Bij Lucas Vandervost staat de tekst centraal en hier probeert hij dat tot het uiterste door te trekken. De roman van Amos Oz is in een monoloog gegoten door het vrouwelijk personage in dit verhaal van een huwelijk in het hedendaagse Israël. Channa vertelt hoe ze de student Michaël leert kennen, er mee huwt en kinderen krijgt en ervan vervreemt. Ze verliest zich dan maar in haar eigen droomwereld.
De roman zal waarschijnlijk boeiende literatuur zijn, op de planken en in deze enscenering wordt het langdradig, kil, monotoon en gaat het al na een kwartier vervelen. Channa doet roerloos haar verhaal, ze beweegt enkel om haar benen eens te verleggen, en blijft strak Michaël (Jurgen Delnaet) aankijken. Annemie Tweepenninckx is echt niet de actrice om dit relief te geven. Ze declameert de tekst zonder veel dynamiek, zeurderig bijna. Na lange brokken tekst wijdt Michaël even uit over zijn wetenschappelijk werk en spits je even de oren. Je leert nog iets bij. Maar dat moment stopt even plots als het gekomen is en herneemt Tweepenninckx haar monoloog.
We schreven het al tot in den treure, literatuur tot boeiend theater maken is een uiterst moeilijke taak. Hier is het andermaal mislukt.
Een voorproefje van wat er te wachten staat op de parade, zoals gewoonlijk bij de Paardenkathedraal, zeer verzorgd en gastvrij, met 50 mensen aanschuiven aan tafel. Een heerlijke maaltijd vooraf en dan een uurtje herkenbaar familieleed, deze voorstelling was beter ondergebracht geweest bij Orkater, de Paardekathedraal onderscheidt zich normaal gesproken met een heldere visie op bestaande toneelstukken terwijl dit een eigen creatie is.
Prachtige muziek en songteksten en aardige sketches. Henk Elich is een geweldig acteur en zien wij helaas te weinig op het toneel, Paula Bangels, die ook voor de regie tekende speelt verdienstelijk in de rol van moeder maar kan veel beter, Louis van Beek zingt prachtig, maar lijkt niet te spelen en kan blijkbaar niet uit zijn puberale periode komen, David Cantens is na de Parade afgelopen jaar mijn favoriet, een soort muzikale duizendpoot, maar blijkt ook te kunnen acteren. Ik ga zeker de defintieve versie bewonderen op de parade.
Ik hoop dat de voorstelling dan “volwassen” is geworden en er een grotere eenheid te zien. Ik heb een heerlijke herkenbare avond gehad.
Voor Dood Paard ongekend traditioneel toneel. Op sommige ogenblikken leek het stuk (van Rob de Graaf) heel erg op Een Zwarte Pool, van Karst Woudstra. Alle retorische vragen die in de vorige voorstellingen aan bod kwamen, zaten hier in een verhaal verpakt, ware het niet dat ze nu door enigszins vergiftigde en lamme personages werden gesteld en dus iets minder puntig waren geformuleerd. De rol van Manja Topper vond ik echt super en Oscar van Woensel was zo nu en dan subliem. De spotternij met de katholieke symbolen en het opgeplakte Jezusgelaat op het gezicht van Kilo, waren geen aanval op het schijnheilige instituut, maar een uitdrukking van al de schepen die wij achter ons hebben moeten verbranden. De vrouw gaat dood aan kanker, het vriendje gaat terug naar Chili en twee mannen blijven over, zonder een enkele kerk om ze te troosten.
Bedankt lieve ouders is een aangrijpende, bijtende en pijnlijk herkenbare voorstelling. Door de kleine ruimte en het minimum aan publiek wordt er al snel een intieme sfeer geschept.
Het verhaal vertelt het wel en wee van een doorsnee gezin uit de jaren 50. De moeder heeft ‘verkering met ome Henk’ en zou het liefst vertrekken. Maar zoals het een goede moeder betaamt blijft ze en ‘offert zij zich op’ voor haar man en kinderen. Vader verkeerd in een status van ontkenning en verlangt slechts naar de goede oude tijd en de twee zonen proberen zich er samen zo goed als het gaat door heen te sleuren.
