theaterpraat

Eens aan het project begonnen, begon ik te denken dat Andrei misschien een spion was. Of voor de overheid werkte. Hij heeft een organisatie opgericht om de belangen van buitenlandse toneelschrijvers in Wit-Rusland te beschermen en is speciale consulent voor de president over auteursrechten. Waarom zou een Wit-Russische toneelschrijver zich druk maken over de rechten van buitenlandse toneelschrijvers? Lijkt mij een effectieve manier om controle uit te oefenen over wat wordt gespeeld en door wie.

Bovendien weet ik hoe het nog steeds in die voormalig-sovjet landen zit, democratisch of niet-zo democratisch. Je komt alleen aan werk als theatermaker als je lid bent van de vakvereniging. In de niet-zo democratische landen blijf je lid alleen zolang als je ‘goed’ wordt gevonden. Voor een voorbeeld van wat ‘goed’ betekent en wat gebeurt als je niet goed wordt gevonden, kijk naar de film ‘Das leben der anderen’. Of probeer, als ik, het Belarus Vrij Theater te mailen: ‘Excuses voor de trage reactie, afgelopen week waren een aantal van ons [weer] aangehouden’.

En als Andrei geen spion is, maar ‘slechts’ een toneelschrijver met goedkeuring van de overheid, geeft het hem en die overheid een valse legitimatie als hij aan ons project meedoet?

Ik besprak mijn twijfels met Gabriel en de andere toneelschrijvers. ‘Ja, eigenlijk weten wij het ook niet – een familielid van hem werkt ook bij de geheime dienst.’

‘Maar hij heeft ook bij het Belarus Vrij Theater gewerkt?’

‘Ja, maar ze hebben enorm ruzie gehad voor onbekende redenen en niet meer kunnen samenwerken’.

Een hij verdient zakenvol geld huis en in Rusland. En ondanks de dictator kan hij vrijelijk naar het buitenland reizen. Laatst naar Cuba, voor vakantie, maar straks naar Berlijn, voor ons project.

Maar dan deed ik een beetje onderzoek. Toneelstukken van hem wel verbannen. Een experimenteel gezelschap dat door hem is opgericht is ook verbannen. En de reden waarom Andrei de rechten van buitenlandse toneelschrijvers wil beschermen?

Wit-Russische theaters en gezelschappen betalen geen royalties aan buitenlandse toneelschrijvers, wat betekent dat geen toneelstukken van lokale schrijvers worden opgevoerd - het goedkoper is om slechts buitenlandse toneelstukken te tonen. Gezien dat alle toegestane gezelschapen en theaters door de overheid worden betaald, kan het niet-betalen van buitenlandse toneelschrijvers en dus het niet-programmeren van binnenlandse schrijvers, als officiële beleid worden beschouwd.

Andrei probeert dus ‘officiele beleid’ te veranderen om lokale, mogelijk problematische schrijvers, en kans te geven.

Ja, maar de president lijkt het probleem nu te herkennen, en Andrei een bijzondere positie te geven – ook een poging bij de president legitimatie voor zichzelf te werven? Of toch iets sinisters?

Maar Andrei lijkt zo’n aardige vent…

Terry op 19/05/2009 - 13:26  
meer over Theater en culturele diplomatie