theaterpraat

30. Mighty Society 4 / Naar De Souffleur

525_!cid_204C162D-F87F-4457-8330-D64FB809C30A@lan.png

April 2007 Eric de Vroedt bestelt een whisky, voor mij, en een wodka lime, voor zichzelf. ‘Wodka lime hebben we niet’, zegt de barkeeper. ‘Zeker weer zo’n wijsneus uit het westen’, zie ik hem denken. Zware shag, halfzware shag, sigaretten met en zonder filter, dat hebben ze allemaal wel in De Souffleur. Maar geen wodka lime. Met de globalisering valt het dus reuze mee in het café tegenover de schouwburg in Groningen. De provincie tenslotte.

Een paar dagen hiervoor zat ik aan de bar van café ‘t Smalle in Amsterdam. Met een paar bevriende intellectuelen was ik in een hoogst interessant debat verwikkeld. Van internationaal niveau mag ik wel zeggen. Iemand die buiten op het terras wilde gaan zitten, hoewel het daar eigenlijk te koud voor was, vroeg om een glas zoete witte wijn. Zoete witte wijn? Ik keek even op om te zien wat voor provinciaal er nou weer in het verkeerde café was beland. ‘Zoete witte wijn hebben we niet’, zei de barkeepster en negeerde de klant verder volledig.

Spel rond globalisering
De Vroedt’s voorstelling Mighty Society 4 gaat niet alleen over provincialisering maar vooral over globalisering. Ik kom dus te weten dat de westerse zakenman Raymond niet alleen rijk is geworden door het steeds verder naar het oosten verplaatsen van arbeid, maar ook door daar vervuilende industrieën op te kopen om zo Europese milieusubsidies op te strijken. Zijn vriendin Henriëtte is Europarlementariër, dat komt dus goed uit. Als de zoon van zijn vriendin hem een videocamera voor zijn neus houdt en hem vraagt wat hij daarbij voelt, bij het opkopen van vuilverwerkinginstallaties, draait Raymond de camera om en vraagt: ‘En jij? Wat verkoop jij wijsneus? Bevlogenheid?’

Met twee niet echt welkome gasten, het echtpaar Dick en Sharon, begint vervolgens een geraffineerd spel rond het ooit door Rijkman Groenink geïntroduceerde begrippenpaar misbare en onmisbare werknemers. Aan het eind van de voorstelling is er ook nog een spel in een spel. Daarbij bepaalt de misbare werknemer Dick inmiddels de regels. ‘Jij bent mij en ik ben jou’, zegt hij tegen Raymond en hij knevelt hem. ‘Vraag nu aan me wat ik zou doen. Naar China met allerlei winstkansen en hier veel ontslagen? Of mijn mensen niet ontslaan en mijn opportunities laten lopen?’ Hoe het afloopt met dat spel in het spel kan ik helaas niet meer vertellen, want het nagesprek gaat beginnen.

Debat met politici
Oei, ik ben iets te laat. Discussieleider Sarah Meuleman is al begonnen. Ze stelt vragen aan PvdA-kamerlid Harm Evert Waalkens en aan Elco van der Wilt, de locale D66-fractieleider. Gelukkig ben ik wel op tijd om te zien hoe vanuit het publiek G. de aanval inzet. Dat verrast me. Dat het nou juist G. is. Dat ze veel weet van theater, wist ik. Maar zo’n gloedvol betoog over de benepen opstelling van de PvdA’er in de globaliseringdiscussie?

Twee geschiedenisstudenten gooien zich ook vol in de strijd. Ik ben onder de indruk van het hoge niveau van het debat. En dat in de provincie. Waalkens heeft het zelfs even moeilijk. Daar redt hij zich overigens slim uit door het gesprek om te buigen naar de landbouw in Nederland en in Europa, een onderwerp waarbij hij zich veilig voelt. Van der Wilt, ook slim, ook politicus tenslotte, kiest ervoor zich bij de oppositie uit het publiek aan te sluiten in een poging daarmee sympathie, en op den duur stemmen, te winnen.

Gesprek over theater
Als het officiële gedeelte is afgelopen, gaan G., de geschiedenisstudenten en de twee politici aan de bar verder met hun gesprek over globalisering. Ik wil liever met iemand over theater praten. Met Eric de Vroedt bijvoorbeeld, er zijn zoveel voorstellingen waarover ik als provinciaal zijn mening wel eens wil horen. Ik blijk niet de enige die wat van hem wil. Om te voorkomen dat ik in de rij moet gaan staan tot ik aan de beurt ben, laat ik daarom quasi achteloos vallen dat ik er misschien wel iets over op het world wide web ga zetten. Hopelijk helpt dat. Ondertussen wordt het alsmaar leger in de foyer van Het Kruithuis. Je mag hier niet roken, en dat is voor veel mensen uit de theaterwereld nou eenmaal een groot probleem. Joeri Vos, de zoon in de voorstelling, zijn sigaret al in de hand, is een van de laatsten die komt zeggen dat hij alvast naar De Souffleur gaat.

Als De Vroedt en ik uiteindelijk ook aanstalten maken om te gaan, is Het Kruithuis zo goed als verlaten. Alleen de twee geschiedenisstudenten die zich zo kranig hebben geweerd in het debat staan nog aan de bar. Kennelijk geen regelmatige theaterbezoekers, anders zouden ze wel weten wat hier de gewoonte is. De Vroedt vraagt: ‘Gaan jullie niet mee naar De Souffleur? Dat is een café hier schuin tegenover.’ Een van de twee studenten verzucht: ‘O, nu begrijp ik het. Ik verstond steeds: We gaan alvast naar de chauffeur.’

Mighty Society 4 ging in première op 14 maart 2007
Tekst en regie: Eric de Vroedt
Spel: Carola Arons, Bram Coopmans, Joeri Vos, Hein van der Heijden en Els Ingeborg Smits
Discussieleider: Sarah Meuleman

RiRo op 28/09/2007 - 23:03  

Mightysociety4 (Mightysociety)