Mooi onderwerp. Lekkere voorstelling. Bleef wel een beetje bij Dolly hangen; ging niet echt verder dan liefde en frustratie van twee Dolly fans. Veel (leuke) playback, veel (soms mooi) gefrutsel met twee decorstukken, veel Dolly en nog eens Dolly en lekker jezelf zijn. Echt hilarisch of echt vliegen wordt het niet, helaas. Maar kijk uit naar de volgende voorstelling.
Vijf geweitjes. Van de schedels in uur 1 tot de verminkte hond in uur 5, het was smikkelen.
Geïnspireerd door de ideeën van Johan Daisne, vermeldt de folder. Inderdaad, wie het boek heeft gelezen (en dat is in mijn geval al een dertig jaar geleden) zal slechts hier en daar een aanknopingspunt vinden. Wat blijft is een gesprek tussen een schrijver en zijn jongere ex-geliefde. Beiden houden eigenlijk nog van elkaar maar de verschillen zijn (te) groot.
Dit resulteert in een paar teksthoogstandjes zoals het gejongleer met kunststijlen in het eerste deel en het relaas over een lijkschouwing. Tussendoor blijft De Koe vooral zichzelf en spelen de acteurs al evenzeer zichzelf.
Deze keer, anders dan in het vorige Quarantaine of Dropdeadmoney, zitten er heel wat bewust luchtige momenten in. De theatrale slotscène mag er ook zijn. De voorstelling slaagt er goed in om de aandacht gaande te houden, ook al is het een variatie op een thema dat we bij De Koe al zo dikwijls gezien hebben.
Toch wordt het ook voor De Koe tijd ‘for something completely different’. Een eigen stijl hebben is goed maar de voorspelbaarheid wordt toch wel heel groot.
Uit het Groot Citatenboek heeft Annette Speelt trefzeker deze van Dylan Thomas in de flyer gezet: “… rage, rage against the dying of the light”. Thijs Römer is precies daarin, als de door grondeloze woede aangejaagde Richard, overtuigend. Met een paar subtiele details, bijvoorbeeld het moment van kwetsbaarheid aan de borst van zijn moeder, als fraai contrapunten. Alles bijeen een goeie voorstelling. En bovendien eentje die nogal wat enthousiasme bleek los te slaan bij het goeddeels VWO-jonge publiek.
Alex. Wat een voorstelling. Prachtig decor. Goede tekst. Erg leuk spel (vooral van Raymond & Martin) en leuke muziek.
Eén tomaat voor de lengte. Deze kon wel iets korter. Ik bliijf 5 kwartier een goede tijd vinden voor Alex-gedoe.
augurk-brood-augurk-worst-augurk-brood.
Mamma Mia was geweldig! Muziek, zang, dans, tekst alles was perfect. Het was duidelijk zichtbaar dat iedereen met plezier op het podium stond.
Genoten van zeven meiden die zich alles afvragen wat in ze opkomt. Confronterend en direct. Overtuigend gespeeld door zeven jongeren, met een ontroerende finale.
Ondanks dat deze voorstelling erg lang duurde (3 uur), bleef het boeien. Ik heb geen enkele keer op m’n horloge gekeken (emn dat zegt wat!). Prachtig spel van met name Halina Reijn, Harry van Rijthoven en Jappe Claes. En wat een mooie regie van Theu Boermans! Het verhaal was heel helder. Wat ik moet denken van het begin, waar ze zogenaamd voorbereidingen treffen voor een voorstelling, weet ik niet. Dat zag er allemaal vrij naturel uit, op Ria Marks na, die naar mijn idee sterk overacteerde. Maar overal een prachtige voorstelling die het zeker waard is om bekeken te worden!
Musical, dat zei me niets. Ik hield niet van dat grote gebaar, dat theatrale en die dunne verhaaltjes. Toch maar es naar Mama Mia.
Dat is andere koek! Geheel onverwacht was de voorstelling grappig, vooral de drie dames (favoriet: de slapstickachtige Ellen Evers). Verder is eigenlijk alles ok: de vertalingen van de Abba-liedjes lopen als een tierelier, het orkest en de backing-vocals zijn goed en Simone Kleinsma heeft een stem als een klok maar kan zich ook inhouden. Wat beweegt zij zich fraai door de voorstelling heen. Haar tegenspeler Hajo Bruins kan zingen. Dat zie je niet vaak bij goede acteurs.
Als minpunt zou je de toegangsprijs kunnen noemen. 70 Ballen voor de eerste rang, da’s niet mis. Maar daar staat veel tegenover!
De Revisor was weer erg Dirk Tanghe, maar toch weer heel anders dan bijvoorbeeld de Mensenhater van vorig seizoen. Het meest indrukwekkende was de consequente vorm: zowel de vormgeving, de acteerstijl en de muziek waren goed in harmonie met elkaar en consequent gedurende de voorstelling. Het was bijna als een levend schilderij, maar dan beter. Die vorm waar ik op doel is bijna niet anders te benoemen dan als een stripverhaal, heel visueel en met karakteristieke bewegingen bij ieder personage. Ook bewonderenswaardig was het ensemblespel, het is indrukwekkend om te zien hoe goed de acteurs op elkaar reageren, en niet elkaar ‘wegspelen’. Vooral Thomas de Bres in de titelrol was erg goed. Kreten als: ‘Je reinste boomschors’ en ‘Yousef peux le savoir (Joost mag het weten)’ zal ik nooit meer vergeten!! Ik heb erg gelachen om de dochters van de burgervader, twee hysterische barbiepopjes met wapperende minirokjes. Het einde was bijna onverwacht intens, de aanklacht tegen de stompzinnige egoistische mens, zoals Gogol die ooit bedoeld heeft, kwam echt over. Op een of andere manier weet Tanghe de kern van een stuk altijd weer tot zijn recht te laten komen, hoe erg hij ook met een stuk aan de haal is gegaan. Echt erheen gaan!!!