moosers

Minirecensies van Abram

De mens blijft een lijdend wezen, maar de show en het spektakel nemen tijdelijk gewicht weg. De directeur opent met een kleine ode aan het theater - en dan barst het feest los. Zoals al eerder is opgemerkt, droeg ‘de Bonte Bende’ (zoals de figuranten worden genoemd) bij aan de circusvreugde, maar was het explosiever geweest als een en ander iets synchroner liep. Er was wel een heerlijke, ritmische golfbeweging. De langzame stukken waarin directeur en stalmeester met echo dreigen en de wervelende showtjes van vrouw- en dochterlief. Die showtjes gaven het stuk wel de juiste dynamiek, maar inhoudelijk droeg het helaas geen donder bij. Michael Pas werd genomineerd voor de hoofdprijs, maar ik vond hem juist niet zo knap doseren. De clown, het naieve, onbevangen kind, kan mij pas interesseren als de worstelingen oprecht zijn. Daarbij kan hij in sneltreinvaart tussen de meest extreme emoties schakelen, maar het moet geen effectbejag zijn - en daar leek het bij deze clown een beetje op. Vooral zijn verdriet vond ik moeilijk te geloven, het leek mechanisch getimed en geforceerd. Ook werden veel grappen in de tekst gezocht, flauw, maar ook jammer omdat de clown nu juist in staat is om in een trage, universele beeldtaal te confronteren. De enige clownsbewegingen (act met hamer en die met geweer) waren wel erg goed! Waarom niet meer van dat? Thomas de Bres vond ik nu wel weer goed doseren. Hij was gemeen, hij was de macht, maar wel met fantasie - en daarom minachtte hij de domme gemeneriken en respecteerde hij de creatieve mens.
Prachtig beeld! Decor, licht, kostuums (vooral die van de directeur) waren fabuleus!!! Het leek een grote opmaat naar een lofzang op De Droom. Alleen sterft een droom met de slapende en blijkt fantasie te overlappen. Ik vond het toch een kleine dromen-doder.

Abram gezien 13/02/2007

De ge’appelde storm was een humoristische circusshow. Prospero en zijn bosgeest, de dirigenten van de intriges, waren op voor ik mijn plaatsje had gevonden. Publiek zat rondom op de tribunes en kon elkaar zien. Signalen om aan te geven dat de misleiding en oplichterij van de hoofdfiguren eigenlijk een grote theatershow is. De speelstijl deed mij denken aan commedia dell’arte, het Italiaanse typespektakel uit die mooie tijd waar spelers nog maskers droegen en vrouwen niet meededen. De twee semi-ingetogen geliefden, Prospero en de bosgeest als gecombineerde nar en de dronkelap met zijn praatjes (maar gebrek aan moed) als een moderne el Capitano. Bij een dergelijke storm van stripfiguren is het uitkijken dat het niet verzand in enkel geschreeuw en grote gebaren, maar hier gaf de kalme, introverte Prospero een broodnodig tegenwicht. Door zijn evenwichtige peinzen vond ik het hoofdthema ‘de wraak van vergeving’ echter minder uit de verf komen (tomaatje). Ik werd soms ook wat afgeleid van de inhoud van Prospero’s monologen, omdat hij zijn tekst afwisselend tot elke zijde van de zaal richtte. De stripfiguren werden vol overgave getekend en kregen veelvuldig de lachers op de hand (dik gewei, vooral voor de dronkelap). De mimescène met de etenstafel was een prachtige vinding, maar onderling was de mime niet goed afgestemd (gemiste kans). In het tweede bedrijf dreigde de circus- en showelementen even de overhand te krijgen: de laatste touwtruc was er eentje teveel. Hulde voor de heldere vertaling! De teksten waren begrijpelijk, maar mooi en ritmisch (gewei!). De redelijk ingewikkelde verhoudingen en motivaties kwamen duidelijk naar voren en dat is pittig genoeg (nog een gewei). De ‘serieuzere laag’ van het stuk was wat onderbelicht, maar in humor en helderheid zijn ze dubbel en dwars geslaagd en ik nomineer ze gewoon voor de publieksprijs.

