Het was eigenlijk nogal toeval dat ik deze voorstelling ben gaan zien. Om ongeveer 20.05h besloot ik nog wat leuks te gaan doen op de zaterdag. snel iemand meegesleurd en klokslag 20.15h binnen. Ik had eigenlijk nog niets gehoord over de voorstelling, maar was aangenaam verrast. Nou is Ivo van hove niet de minste regisseur, maar in vergelijking met andere voorstellingen van hem, vond ik deze een van de betere. Ik moet zeggen dat ik persoonlijk wel houd van zijn visuele stijl. Iets wat vaak ten koste gaat van het spel van de acteurs, maar zeker niet in deze voorstelling. Een mooie vondst om de voorstelling te projecteren op een groot scherm, hierdoor kon je goed zien hoe intens het acteren soms was (met name Elsie de Brauw en Jacob derwig in de slotscene). sommigen vinden het karakter ‘Myrtle’ een onuitstaanbaar verwend nest, (wat in zekere zin ook wel klopt) maar toch maakt ze wel een verandering door; van heel ver naar beneden, tot weer iets omhoog klauterend.
Aan het eind is ze de ‘2e vrouw’…
Het is een gevaarlijk idee om een stuk dat zich in de salons van zich-vervelende dames afspeelt, te laten spelen door mannen. Men zit vlug in een decadent nachtclubsfeertje. Die valkuil is hier omzeilt door acteurs die weten hoe ver ze te ver mogen gaan voor het lachwekkend wordt. Toch zijn ze stuk voor stuk supervrouwelijk met een Hugo Koolschijn voorop.
Mishima’s stuk behoort inmiddels tot het klassiek repertoire, verrassen doet de voorstelling dan ook niet. Ze moet het hebben van zeer degelijk acteerwerk en een stevige regie. Vooral dat laatste is nodig om de vele wat filosofische passages verteerbaar te houden. Het stuk is één grote aanloop naar de beslissing die Madame de Sade op het einde treft, het psychologisch aanvaardbaar maken van die beslissing is dé uitdaging maar komt er in deze productie toch niet helemaal uit en dat ligt zeker niet aan Barry Atsma, integendeel.
Een voorstelling die net niet het topniveau haalt die erin zat maar ons zeker niet onbevredigd achterliet.
De minste van Hove in tijden. Ik weet niet zo goed de vinger te leggen op waar dat nou aan lag. Misschien is dit wel gewoon niet mijn onderwerp: ik hou ook al niet van boeken die gaan over het schrijven van boeken. Ik vond het een beetje langdradig allemaal en door de filmische sfeer bleef het ook allemaal wel erg op afstand allemaal (en dan zat ik nog wel op rij2). Er wordt prachtig toneel gespeeld, vooral door Elsie de Brauw, al vond ik het moeilijk om met zo’n vervelend personage mee te voelen. Het blijft toch een aanstelster. Nog liever was me Chris Nietveld, het wachten is op haar eerste hoofdrol bij TGA.
Het is allemaal niet slecht, maar de juichende kritieken hadden me misschien iets teveel voorbereid op een meesterwerk. Dat vond ik het zeker niet.
Wat een draak was dit zeg! Allereerst een buitengewoon matige bewerking van het scenario. Was het nou echt nodig om een volwassenen een kind te laten spelen? De rol van Hunter was (hoewel minder tenenkrommend dan had gekund, ze deed het vrij redelijk) een van de meest overbodige die ik ooit heb gezien, ik durf te wedden dat met wat creativiteit niemand hem ooit gemist zou hebben en het stuk er aan zeggingskracht enorm aan gewonnen zou hebben. Geen greintje lichtheid, elke scene duurde drie keer te lang en werd door herhalingen volledig lamgelegd. En sorry, maar dat ELKE acteur een keer een jankbui had is niet te pruimen, het had wel van creativiteit getuigd om verdriet eens op een andere manier te spelen dan met tranen. Bahbah, ik had echt spijt dat we plaatsen pal middenin hadden want anders was ik zeker na een halfuurtje weggegaan!
