt een deurenkomedie pur sang.

Waar deel één nog goed zat en er vooral goed geacteerd werd (op een paar dipjes in het tempo na), worden we in deel twee jammer genoeg geconfronteerd met de negatieve punten van dit stuk, vooral ook omdat er niets in geschrapt werd. Ik heb de indruk dat veel komedieschrijvers beginnen aan een stuk met een goed idee, maar zichzelf nadien zodanig in nesten werken dat er geen mooie oplossing bestaat. Hierdoor wordt de chaos op het einde compleet en lijkt iedereen zowat de pedalen te verliezen. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat ook de acteurs de pedalen verliezen naarmate deel twee vordert. We krijgen nog wel wat leuke vondsten, zoals het over en weer geloop van cour naar jardin, maar daar blijft het bij. Gelukkig dat er sterk geacteerd wordt door een aantal acteurs, waardoor de zaak genietbaar blijft tot op het eind.

KVSmiley gezien 10/11/2012

Hoewel we van de streek zijn, waren we eigenlijk nog nooit naar Toneel Isegrim geweest. We kenden uiteraard wel de stem van Tom Lesaffer. Hij spreekt namelijk diverse documentaires in van Impuls, de film- en videoclub waar we lid van zijn. Bij het binnenkomen leidt regisseur Patrick Mahieu ons binnen in de woonkamer annex keuken van Stefan Bardzinski (Tom Lesaffer), zijn vrouw Kristien (Michèle Ameryckx) en hun zoon Kristof (Thomas Allegaert). Zij wonen samen in bij de moeder van Stefan, Georgette (Paulette Vanneste). Stefan werkte vroeger bij de spoorwegen, maar de laatste tijd kampt hij met een depressie. Zijn beste vriend en eersteklas loser Bébeir (Rik Mestdach) komt regelmatig op bezoek om hem op te fleuren. En dan komt Lucien (Franky De Vos), zijn schoonbroer, het droevige nieuws melden dat vader Sylvester (Lieven Decaluwé), die ze al jaren niet meer gezien hebben, is overleden. En dat laat zijn sporen na bij iedereen van het gezin …

Een wat kitscherig decor met een woonkamer en een keuken. Achteraan leidt een deur naar buiten en buiten staan twee houten panelen waar Stefan regelmatig tot bezinning komt. Niet echt mooi allemaal, maar wel passend voor dit stuk, dat zich uiteindelijk toch afspeelt in een arbeidersgezin. Rond het speelvlak liggen sporen van een miniatuurtreintje. Op geregelde tijdstippen komt een treintje voorbijgereden. Dit symboliseert de obsessie van Stefan voor treinen. Stefan krijgt doorheen het stuk ook last van visioenen. Hij hoort en ziet zijn vader en zijn eerste vriendin Marlène (Kim Verschelde). Dit wordt heel mooi uitgelicht. De “geesten” komen op in het wit gekleed en krijgen een blauw licht op hen.

Dit is een goed voorbeeld van een tragikomedie, een stuk met een lach en een traan. De rol van Bébeir, knap vertolkt, bevat nogal wat valkuilen. Als je hier te zeer een typetje van gaat maken, zou dit kunnen uitmonden in onderbroekenlol. Idem voor de rol van moeder Georgette, schitterend gespeeld trouwens. En toch weet de regisseur deze valkuilen te vermijden. Hij slalomt er omheen door zijn personages mooi uit te tekenen en nooit de gratuite lach op te zoeken. Volgens mij vraagt dit stuk dat ook niet. Er mag gelachen worden. Want, laat ons eerlijk zijn, dementerende mensen zijn vaak grappig. Ook de rol van Stefan wordt heel knap vertolkt door Tom Lesaffer. Maar dat kan eigenlijk gezegd worden van bijna de hele cast , op een paar mensen na die wat te nadrukkelijk bepaalde emoties gaan opzoeken of net niet. Het verhaal boeit, hoewel het af en toe wat slabakt. Gelukkig komt dan net op tijd een nieuwe wending, waardoor je weer mee bent. Het bevat ook een aantal hele aangrijpende scènes, zoals Georgette die zich misgaat of de scène tussen Georgette en Liliane (Melina Moumeni). Kortom, een meer dan genietbare productie die ik zeker zou aanraden.

KVSmiley gezien 09/11/2012

Neil Simon is één van mijn favoriete toneelauteurs. Hij heeft een aantal klassiekers op zijn naam staan, en wel van een genre waar ik het wel voor heb, de tragikomedie. Zo schreef hij The Odd Couple, schitterend verfilmd met Jack Lemmon en Walter Matthau. Het stuk vertelt het verhaal van twee vrienden die willens nillens een appartement moeten delen en dat loopt niet van een leien dakje. Blijkbaar schreef hij ook een vrouwelijke versie, The Female Odd Couple. En deze versie kregen wij te zien bij Kohané. Konhané bracht vorig jaar een mooie creatie van Konijnenpijp. Dat hoorde ik uit zeer betrouwbare bron. In een heel mooi en strak decor betraden de actrices de scène. Misschien hadden ze al op scène aanwezig kunnen zijn voor het stuk begon … En dat was meteen het begin van een (te) lange introductiescène waar te weinig tempo in zat om constant te boeien. De intrede van Florence beloofde wel wat goeds en leverde ook wat grappige momenten op, maar toch bleef het stuk maar wat voortkabbelen tot aan de pauze.

Na de pauze kregen we de intrede van de twee acteurs, twee Spanjaarden die boven de twee dames woonden. Zij zorgden aanvankelijk voor wat meer schwung, maar al snel ging dat weer over in hetzelfde gekabbel als voor de pauze. De paar leuke momenten (Florence die niet kon ademen, de scène in de zetel met de twee vrouwen en de twee Spanjaarden, …) waren niet genoeg om van een geslaagde voorstelling te spreken. Daarvoor werd er door sommige acteurs bij momenten wat te houterig geacteerd en kwam het stuk nooit echt op gang. Zoals reeds gezegd, een mooi decor en dito belichting. Alleen begreep ik niet goed waarom de lichten gedimd werden telkens een scène op zijn einde liep. Een paar goeie actrices en een mooi decor, maar een stuk dat misschien net iets te weinig om het lijf had om van een supergeslaagde toneelavond te spreken. Tot toneels !

KVSmiley gezien 31/10/2012
123 > >>
Syndicate content