Gealarmeerd plaatsgenomen in Frascati 2. Ik had moeite met een nogal malloterig overkomende DJ en een lelijk uitgevoerde vormgeving, waarvan het achterliggende idee al net zo over de houdbaarheidsdatum was als de gebrachte teksten - in die zin dat deze moesten dienen als componenten van een noodkreet en daarin niet voldeden. Bernhard, Rilke, Kapuszinski: respectabele avantgardisten, maar om er een klacht tegen ons huidige tijdsgewricht mee te vormen waren ze denk ik te vroeg (Ja, het was bedoeld als een noodkreet. Op de vierde rij gezeten zag ik voor twee spots in de bovenhoek de letttercombinatie SOS gloeien). Misschien had er langer en kritischer gezocht moeten worden.
Als volgt is deze voorstelling enigszins te verdedigen: we krijgen de mening van de artiest voorsgeschoteld, en het is goed dat die niet is gecorrumpeerd door al te veel bezinning. Maar echt sterk klinkt dat niet.
Wat een miskoop, dat kaartje. Ik goedgelovige sukkel bleek toen ik eenmaal in de zaal zat 17 euro 50 betaald te hebben voor De Grote Matthijs Rumke Show, niet voor een Arabische, maar voor een Kunst Nacht. De voorstelling bleek een klassiek voorbeeld van Regisseur Laat Zien Dat Hij Regisseren Kan. De boodschap van Arabische Nacht was ´Kijk eens naar dit fraai staaltje regiewerk! Is het niet geniaal?´. Over elk geluidje, elke beweging, over alle posities was nadrukkelijk nagedacht. ´Matthijs Rumke is een begenadigd regisseur, een kunstpaus eigenlijk´ werd mij voorgeschreven. De paus zit inmiddels op zijn Brabantse troon. Opportunisme kan een mens ver brengen. Amen.
Smakeloos, goedkoop, té grof en met de diepgang van een plas water. Positiever kan ik echt niet zijn. Zelden zo´n dieptepunt mee mogen maken. Teeuwen heeft zijn avond weten te vinden met platheid en goedkope “grappen”. Zijn openingsdans, het noodleidede circus en de Teeuwen-medly zijn de enige positieve uitschieters van de avond. Teeuwen weet het ene dieptepunt naadloos over te laten gaan in het volgende afknapper. Het is daarom knap dat hij toch een deel van het publiek aan het lachen weet te krijgen. Waar is hier de nooduitgang?
Zelden zo’n gebrek aan inhoud meegemaakt. Drie verhaaltjes met drie uiteenlopende typetjes van Ederveen en drie uiteenlopende typetjes van Luca. Het publiek vindt alles best en leuk, doet lekker interactief mee, maar wat een armoe. De makers hebben waarschijnlijk gedacht dat een beetje aanklooien al goed genoeg is. Wat een misplaatste arrogantie en minachting van het publiek.
Twee weken geleden een tomaat-MacBeth (Ro), maar nu een gewei-MacBeth. Krachtige groep jonge acteurs die het stuk flitsend, geloofwaardig en uitermate verrassend opvoerden. Mooie combinatie van theatertaal en moderne streetlanguage, toneel en livemuziek en oud en nieuw. Complimenten voor de manier waarop de acteurs het publiek (overwegend jongeren) bij de les hielden en aanspraken op irritant gedrag!
In een imposant, maar spuuglelijk decor met een gigantische badkamertegelachtige wand met hard blauw licht maakt Ed Wubbe zijn versie van Orfeo. Dat valt niet mee. Groepsscènes en solo’s of duetten wisselen elkaar voorspelbaar af, met soms een klein stukje tekst van een verteller(!) tussen de scènes. Het geheel blijft erg afstandelijk en raakt me geen moment. Zelfs de dansers maken geen contact met elkaar. Wel erg mooi zijn de videobeelden die soms op 48 plekken in de wand oplichten. Gewei voor Wubbes moed om een nieuwe vorm uit te proberen.