Abram gezien 19/05/2006

We zaten in de ondergrondse en er kwam een zwerver op die wat met zijn mondharmonica begon te spelen. Toen begon zijn tirade tegen het huidige mensdom. In het begin was ik nog vol aandacht en hoorden wij een paar leuke, herkenbare commentaren. Dat mensen niet meer echt lezen. Dat ze in gezelschap een boek pakken en een mimisch showtje weggeven. Waarom we niet gewoon in alle eenzaamheid een boek pakken en haar lezen, echt lezen. Dat de mens te doelgericht bezig is. Dat er vroeger nog een zekere doelloosheid bestond en dat tegenwoordig enkel kille berekening de klok slaat. Ook wat hypocriet misschien, omdat deze zwerver duidelijk een lijstje van punten afwerkte. Dat de mensen niet meer lachen, niet meer echt lachen, maar alleen de tronies in gespeelde vreugd forceren en dat je hoort te lachen met het hele lichaam, niet alleen twee geboetseerde lippen. Allemaal leuk en aardig en het was ook vrij snel duidelijk dat dit geen lieve, verdraagzame man was. Dat alles dat hij lelijk vond eigenlijk lelijk werd door hem. Maar in duizend en een variaties bleef ons hetzelfde en hetzelfde worden voorgeschoteld. Met steeds minder retorica en steeds onzuiverdere aanvallen. “Hey jij daar, je ziet er niet uit met je…” En er gebeurde verder niets! Helemaal niets! Hij maakte geen verandering door, werd niet even breekbaar en bleef maar schelden. En ja hoor, op het einde kwam nog even iemand hem vertellen dat hij zelf lelijk was. Dat wisten we al na vijf minuten. Het spel was in principe oke, maar de tekstkeuze (, de tekst) en de regie waren klote. Een tomaat en gauw vergeten!

Abram gezien 10/05/2006

Een verhoogd decor in een stalen omlijsting waar binnen een houten gemeubileerde huiskamer. Daarin lopen Maarten, zijn vrouw en de hond rustig rond. Het begint als een alledaagse dag. Op enorme videoprojecties kijken we ‘door de ramen heen’ waar een besneeuwd landschap te zien is. Maarten klaagt over de winter, want alles raakt ondergesneeuwd en onherkenbaar, hij vindt de winter maar verwarrend. Maar langzaam begint het door te dringen dat Maarten zijn geheugen aan het verliezen is. Eerst vergeet hij kleine dingen en probeert deze nog te maskeren en aan de winter te wijten, maar geleidelijk takelt hij steeds verder af. Hij zoekt excuusjes en heeft het zelf niet eens zo door, maar zijn vrouw wordt steeds banger. Wat heerlijk ook om weer eens wat klein en naturel spel te zien, zonder dat het, als in Proust, heel abstract wordt gebracht. Gewoon weer eens een beetje herkenbaar en ‘echt’ toneel (gewei daarvoor). De videoschermen schokken en ineens is het ‘s avonds geworden, of ‘s middags, het is even omschakelen. Ook voor Maarten zo te zien, die zijn besef van tijd kwijt begint te raken. De dokter vergelijkt zijn herinneringen met bomen in een ondergesneeuwd landschap. Maarten ziet de boom en herkent haar als zodanig, maar weet haar niet meer te plaatsen in de context. Ook op de schermen flitsen er soms wat groene takken tussendoor. Eenzame, ongeplaatste bomen, of de verstoorde vertakkingen in zijn hersens, in ieder geval speelt het lekker op de associatie, zonder al te vaag te worden (nog een gewei). Retesterk gespeeld en met een mooi decor (dat uiteindelijk af(of op)takelt en even abstract wordt als de waarneming en het besef). Het is hartverscheurend om te zien hoe dit eens zo gelukkige echtpaar de gezamelijke herinneringen kwijtraakt, zeker als Maarten met een fotoboek van hun trouwdag wordt geconfronteerd. Die Keesmaat is een ware kampioen (gewei speciaal voor hem)! Verder prachtige tekst (gewei!) en wederom mooie, ondersteunende beelden. Het enige minpuntje vond ik het einde. Een lange, monotome monoloog van de hoofdpersoon, die mij iets te abstract en eentonig was; ik kon mijn aandacht er niet meer bijhouden (kleine tomaat, helaas). Aan het eind kreeg de crew een staande ovatie en eindelijk weer eens een welgemeende! Collectief had Publiek het idee iets heel bijzonders meegemaakt te hebben.

