theaterpraat

Uitgangspunten Van der Ploeg

Onder de titel ‘Cultuur als confrontatie’ heeft Staatssecretaris Van der Ploeg zijn uitgangspuntenbrief voor de cultuurnota gepubliceerd. In deze brief somt Van der Ploeg zijn eerder genoemde ideeën nog eens op en werkt hij ze verder uit. Het belangrijkste punt in de brief is dat er, naast kwaliteit, drie nieuwe criteria moeten komen om culturele instellingen te beoordelen. Dit moet leiden tot “een flinke doorstroming” in de gesubsidieerde cultuur. De drie nieuwe criteria zijn:

  • Maatschappelijk bereik. Instellingen moeten minstens drie procent van hun budget besteden aan het bereiken van nieuwe publieksgroepen, met name jongeren en allochtonen. Als ze dat niet doen worden ze drie procent gekort op hun subsidie. Daarnaast wordt de zogenaamde 15-procentsregeling aangescherpt. Instellingen moeten nog steeds 15 procent van hun budget uit eigen inkomsten halen, maar sponsorgelden tellen daarbij niet langer mee.
  • Subsidie per bezoek. Voor iedere kunstvorm is een richtbedrag vastgesteld voor de hoeveelheid geld die de overheid toelegt op de toegangsprijs. Bij theater is dit 90 gulden. Een instelling die per bezoeker anderhalf keer zoveel kost, “heeft een grotere bewijslast om de gevraagde subsidie te motiveren”, schrijft de staatssecretaris.
  • Positie in het bestel. Iedere instelling kan aanspraak maken op subsidie, niet alleen op basis van kwaliteit, maar ook omdat ze belooft een bepaalde functie in het bestel te vervullen. Rode draad door de brief van Van der Ploeg is het zoeken naar een “breder en divers” publiek. De staatssecretaris vindt dat de wensen van het publiek in de afgelopen decennia ten onrechte zijn verontachtzaamd. Van der Ploeg wil “het beste populair maken en het populaire beter”. Nu al is bekend dat hij daar 131 miljoen voor wil uittrekken. Daar horen de kunstvouchers voor scholieren bij (25 miljoen) en ook 20 miljoen voor de programmeurs van de schouwburgen.
    Al direct is er veel kritiek gekomen op de uitgangspuntennota. Zowel de vakbond FNV-KIEM als de Federatie van Kunstenaarsverenigingen stellen dat de financiële onderbouwing van de staatssecretaris niet deugt. Bovendien kunnen ze niet begrijpen hoe een breder publiek bereikt kan worden zonder dat er concessies worden gedaan aan de kwaliteit. Volgens de FNV en de Federatie wekt de nota de indruk dat alle vernieuwing van de staatssecretaris moet komen. Ze zeggen dat veel van de gewenste ontwikkelingen al gaande zijn.
    Belangrijker is de kritiek uit de politiek zelf. De regeringspartijen VVD en D66 hebben, net als het CDA principiële kritiek op een aantal hoofdpunten van Van der Ploeg. CDA en VVD vinden dat het nieuwe kunstbeleid van bovenaf moet en kan worden opgelegd. Daarnaast vinden de partijen dat de kunstbegroting niet mag worden gebruikt voor welzijnsbeleid, zoals het bewerkstelligen van culturele diversiteit. Wel is er waardering voor het opschudden van de bestaande structuren en het zoeken van de confrontatie en wisselwerking. VVD en D66 willen nog deze maand een kamerdebat met Van der Ploeg. (NRC & Volkskrant, 9/6/99)

    zie ook: de volledige tekst op www.minocw.nl/confront/

  • Moose op 08/06/1999 - 23:00  
    meer over Cultuurnota 2001-2004, Rick van der Ploeg, Tweede Kamer