moosers

Minirecensies van Yuri

“Sterf proper, denk aan de volgende…”

Deze boeiende voorstelling werd gespeeld door Monique Kuijpers en Reinout Bussemaker. De laatste verving op voortreffelijke en innemende wijze Tine Joustra, die immers in blijde verwachting is; een ware tour de force, want tekst en (samen)spel zijn behoorlijk complex. Het zou evenwel leiden tot een ónbedoeld mooi einde…

Hoe de inhoud te omschrijven, waarbij het ontluiken van een literair genie causaal wordt teruggevoerd naar het meedogenloze dodelijke schot dat de jonge William lost op een prachtig damhert? Waarbij de tegenstrijdigheden in Shakespeare’s werk worden verklaard met behulp van de paradoxale bilocatie van een quantumdeeltje? Waarbij een anachronistische confrontatie plaatsvindt tussen een moderne William en Anna en de klassieke Shakespeare en Hathaway? Het publiek is verzameld rondom het sterfbed van Shakespeare. Ofwel, het sterfbed van de ‘oude liefde’. Maar vrees niet voor haar lot, want elders wordt zij weer in een nieuwe gestalte geboren; de liefde dient zich enkel hóógnodig te vernieuwen (getuige het weinig tot de romantische verbeelding sprekende ruwe baltsgedrag tussen William en Anna):

“Sterf proper, denk aan de volgende…”

Aan het einde ontstond een curieus moment. De allerlaatste zin leidde bij Bussemaker tot een verspreking die hem bruut uit zijn rol trok. Hij lachtte in ongeloof, schudde zijn hoofd eens en corrigeerde zichzelf. Je hoorde het kraken in zijn hoofd ‘Waarom nu die láátste zin?’. Maar het mooie is, en dit pleit voor de uitstekende voorstelling, op de een of andere manier kon het gewoon; de verspreking was dan ook van een uitzonderlijk mooie en passende kwaliteit:

“Leef proper, sterf…”

Yuri gezien 20/04/2004

Wat was ik moe voor aanvang van de voorstelling. Oogleden zwaar; alleen maar gapen! Een 24-uurs treinstaking in het vooruitzicht, dus ik móest deze avond terugreizen naar het verre zuiden. Ik ving op dat de voorstelling een speeltijd van ongeveer drie uur had; dus pas rond 2 uur zou ik mijn veilige bedje kunnen betreden. Kortom: ik was niet écht gemotiveerd…

…tot ik de omgebouwde repetitieruimte betrad en mij over parket, langs ijzeren stellages, en onder houten constructies door een weg baande naar de zetels voor het publiek. Ja, uitstekend decor! Het stuk werd plots ingezet middels een monoloog, gesproken door de aandoenlijke dienstvrouwe van het hof, waarna de personages onder begeleiding van een opzwepende beat het hoffelijke ‘strijdveld’ betraden; strak achter elkaar, eerst lopend, vervolgens in draf en uiteindelijk in volle sprint onder aanvoering van de koning. Daar stonden ze, stoere karakters gehesen in stoere kostuums; goede kostuums, modern, maar toch heel duidelijk de middeleeuwse tijd en de verschillende rollen accentuerend.

De tragische geschiedenis van kroonprins Carlos, wiens grote liefde door zijn vader is opgeëist en tot stiefmoeder is geworden, wordt op pakkende wijze uitgebeeld. De acteurs staan dicht op het publiek en weten zeer geloofwaardig hun rollen neer te zetten, waardoor doorgaans grote thema’s als verraad, verdriet en wraak heel klein en invoelbaar worden. Het verhaal is goed bewerkt: je blijft als publiek nergens ‘hangen’, en ook de plotwendingen zijn verrassend.

Mooiste moment: de schrijnende klaagzang van de eenzame koning, “Ik zoek een mens…”.

Yuri gezien 13/10/2004

Geïnteresseerd in deze voorstelling? Bereid je voor! Als je een conventioneel drama verwacht met pakkende verhaallijn, heldere opbouw en afronding, herkenbare protagonist en verzameling antagonisten, weet dan bij deze dat Botho Strauss andere plannen heeft. Een onvoorbereide bijwoning van ‘Trilogie’ heeft als risico dat je een lange, saaie avond tegemoet gaat.

Daarom een korte introductie. Als in de jaren 60 en 70 de roep om politiek en maatschappelijk geëngageerd toneel klinkt, wendt Strauss zijn hoofd minachtend weg. Nonsens vindt hij dit, een leeg ideaal, symptoom van de elitaire oppervlakkigheid die zich van de kapitalistische mens heeft meester gemaakt. Strauss gaat tegen de gevestigde kunstminnende orde in, en schroomt niet hiertoe een stuk te schrijven dat tegen alle regels van het vermaak ingaat. Als publiek zijn we simpelweg getuige van korte en langere ontmoetingen tussen de verschillende personages, aan de vooravond van de opening van een kunsttentoonstelling. Strauss heeft weinig sympathie voor zijn eigen personages. Oppervlakkigheid, overspel, gedeelde mislukking en schone schijn, zijn de lijntjes waardoor de personages ter nauwernood met elkaar verbonden blijven.

Toch heeft de liefde een plek in dit stuk, zij het verborgen in een verzuchtende monoloog van theaterdirecteur Moritz. Als hij spreekt, fixeren rondom hem de rest van de personages tot ze zelf een schildering vormen. Daar staan niet langer levende mensen, maar oppervlakkige schetsen van mensen. Althans, als wij door de ogen van deze elitaire kunstminners zélf kijken.