Gevatte citaten en ontroerende liederen zorgen ervoor dat geen grapje echt een grapje is en dat niemand de kwelling van het gezin kan ontgaan. Opvallend was dat na de voorstelling het gehele publiek versuft en verward jeugdtrauma’s begon op te rakelen. Het maakte iets los. Leuk of hilarisch zal ik deze voorstelling dan ook niet noemen, wel raak en aangrijpend.
Kroft voegt aan het anti-theater van Peter Handke een nieuwe laag toe: door van de ‘sprekers’ personages te maken wordt het een soort huiskamerdrama met veel gooi en smijtwerk. Een soort anti-anti-theater. Een interessante visie, erg amusant gedaan, maar wel een beetje plat.
Muzikaal misschien een aardige voorstelling, maar verder een beetje rommelig. Persoonlijk vind ik dat de muziek iets teveel de overhand had en de tekst van zowel de liederen als de dialogen niet bijster sterk is. De tekst mag dan misschien op de melodie passen, maar slaat bij regelmaat als een tang op een varken. Ik weet niet wat ik precies met deze voorstelling aan moet. Het is zeker geen serieus stuk met hoogdravende boodschap, maar ook weer geen klucht.
IIzersterke regie van een tekst bewerking van Peter Verhelst die nu eens niet de boel oncommunicatief maakt maar juist scherper dan Shakespeare’s origineel.
Door de ogen van de moeder van Richard kijken we naar een mechanisme van kwaad wat door niets of niemand te stoppen lijkt. Zelfs de onschuld van Lady Anne niet. De personages in deze versie ondergaan het kwaad met een zekere afstand.
Fedja van Huet speelt een ontspannen maar alerte zonderling,
beheerser van een onomkeerbare logica. Deze tekst eindigt met een raar soort compassie. Johan Simons regisseert de tekst helder effectief, al lijkt het me een voorsprong om als kijker de originele tekst te kennen. Patronen van relaties ontwikkelen zich voor je ogen. In tekstbehandeling voel je zowel betrokkenheid als afstand tot het geen wat er gebeurt (op zijn mooist vertolkt via de rol van de oude koningin door Loes Haverkort). Toneelbeeld en handeling, muziek refereren aan oude en hedendaagse beelden over kunst. Grappig is het luchtig gebruik van de taal van de beeldende kunstpeformance. Plas, tomatensap, eierdooiers op plastic maar wel geintergreerd in de handeling van het stuk.
Humorvol zijn de verteller/suppoost van Serve Hermans en TROUW van Frank Lammers. Hannah v. Lunteren en Sanne Den Hartog ontwapenen als de jongelingen. De muziek is prachtig en slim verweven in de handeling. Hadewych Minis speelt prachtig. Maar het mooist is de gelaten verwarring van Frieda Pittoors moeder en de rustige scherpte van Fedja van Huet. Twee keer zien wat mij betreft.
Humor om te lachen met een serieus filosfisch thema als ondertoon. Fijne acteurs Robert Hagedoorn overtuigd als boerenlul en heb genoten van Felix Burleson. Pluim voor Duyns en Tarkan Köroglu, die niet uit de bocht vliegen en het theater houden in plaats van een manifest.
Wauw als dit langer had geduurd dan was het wel degelijk een goude tomaat geweest, een gemiste kans. Werkelijk tenen krommend. Moeilijk te beschrijven, een soort jaren tachtig ‘Waiting for Godot’ met multiculti saus. Kon in de relnicht met frans accent alleen maar een Gerard-Jan Rijnders persiflage zien, dat hielp me het kwartiertje wel door. Heel erg.
Wat een innemend ietsje. Geweldige acteur doet ons thuis voelen en beeld een spannende wereld uit. Het wordt nooit monologig, maar is gewoon een goed verhaal. Nadat je helemaal mellow bent, komt er een stoere vrouw op met een heel persoonlijk gedichtje voor een bofkont in het publiek. Daar snap je dan niets van, maar dat geeft niet.