Abram gezien 18/03/2006

Mooie kleding zeg! Petje af. Decor was wel leuk gedaan, vrij simpel en de decorwisselingen liepen ook heel soepel. Lichtje uit, muziekje aan, beetje rondlopen en schuiven en klaar. Het verhaal ansich was wel redelijk crap. Zal er niet teveel over verklappen, maar het eind was al duidelijk, terwijl het spel nog wel even doorging. Conclusie was dus ook best een beetje stupide. Die Oscar Wilde weet wel wat leuke, ‘spitsvondige’ zinnen in elkaar te knoeien en de hele situatie en verwarringen waren wel in orde, maar ik vond het nou ook niet echt een scherpe aanval op de ‘hogere kringen’. Het was gewoon wel handig om het daar te situeren en een beetje te spelen met platte, ronde theegebakjes. Die scene was trouwens wel echt heel grappig! Ik ging hardop lachen. En die Jeroen Spitzenberger had ook wel een paar geniale momenten. Onze Bracha had een beetje een platte rol helaas. De regie voegde niets toe. De dialogen waren leuk, maar er was weinig in de mise-en-scene of vormgeving dat het iets van een extra dimensie gaf. Jeroen en de kostuummadame krijgen van mij wel een gewei hoor, maar voor Wildes plot (of de uitwerking) een tomaat en het ontbreken van een extra laagje gewoon nog een tomaatje. Volgens mij kan men hier meer mee doen, of een ander stuk kiezen.

Abram gezien 24/02/2006

Erg lang. Dat ten eerste. Het gedeelte voor de pauze duurde een dikke twee uur en alhoewel ik vol spanning begon te kijken, merkte ik naar het eind toe toch dat ik niet echt meer lekker zat. De zaal begon wat meer te hoesten en de concentratie ging omlaag. Over het algemeen heb ik zeeën van geduld, maar dit was gewoon net iets te lang (tomaatje dan maar). Er werd wel ontzettend goed gespeeld!! Het archaïsch taalgebruik werd met zeer moderne intonatie al snel een nieuwe, geloofwaardige manier van spreken (gewei!). Jacob Derwig was geweldig in zijn donderspeech (een gewei speciaal voor hem). Verder vond ik de aankleding erg leuk; de kostuums waren vrij modern, maar de lange jassen en jurken verwezen duidelijk naar het 16e-eeuwse Spanje (voor zover ik me dat kan voorstellen). Het paleis was ‘verlicht’ met kille, onpersoonlijke TL-balken, de sfeer van het regime tekenend (een dik gewei voor kleding en decor). De prinses van Eboli moest even op gang komen en was hierna geweldig. De voor na laatste scène met de grootinquisiteur vond ik saai en langdradig. De ontwikkelingen waren in volle gang en deze scène stagneerde alles (tomaat erheen!). Tot slot vond ik de inleiding kut. Die vrouw was totaal niet geïnspireerd en las de dramaturgische onderzoekjes emotieloos en zonder persoonlijke aanvullingen voor (die tekst stond ook in de boekjes en op de site).

Abram gezien 10/10/2005

De boeken heb ik niet gelezen, daar komt binnenkort verandering in. Zoals ik had begrepen, was dit echter een metaverhaal over de schrijver vanuit zijn huishoudster. Het verhaal wordt verteld door de huishoudster die in een keukentje wordt ge�nterviewd. Terwijl zij herinneringen opdiept, zien wij de beelden van haar geestesoog gespeeld op het podium. Binnen deze herinneringen, spreekt de schrijver, Marcel Proust, ook over het verleden en soms neemt zijn jongere-ik het woord over. Herinneringen in herinneringen dus. Het geheel was vrij minimalistisch opgezet, er werd weinig gespeeld en vooral veel geprojecteerd. Gezichten werden uitvergroot en associatieve beelden werden getoond op een enorm doek. Dit was, zo las ik, om de werking van het geheugen na te bootsen. Ik vond het erg goed werken, vooral omdat je bij het minimale spel erg was overgeleverd aan je eigen verbeeldingsvermogen. De associatieve beelden die werden aangeboden, hielpen om vanuit jouw eigen geheugen beelden op te diepen om de gedeclameerde beschrijvingen een invulling te geven (een mooi gewei hiervoor). Verder prachtig vastgelegde mijmeringen van Proust, herkenbaar, maar soms wat langdradig (toch een gewei). De muziek en vooral het licht was subtiel, maar onmisbaar voor de inleving (alweer een gewei). Ik vond het wel jammer dat het niet zo diep inging op Prousts schrijverij, want de man zelf vond ik niet bijzonder sympathiek en het verhaal werd voor mij dus niet meer dan een verhaal over een lastige, mijmerende man die hard aan iets mistigs werkt en sterft. OP ZICHZELF een weinig intrigerende geschiedenis, waar ik - afgezien van de prachtige teksten uit de boeken - niet zo gek veel mee kan (tomaatje).

