discussies

spelregels

over stuggezaal

nieuwsbrief

bijeenkomsten

archief



gasthuis



De schouwburgen aan bod

de discussie liep van 7/3/03 tot 11/7/03

door de VSCD
De rijksfinanciering van de podiumkunsten (in de Cultuurnota) houdt onvoldoende rekening de afname-kant. Het rijk geeft te veel nieuwe initatieven subsidie zonder dat er goed wordt gekeken of er voor hen ook plek is op de podia. Bovendien wordt zo het geld versnipperd en kan geen van die groepen tot volle wasdom komen.

Lees de achtergronden >

Printversie >


Samenvatting:

De discussie 'De schouwburgen aan bod' liep van 7 maart tot 11 juni. In die tijd is er weinig gereageerd, maar vier deelnemers hebben vijf bijdragen gedaan. Hoewel er niet veel reacties waren, zijn alle deelnemers het er over eens dat de schouwburgen eerder aan zichzelf moeten werken dan dat de Raad haar subsidiebeleid moet wijzigen.

In eerste instantie is kritisch gekeken naar de stelling. Peter Evergaars (adjunct directeur) wijst erop dat het onlogisch is theater te subsidieren waarvoor al makkelijk een publiek te vinden is. Dit aanbod kan zichzelf redden. Daphne Richter (Stuggezaal medewerker) trekt een andere conclusie uit het probleem dat de VSCD constateerd. Dat de schouwburgen weinig met het huidige jonge aanbod kunnen, is een teken dat ze verouderd en overbodig zijn.

De deelnemers zien andere mogelijkheden voor schouwburgen om zichzelf te vernieuwen. Jan Willem Arnold (bedrijfskundige en zakelijk leider) zet helder uit één op welke verschillende manieren subsidie de marktwerking tussen theateraanbod en markt gefrustreerd heeft. Hij pleit voor een flexibele schouwburg en programering en stelt onder andere voor het taboe op annuleren te verbreken. Volgens Daphhne Richter kan schouwburgprogrammeur beter een duo, trio of zelfs kwartetbaan zijn. Het aanbod is te divers en vraagt om mensen met verschillende expertises.



Deze discussie wordt binnenkort samengevat. Moet u nog iets van het hart, reageer dan snel.
Floortje Bakkeren, (stuggezaal@moose.nl)
Floortje Bakkeren is stuggezaal redacteur
28/05/2003 14:50



Goed, een aantal moeilijkheden zijn hier helder uiteen gezet. Maar ik geloof eigenlijk helemaal niet dat de manier van flexibel programmeren die je hier voorstelt de oplossing is en ook niet dat schouwburgen beter naar hun publiek moeten luisteren of 'op de behoefte' in moeten spelen. Voor veel theater geldt namelijk dat je het publiek moet Zoeken en Vinden. Het is er wel, maar niet in slaapzakken voor je deur wanneer je met iets experimenteels aankomt. Laatst heb ik van dichtbij gezien hoe raar dat zogenaamde flexibel programmeren eigenlijk is. Een productiehuisvoorstelling was voor twee avonden in een schouwburg geboekt. De eerste (!!!) avond was echter een 'succesoptie'. Zo van: jullie waren zo leuk, je mag gisteren terugkomen! De beslissing dat de eerste avond niet doorging werd al meer dan twee maanden (!) van te voren genomen, zonder extra moeite te hebben gedaan publiek te werven. Dit is overigens de normale gang van zaken heb ik me laten vertellen. Op een andere lokatie kwam ik met een reisvoorstelling binnengewandeld, en constateerde vervolgens dat er nergens een flyer te bekennen was en dat de posters ver voorbij de kassa in een donker hoekje waren opgehangen met foutieve informatie erop. Een veelgehoord programmeursexcuus bij experimentele voorstellingen is ook: leuk, maar hier heb ik geen publiek voor. Hier gaan mijn oren echt van flapperen. Publiek moet je zoeken, daar moet je moeite voor doen. Hier raak je ook het probleem van de programmeur die weinig ervaring heeft met bepaalde podiumkunsten. Een gespecialiseerd programmeur kent ook het publiek of weet waar het te vinden. Het lijkt me een heel goed idee om van het programmeursschap
duo, trio of kwartet-banen te maken. Ieder met zijn eigen specialistische kennis van aanbod en publiek. Zijn er schouwburgen die dit al doen?