Een avond lang losse scènes, sketches, en invallen van een zoekend toneelgroepje. Over de onmogelijkheid van toneelspelen gaat het vooral, met als hoogtepunt een eenakter van Heijermans (‘Pitten’) die schitterend uit de bocht vliegt, maar toch op z’n pootjes terecht komt. En eindelijk weten we nu hoeveel Barre Landers er nodig zijn om een lampje te verwisselen. (Antwoord: als je licht maakt, maak het dan goed!) Extra gewei voor de mooie ladders.
Mis. Ivo van Hove blijkt wederom een regisseur van actie: acteurs draven over het toneel, verheffen hun stem, muziek klinkt op, camera’s zwenken en ook nu wordt het publiek verzet. Op de inhoud van het stuk krijgt hij net als in ‘Het temmen van de feeks’, ‘Scenes uit een huwelijk’ en ‘Perfect wedding’ geen vat. Aan het spel van de acteurs ligt het niet. Elsie de Brauw, ze speelt de rol van haar leven, las ik. Ze doet wat ze kan, maar de rol is plat als een dubbeltje. Ik zag enkel een egocentrisch, aandachtverslaafd schepsel. Haar personage Myrtle maakt geen ontwikkeling door. Aan het eind verschijnt ze dronken op haar premiere. En als jonge actrice was het al niet anders blijkens de rol van Hadewych Minis: een aanstellerig wicht. Ronduit belachelijk is de ‘ontknoping’, de toneelscene waarin de vrouw wel een oplossing voor haar problemen ziet. Welke? Geen idee. Maar als het koud is, moet je de verwarming aanzetten. Dat heb ik ervan begrepen.
De enige personages die wel een persoonlijke strijd herkenbaar maken, zijn de goedmoedige regisseur Manny, Fedja van Huet, die de boven zijn hoofd groeiende problemen letterlijk toedekt en de toneelschrijfster Sarah, Chris Nietvelt, die -anders dan hoofdpersoon Myrtle- verder kijkt dan haar neus lang is.
Wat hebben Mies Bouman, een burqa, een broodje shoarma, een ontruimingsoefening, Freek de Jonge en Lola ( Marlene Dietrich) met elkaar te maken? Claudia de Brey heeft het antwoord gevonden en maakt er geheid, zij het conventioneel, cabaretesk chocolade van. Wat haar fors bovengemiddeld maakt is dat overbodig persoonlijk geneuzel achterwege blijft, maar juist een serieus, maatschappelijk terzake doend thema ( een angstige samenleving), spits, intelligent en geestig wordt aangepakt. Duidelijk nog meer dan ik waren de beroepsrecensenten van NRC tot GPD en van Parool tot Utrechts Nieuwblad onder de indruk. En inderdaad: “Hallo Lieve Mensen” is de moeite meer dan waard.
ik ging voor Peter de Graef, niet voor Sam Shepard
het is toch een soort van Kramer vs. Kramer waarbij veel gevraagd wordt van de traanklieren van de protagonisten
imposant decor, fraai spel, mooie muziek, maar emakzuchtig onder alle betekenisvolle teksten
Peter, hoe goed ook als Travis, zie ik liever in zijn eigen kleinschalige produkties
Heftige voorstelling met een fenomenale Monique Kuijpers en Michiel Nooter. Een binnenkijkje in een relatie tot op het genante af. Tekst van Esther Gerritsen bij tijd en wijle geniaal. Prachtig einde van ontdekking Joeri Vos. Willibrord Keesen slaat weer toe.
Het eerste deel van deze voorstelling was een monoloog op basis van Nelly Arcan over het bestaan van een prostituee.
Deze jonge vrouw werd op een uiterst indringende manier gespeeld door Anniek Pheifer, die met haar hele lijf, maar vooral door een fantastische stembeheersing, alle emoties van walging, plezier, haat, verdriet en wanhoop weergaf.
De regie van Franz Marijnen was ingenieus (video, muziek). Kortom een fantastische voorstelling.