Abram gezien 08/10/2005

De spelers van de Appel en Hugo Maerten lieten hier hun veelzijdigheid zien. Er werd gedanst, gezongen, zelfs getapdansed en een heleboel gemusiceert. Er werd weinig gesproken, de scenes (waarvan de afwikkeling meestal werd overgeslagen) waren erg visueel, grappig en verassend. Begeleid door blazers, piano, drums, belletjes, mandoline, fluitjes of wat al niet werden er een aantal tragische clownsacts neergezet (de prachtige muziek en de beelden verdienen een gewei!). Het stuk begon heel rustig aan, met een mannetje dat wat stoelen verschuift, wat in zichzelf babbelt (in het Duits) en met het achterdoek knoeit. Beetje bij beetje komen de andere clowns binnengewandelt. Dit tempo word het hele stuk volgehouden. Clownsacts worden wel eens overhaast, maar hier ging het sceneverloop kalmpjes aan, zonder een moment mijn aandacht te verliezen (voor dit lekkere tempo en een mooi uitgekiende duur van een kleine anderhalfuur zonder pauze alvast een gewei). Licht en geluid waren top (gewei)! Prachtige scene met een ladder (gewei). De scene met de kaars hadden ze eruit mogen laten. Behalve deze, mindere scene en de aanmerking dat het stuk mij in feite geen stof tot nadenken bood (thema’s als gulzigheid, medelijden en erbarmen waren niet meer dan uitgangspunten; klein tomaatje), kan ik er geen slecht woord over zeggen. Allemaal kijken dus! Het zal geen verspilde avond zijn.

Abram gezien 19/01/2005

Regie van Pieter Kramer, tekst van Ko van den Bosch met oa Loes Luca. Misschien waren mijn verwachtingen te hoog, maar ik vond het erg slecht. Van te voren vroeg ik me al af waarom het naar een lesbische setting was verplaatst. Wat de meerwaarde hier van was? Volgens mij was dit omdat het voor veel van de bezoekers net op het randje was, waardoor er een nogal giegelige sfeer onstond (tomaat voor een onnodige draai). De Rotterdamse beelden zijn er met de haren bijgesleept en dienden niet ter ondersteuning van het stuk. De paralel die op het eind werd getrokken, sloeg nergens op, het was duidelijk dat eerst de Rotterdamse beelden bedacht zijn er daarna pas de link met het stuk (dikke tomaat hier voor). De liefde tussen de professor en het bloemenmeisje kwam totaal niet uit de verf. Er waren links en rechts wat tikken op de billen, maar nergens geloofwaardige liefde (dikke tomaat). Er was ook duidelijk niet voor romantische ontroering gekozen, maar gewoon voor een komisch stuk. En ik vond het niet grappig. Olga Zuiderhoek speelde haar rol erg vlak en kon de liefde voor haar creatie niet duidelijk maken (tomaat hoppetee!). Een mooie lesbische scene, een sterke rol voor de pensionhoudster en een hele mooie tekst (een gewei voor dit alles). Grappig is anders.

Abram gezien 30/12/2004

Eerst keer hotel modern voor mij. M’n ontmaagding. Het stuk bestond uit een aantal losse scenes met als gezamenlijk thema de dood. Dat leek erg zwaar te worden, maar dat viel tegen. Als bekend werden er veel maquettes gefilmt en levensgroot geprojecteerd op een achterdoek. Het begon met een verzameling tafereeltjes waarin allerlei mensen een bepaalde dood hadden gevonden. Naast me hadden een paar mensen de grootste lol (mooie tomaat voor hun!). Hierna kwam de alom geprezen scene met de vrouw en de eenhoorn. Wat de achterliggende gedachte hiervan was, is mij ontgaan en als ik het wel heb, ontbrak deze ook. Er werd mooi gespeeld met overgangen van film naar spel (gewei!). Even hierna noemde de langharige man een aantal vervuilende auto’s op. Een flink aantal, maar hij deed dit met zulk enthousiasme dat het nauwelijks ging vervelen. Een andere scene vertelde het verhaal van een gezin in de tweede wereldoorlog. De voice-over was soms moeilijk te verstaan, maar de beelden waren prachtig (dik gewei). Hoe ze met zulke minimale middelen (een zaklamp door wat hout, bleek een trein met haar voorbijflitsende landschap) zulke beelden wisten te maken, was verbluffend. Het was sowieso gaaf om naast de prachtige beelden, te kunnen zien hoe men de beelden maakte (nog een gewei voor het geheel). Wel jammer dat er amper gespeeld werd (tomaat)! Ik ben erg benieuwd of ze dat ook kunnen. Het filmpje van het WTC was ook zeer goed, maar had net zo goed in een bioscoop kunnen worden uitgezonden (tomaatje voor een gemiste kans). De laatste scene met Magere Hein was erg grappig. Aan het eind van de avond heb je een paar ware kunstenaars met beeld en geluid in de weer zien zijn, maar of het toneel genoemd mag worden, is betwistbaar. Owjah! De mimende man was kut (tomaat, is de balans (terecht) weer recht).

Abram gezien 03/12/2004
12 > >>
Syndicate content