Had van mij nog meer ‘fucked up’ gemogen. Een bijeenraapsel van thema’s en kunstvormen met hier en daar zeker mooie hoogtepuntjes (tekst!!). Een extra geweitje voor de danseres die absoluut meer dan dat was. De moeite waard, maar dan op de Parade en liever niet in het theater.
Als je te oud bent geworden voor DNA ga je dit soort voorstellingen maken. Het gaat dan nog steeds over de belevingswereld van jongeren, maar dan nu met een concept over de maatschappij. Het is nog steeds met leuk dansen, maar dan nu met moderne dans invloeden. Het gaat nog steeds over Britney, maar dan nu als symbool. Het werkt niet, maar het is wel onderhoudend.
Bert Klunder maakt eigenlijk cabaret, maar omdat hij in “De Aanklager” helemaal niets doet om het publiek te vermaken lijkt het haast wel of hij toneelambities heeft. Hij ligt, heel artistiek, de hele voorstelling op een massagetafel. Vanuit deze gemakkelijke positie spuugt hij platitudes de zaal in over buitenlanders, homo’s en vrouwen. Het keurige Diligentia-publiek in Den Haag kreeg zo de kans hier lekker om te lachen, terwijl het ongetwijfeld Klunders bedoeling was dat we om zijn type lachten. Echt tenenkrommend werd het tijdens het “gevoelige moment”, toen bleek dat dit type zo fout was
omdat zijn broer thuis alle aandacht kreeg. En dit bleek geregisseerd door Kees Prins! Argh!
Tsja, ik was dus zeg maar aangedaan en geemotioneerd door deze voorstelling, waarom geen idee, want waar ging het over, mmm. Ik vind Pètra Ardai geweldig eerlijk en hoewel het een monoloog was, verveelde het me geen moment. Video is een moeilijk ding, ik vond het niet altijd even goed, maar het eindfilmpje was wel heel mooi. Lijkt me een goede Lowlands-voorstelling.
Dinosaurussen maken toneel, wat is het toch goed dat het bestaat. Vormgeving zoals je dat nog wel eens in Engeland kunt zien of in een vrije produktie en spel is wisselend en wisselvallig maar vooral vaak te langzaam. Maar dan: De tekst is kwijt en Wim van den Heuvel komt op! Het stuk lijkt opnieuw te beginnen en de energie vliegt er vanaf. Speciaal gewei voor Floor van Berkestijn die wel te veel met heur handjes truttelt maar ook het snel tekstzeggen op de korte baan heeft gewonnen en daarmee een hoogtepunt was. Aangenaam theater.
Een voorstelling die nooit echt kan boeien. Een draak van een decor, steriele en ontoegankelijke tekst en weinig overtuigende acteurs. Niets tegen konings- of keizerdrama’s hoor, maar doe er dan toch iets mee, laat het publiek ergens zien waarom je ze in godsnaam blijft spelen.
Speciale tomaat voor de vertolking van Agripinna, die door geen enkel zichzelf respecterend amateurgezelschap gecast wordt. Een gewei dan weer voor de aanstekelijke vertolking van Nero, waar het publiek zich telkens aan kan herbronnen. Maar zoals gezegd dus, niet echt een geslaagde poging.
Tien mensen die zogenaamd maar wat doen en dan perfect getimed op een klassieke symfonie. Heerlijk om naar te kijken. Een extra gewei voor de cast, de samenstelling van de groep is echt geweldig. Maar de achterkant blijft uit. Deze mensen worden onder druk gezet om op het toneel te blijven en ons te vermaken, maar waarom blijft onduidelijk. Ja, uit beleefdheid zegt de flyer. Maar die voel ik niet zo.
Misschien dat het zonder die verhaallijn wel raarder en absurder was geworden. En wranger, het was allemaal iets te aardig.
Petje af, Jezus wat een kluif!!! zaten een hoop mensen in de zaal te slapen, van die lui die denken oh oh ja Wachten op godot!!! dat fantastische stuk van hoe heet ook alweer.. ja beckett. Komen de zaal binnen, all hyped up, denken entertainment te krijgen. Dan moet je toch echt niet naar beckett gaan. maar goed, erg dapper doodpaard chaps. Dit wilde jullie altijd al doen, nou helemaal gelukt!! hoewel, ik ervoor had genoeg die jenga hout stapel te laten liggen waar die neer donderde, dat metteen weer netjes leggen is zo kunstmatig. een tomaat daarvoor, de rest: Hortsik!!
Een merkwaardige allegaartje, deze voorstelling. Decor en kostuums zijn echt onverteerbaar slecht en lelijk, maar Gees Linnebank staat Louis d’Or-waardig te acteren. Verder wel echt te traag, waardoor alle grappen genadeloos voor rij 1 blijven liggen.
Dan ineens, tijdens het vijfde bedrijf, is Linnebank zijn tekst kwijt, zegt “sorry dames en heren, ik ben nu even mijn tekst kwijt; kan gebeuren” en lost dit zo droogkomisch op dat de zaal dubbel ligt. IJs gebroken, voorstelling gaat vliegen en zo gaan we toch nog grinnikend de schouwburg uit. Discordia bij HNT, Bravo!
Wat is dat toch met die adoratie van de klassiekers en het “wie zijn wij eigenlijk om deze grootse tekst te mogen vertolken ?”.
Neen, geef mij dan maar Go, Baby Go! van Monk. Weliswaar ook hier een Russische klassieker (Tsjechov, Drie Zusters) als inspiratie, maar dit keer gelukkig met een minimum aan zogenaamd respect en adoratie vertaald naar deze tijd. Een huiskamerdrama maar dan van het type ‘lounge’, een familiegeschiedenis maar dan van het type ‘een verre chatvriend is beter dan een goede broer’. De tekst is lichtvoetig en bitter, vrolijk en ronduit cynisch, het spel is karikaturaal en ingeleefd, genadeloos en vol mededogen.
Moeiteloos verweven deze tegenstellingen zich in de voorstelling. Ook het spel is verbluffend en absoluut niet ingehouden. Wat een bevrijdende theater-ervaring. Zo kan het dus ook. Ik zou zeggen: ga !