Let op de mooie mise-en-scène; schilderingen! Het spel van enkele acteurs is daarentegen wisselvallig.

Yuri gezien 07/10/2004

‘Keetje van Heilbron’ begon met een achterstand, dat moet gezegd worden, het genre spreekt mij namelijk niet echt aan: een romantisch melodrama, met vleugje mysteriespel; een soort rederijkersstuk, ofschoon daterend uit de laat 18e eeuw. Kleine Keetje in een grote schouwburg? Gaat dat wel goed? Mijn nieuwsgierigheid naar de bewerking en vormgeving door TGA was echter gewekt…

Na een half uur was de moed mij in de schoenen gezonken; het stuk boeide totaal niet. De vorm – moderne kostuums, eenvoudig maar ‘slim’ decor, licht en geluid - nuanceerde de melodramatische inhoud, dat was zeker een goede keuze, maar de inhoud was nogal springerig, soms moeilijk te volgen en als je het volgde eigenlijk niet zo heel erg interessant.

Toen kwam de wending. Het spel werd vlotter, de rollen leuker, en het verrassende gebruik van het decor wist mij plots toch mee te voeren. Wat volgde was een dik anderhalf uur met een aantal mooie momenten: de brandscène, de overtocht door een rivier en de speelse liefdesscène tussen Keetje en graaf Bliksem. Ook noch een paar stevige lachmomenten: de schoonmoeder en de keizer.

Toch zijn het uiteindelijk geïsoleerde hoogtepunten. Het serieuze-, romantische- en mystieke element, alledrie aanwezig in ‘Keetje’, bleven voor mijn gevoel te gescheiden van elkaar, waardoor het geheel niet echt ‘rotsvast’ leek te staan.

Yuri gezien 29/09/2004

Eindelijk heb ik een voorstelling gezien die zich tot in elke nerf en zenuw liet voelen. Een late komst maakte dat ik met enige schroom op de voorste rij moest gaan zitten, maar ménsen, wat kwam het spel van de acteurs hierdoor dicht op mijn huid…

‘Vrijdag’ vertelt over de thuiskomst van Georges (Bert Luppes), een vermeend pleger van incest. Hoe wordt hij ontvangen door zijn vrouw (Elsie de Brauw), inmiddels zwanger van zijn goede buurman (Fedja van Huêt)? Komt zijn dochter (Yonina Spijker) hem nog onder ogen? Is hij zélf nog wel de oude? En…is hij eigenlijk wel schuldig? Luppes en De Brauw zijn aan elkaar gewaagd. Spijker heeft een korte, moedige en confronterende rol. Van de acteurs vond ik Van Huêt echter niet geheel tot zijn recht komen; hij lijkt op een of andere manier ‘te sterk’ voor dit wat deemoedige personage.
‘Vrijdag’ gaat over zonde en schuld, zeker, maar beide worden omarmt door de liefde die vergeeft. ‘Vrijdag’, Goede Vrijdag, gaat over de passie, over de innige vervlochtenheid van het lijden en de liefde. We zijn getuige hoe de liefde zich traag omhoog worstelt uit de diepe spelonk waarin hij geworpen is. Deze worsteling toont zich bijzonder in het spel van Bert Luppes die zich haast binnenste-buiten lijkt keren.

Inzage in Georges schuldvraag krijgen we door een fenomenale, meeslepende scène die gelijktijdig tragisch, schokkerend en hilarisch is. Je voelt je een voyeur als voor je ogen Georges diepste zielenroerselen zichtbaar worden. Deze scène kan op zichzelf bestaan!

Yuri gezien 02/10/2004

Gezien in een tv-reportage: als een schooljuffrouw zich voor de ogen van haar klas stap voor stap verkleedt en langzaam transformeert in Sinterklaas, dan komt voor elk van de kinderen een moment dat de juffrouw niet langer de juffrouw is, maar de Goedheiligman zélf; de illusie toont zich sterker dan het heldere verstand.
Toen ik De man met de vijf vingers zag, gespeeld door theatergroep Hotel Modern, realiseerde ik mij: die kinderen, dat zijn wij. Middels een ruw, maar ingenieus artistiek knip- en plakwerk, een samensmelting van toneelspel, maquettes, kleifiguren, een vingercamera, projecties en muziek, wordt voor de ogen van het publiek een illusie opgetrokken die zich eigenlijk niet staande kan houden, want op geen enkele wijze wordt de abstractie verbloemd: decors worden ter plekke opgebouwd en afgebroken en de verschillende uitbeeldingsvormen overlappen elkaar vrijelijk, stap voor stap wordt een eigenaardige, maar toch herkenbare wereld in het leven geroepen…en plots zit je er mídden in.
De kijker die zich laat meevoeren door dit spel, wordt tot een getuige van de dood, wordt tot de dood zélf als hij door de ogen van Magere Hein kijkt naar de verscheidenheid van zijn werkterrein: dood en verkeer, dood en ouderdom, dood en eenzaamheid, dood en liefde, dood en zelfdoding, dood en oorlog, dood en milieu, dood en terreur, dood en leven… De dood ligt overal verstrooid.
De man met de vijf vingers is een bijzondere voorstelling, die door haar vorm intrigeert, en door haar inhoud emotioneert.

YS gezien 14/09/2004
Syndicate content