Het is hier overigens al vier weken akelig stil, het valt me best wel tegen dat er niet meer wordt gereageerd door programmeurs en door de VSCD zelf.
Daphne Richter, (daphnerichter@hotmail.com)
Daphne Richter is werkzaam in theater, stuggezaalmedewerker
26/04/2003 16:14



Deze discussie is moeilijk omdat alle regelingen tezamen tot een versluiering leiden die het zicht op de werkelijke oorzaken ontnemen. Laat ik een poging doen om wat mist weg te blazen.

Terug naar de basis: er wordt subsidie verstrekt om de volgende doelen te realiseren:
- een breed en kunstzinnig kwalitatief hoogstaand aanbod
- toegankelijke voorstellingen in het gehele land

De eerste stroom geld gaat naar de gezelschappen, de tweede naar de theaters.

Waar het mis gaat is in de toewijzing van het aanbod van de gezelschappen aan de theaters. Er is een ‘markt’ tussen gezelschappen en theaters. Op deze markt worden de voorstellingen verkocht – of in jargon: geboekt. Deze markt functioneert slecht.

Wat is er mis met deze markt?

- Producties worden ver tevoren verkocht. Het seizoen 2003 – 2004 wordt al geboekt in de periode oktober – december 2002. Een reden hiervoor is dat theaters vasthouden aan hun abonnementenstructuur en daardoor vroeg het aanbod rond willen hebben. Voor de zomer moet het aanbod voor het najaar beschikbaar zijn in gedrukte vorm.

Dit leidt tot windhandel: er is nog niets. Het aanbod van de gezelschappen bevat vaak niet meer dan een prijs, een aantal personen en een titel. Vandaar ook al die titels met een hoog abstractiegehalte. Met ‘Concepts III’ kun je immers nog alle kanten op. Er wordt door de theaters gekocht op basis van reputatie en ervaringen uit het verleden.

- Theaters missen veelal de expertise om goede aankoopbeslissingen te nemen. Nog steeds is het vaak zo dat de programmering wordt gedaan door één persoon die op de hoogte moet zijn van het gehele aanbod aan muziek, cabaret, toneel, dans etc. Zondermeer, ik ken programmeurs die heel ver komen. Petje af voor de vakkennis van deze mensen. Vaak echter zijn er genres die een programmeur minder liggen en dan kan het zijn dat gewoon de eerste vier bellers geboekt worden. Ook persoonlijke voorkeuren spelen zo soms een te grote rol.

- Goede gezelschappen maken af en toe ook belabberde producties. Dat is tot op zekere hoogte onvermijdelijk: artistiek vernieuwend bezig zijn betekent experimenten aangaan en risico nemen. Dat je wel eens op je bek gaat hoort bij het spel. Ik ben dan ook groot voorstander van het maken van slechte producties. Ik ben echter tegelijkertijd groot tegenstander om een slechte productie nog in 30 voorstellingen het hele land door te brengen. En daar zit het boekingssysteem ons in de weg. Voorstellingen afzeggen is een doodzonde. De flexibiliteit om aanpassingen door te voeren ontbreekt.

Wanneer we met ons product beter willen inspelen op de behoefte van de consument is het noodzakelijk dat het distributiekanaal flexibel kan inspelen op de marktvraag. Dit zijn heel wat vloeken van een bedrijfskundige in de culturele sector in een zin.

Vandaar de volgende vertaling: Theaters dienen flexibel te zijn in het programmeren van voorstellingen en te kunnen reageren op de reacties van het publiek. Indien een voorstelling een succes is moeten er meer geprogrammeerd kunnen worden. Bij gebrek aan succes behoort annulering tot de mogelijkheden. Bioscopen doen dit al jaren.