Dat was schrikken. Nooit gedacht dat Dood Paard ook tot zoiets abominabels in staat was. Met stip het slechtste wat ik dit jaar zag en ik zeg dat met pijn in het hart, want ik ben een doorgewinterde fan van DP en hun benadering van tekst als muziek. DJ Steve Green is natuurlijk zijn gewicht in goud waard, maar als tegenspeler Kuno Bakker zo’n draak van een tekst te spreken heeft dat je al na 5 minuten niet meer naar hem wil luisteren, laat staan kijken, dan valt het zwaar om hier nog muziek in te horen. Zelden besteedde ik zoveel tijd aan het bestuderen van het (prachtige) toneelbeeld. Vraag blijft, hoe zo’n kwasi-tirade van een tekst in een voorstelling terecht heeft kunnen komen.
Geen poezie, geen geheim, geen kompositie, geen verrassing. Een willekeurig bezoek aan de Albert Cuyp geeft meer stof tot denken. De geweien zijn voor Green en het toneelbeeld.
Redt de bruine beer!
Leon van der Zanden, een “aanstormend” talent! Of beter gezegd, een talent. Misschien is dit wel een snelle conclusie. Maar na het zien van zijn tweede avondvullende programma “Hoerejong” kan niet anders worden geconcludeerd. “Hoerejong” is een show met diepgang, het gaat ergens over. Het is geen show met alleen maar “domme” humor. Nee, er zit meer in. Het begint dan misschien niet perfect. Een masturberende Leon, luisterend naar het applaus. Zo zijn er wel meer seksueel getinte opmerkingen of bewegingen. Maar het is niet de leidraad van zijn show. Het gaat echt om hem, het is zijn verhaal. Het motto volgens Leon zelf is dan ook; “Redt de bruine beer”. Ja, dat gaat dus nergens over. FOUT!! Leon, oftewel de “bruine beer” moet worden geholpen. Zijn verhaal weet je echt te grijpen. Al spreekt het verhaal je niet aan, wat niet voor te stellen is, je wordt geboeid door zijn manier van spelen en acteren. Zijn manier van het verhaal overbrengen is meesterlijk. Neem nou zijn ogen, zoals die twinkelen en leven. Hij weet heel wat over te brengen aan emotie. Net als het samenspel met de zaal. Hij houdt er controle over, stuurt het aan, maar weet het vooral op een leuke en goede manier te gebruiken. Oftewel, zoals in de inleiding al duidelijk naar voren komt, een perfect avondje cabaret.
Ik wist niet wat ik moest verwachten. Ik had nog nooit wat van ze gezien. Maar toen ik eenmaal aan het niet praten van de acteurs gewend was, ging er een wereld voor me open.
Theater behoort een kijkje te geven in het leven van mensen. En in deze voorstelling zijn dat twee monniken.
In het klooster heerst rust en bezinning. Hierdoor wordt er ook niet gesproken, behalve dan de nogal onzinnige gesprekjes in de biechtstoel, die gek genoeg toch een spanning weten te creëren.
Een heel ruim uur komen er prachtige beelden voor je ogen voorbij. Ontroerend als de monniken bezig zijn met hun eigen hobby. Lachwekkend als ze achter elkaar aan zitten of ruzie maken over het eten. En helemaal geweldig, wanneer de monniken in bed liggen als Jezus aan het kruis.
Deze voorstelling heeft mij erg geboeid, maar ik bezef wel dat het erg saai kan zijn als je er niet voor open staat.
Lang geleden dat ik nog eens een voorstelling zag, waar alle dingen die theater zo mooi maken perfect in hun plooien vielen: een ijzersterk, behoorlijk spannend, toegankelijk verhaal. Acteurs die spelen op het scherp van de snee (op de wat mindere bijrollen na) én een verrassend decor (niet echt klassiek-mooi, maar wel zeer functioneel gebruik van multi-media). De voorstelling vloog voorbij, ondanks de lange zit! Beetje vreemd, aan de hand van eerdere moose-recenties en kritieken, had ik me een heel wat mindere voorstelling ingebeeld… Zou het kunnen dat de recente hetze tegen Regisseur Ivo Van Hove een rol heeft gespeeld? In ieder geval is dit voor mij - en in Gent was ik zeker niet alleen - een Van Hove Grand Cru! Zes geweien: goe geweten