Wanneer de theaters hiertoe overgaan dan zullen zij een opvallende ontdekking doen. Aan het verzoek om in de subsidiëring meer rekening te houden met het totale aanbod en de wensen van de markt wordt opeens voldaan!

Gezelschappen krijgen hun subsidie namelijk alleen indien aan een aantal eisen wordt voldaan. Tot die eisen behoort het aantal voorstellingen per jaar en de daarmee gegenereerde inkomsten. Indien deze eisen niet gehaald worden dan wordt een evenredig deel van de subsidie ingehouden. Alle gezelschappen zijn als de dood dat ze hun norm niet halen.

De vraag van de VSCD is daarmee eigenlijk een heel vreemde – al is de zorg zeer terecht. Theaters zijn bij uitstek de instanties die kunnen weten wat interessant is voor hun locale publiek. En die vanuit dat inzicht een selectie kunnen maken uit het totale aanbod. Met de vraag aan OCW en de Raad geeft de VSCD met zoveel woorden te kennen dat haar leden niet in staat te zijn die functie te vervullen en slechts als doorgeefluik te kunnen fungeren.
Jan-Willem Arnold, (jwar@xs4all.nl)
Jan-Willem Arnold is bedrijfskundige en zakelijk leider
02/04/2003 23:17



Hoewel ik weinig inzicht heb in deze zaken vind ik het wel een interessante stelling, vooral omdat het weer eens een andere kijk op de zaak is. We hebben al eindeloze discussies gehad over het feit dat het rijk zich niet te bemoeien heeft met inhoud. Nu zou het zich meer bezig moeten houden met afname en programmeringsmogelijkheden. Deze discussie kan de positie van schouwburgen op scherp zetten en leiden tot een discussie over de positie van schouwburgen in het algemeen. Want: hoezo zijn schouwburgen zo afhankelijk? Zien ze zichzelf dan echt als slechts een doorgeefluik van aanbod naar afname? Als er ander aanbod is, dan moet er anders geprogrammeerd en verkocht worden, daar zijn ze toch vrij in? Hoe groot is dat probleem dan? Zijn schouwburgen vastgeroest? Op dit punt moeten de VVT's uit het struikgewas springen en aangeven dat zij wel creatief genoeg (proberen te) zijn om nieuw aanbod met nieuw publiek in contact te brengen. Van daaruit kan Melle Damen (Amsterdam) misschien nog iets leuks zeggen, hij probeert het in elk geval door Chemistry binnen te halen en de koffieprijslijst op een flatscreen te projecteren. Wat doen andere schouwburgen? De programmeurs zullen aan het woord moeten komen.

Is de VSCD een beetje onzeker geworden? Je kunt de stelling namelijk ook andersom lezen: door de subsidie/het aanbod van de laatste jaren blijken schouwburgen zichzelf nu overbodig te voelen. Het land heeft behoefte aan werkplaatsen, grote en kleine vlakkevloerzalen en hier en daar een Nieuwe de la Mar. En vooruit, Carre mag blijven.. Klaar ben je.;-)
Daphne Richter, (daphnerichter@hotmail.com)
Daphne Richter is daar nog onzeker over
16/03/2003 13:22



Subsidie geven is voor welke sector dan ook gevaarlijk. Er wordt iets kunstmatig in stand gehouden waar geen behoefte aan is. Misschien is voorafgaande waar, maar dat kan de doodsteek geven aan het theaterbedrijf, musea enzovoorts. Dus misschien wel subsidie geven?
Het VSCD-standpunt vind ik gevaarlijk, waarom iets subsidieren dat publiek trekt. In mijn optiek zou dat juist geen subsidie moeten krijgen, maar dient subsidie te worden verstrekt om nieuwe ideeen uit te proberen en die een kans te geven een eigen bestaansrecht op te bouwen. Bij het VSCD-standpunt zou je bij wijze van spreken ook commerciele producties moeten subsidieren waarom?? Volgens mij moet je nieuwe initiatieven voor een startperiode subsidieren en stoppen als het geen bestaansrecht heeft.
Peter Evegaars, (peterevegaars@hotmail.com)
Peter Evegaars is adjunct directeur
13/03/2003 21:56