theaterpraat

33. Maeterlinck / Gedachten over de tijd

536_!cid_204C162D-F87F-4457-8330-D64FB809C30A@lan.png

Maart 2007 Rond de voorlaatste eeuwwisseling, meer dan honderd jaar geleden dus, zitten in een naaiatelier in de Gezondheidsstraat in Gent vier naaisters achter vier naaimachines. Hun bazen kijken vanaf een verhoging toe. Eén van hen strijkt met enige regelmaat met beide handen de vrouw van zijn pantalon strak. Veel meer doen ze niet, de bazen. De vier naaisters heten Georgette, alle vier. Maurice Maeterlinck was nou eenmaal helemaal weg van Georgette Leblanc. Vandaar. Die vier naaisters bedienen de vier naaimachines, maar verder doen ze zo goed als niks. Een half uur lang.

In de schouwburg in Amsterdam neemt de spanning dat eerste half uur van de voorstelling ongekende proporties aan. Want hoe moet je je gedragen als je alleen maar naar het verstrijken van de tijd kijkt? Want dat is wat we te zien krijgen. Het voortschrijden van de tijd op een podium waarop de klok is stil gezet. Een mooi traag woord, voortschrijden. Desondanks voelen veel toeschouwers zich er ongemakkelijk door. Ook C. die naast me zit.

De intrinsieke tragiek
Maurice Maeterlinck had een hartgrondige afkeer van de traditionele toneelpraktijk van zijn tijd, weet ik inmiddels. Georgette, zijn geliefde, had hem overgehaald om in Parijs te gaan wonen. Maar Maeterlinck haatte de mondaine thematiek van de zogenaamde scène parisienne. Seks, overspel, jaloezie en wraak, dat vond hij allemaal maar niks. De intrinsieke tragiek van het alledaagse leven, dat moest genoeg zijn. Zelf zei hij het zo: ‘Il y a un tragique quotidien qui est bien plus réel, bien plus profond et bien plus conforme à notre être véritable que le tragique des grand aventures.’ Sorry, Maeterlick is dan wel van Gent, maar wel een bourgeois, en in die tijd was Frans nou eenmaal de taal van de Vlaamse bourgeoisie.

Van de klassieken moest Maeterlick, ondanks zijn afkomst, ook al niet veel hebben. ‘Oké’, zou hij in hedendaags Nederlands zeggen, ‘een zoon doodt zijn vader omdat hij zeg maar zelf op die fucking troon wil. Maar wat moet ík daarmee?’

In Maeterlinck’s toneelstukken gebeurt dan ook omzeggens niks, hij laat alleen tragiek an sich zien. Om het voor de verandering maar eens in het Vlaams en Duits te zeggen. In die geest heeft de Zwitserse regisseur Christoph Marthaler zijn voorstelling over Maeterlinck dan ook geregisseerd. Als verbeelding van de alledaagse tragiek die het wezen is van ons zijn, in een ratjetoe van talen.

De afdwalende gedachten
C. bekende me meteen na afloop dat hij al tijdens de voorstelling zou zijn weggegaan als hij alleen was geweest. Hij was niet alleen, hij was met mij, daarom is hij gebleven. Maar nu wil hij niet nog meer tijd verliezen, hij wil meteen naar huis. Nou goed dan, dan drinken we daar wel een pilsje.

In een van Maeterlinck’s toneelstukken, Pelléas en Mélisande, vermoordt de jaloerse Goloud zijn jongere broer Pélleas omdat die er met zijn liefje Mélisande vandoor lijkt te gaan. In de tram, naast een zwijgende C, gaan mijn gedachten naar een opera die op dat toneelstuk is gebaseerd. Nee niet naar die van Debussy. Naar een opera van de jonge Nederlandse componist en theatermaker Paul Oomen.

In gedachten ben ik weer in die doopsgezinde kerk op Terschelling waar een scène van zijn Melisande & Melisande wordt gespeeld. Een dag daarvoor had ik Oomen heel even gesproken toen in een halfopen schuur achter een boerderij Melisande in haar kraambed lag te sterven. Het zal weer een dag duren voor ik ergens anders op het eiland een andere scène zal zien. Een vorige. Want ook tussen de vijf scènes neemt Oomen, volledig in de geest van Maeterlinck, de tijd.

De toeschouwers in de doopsgezinde kerk gaan zoveel mogelijk vooraan zitten. Wat ik ook zou hebben gedaan als de componist me niet zou hebben herkend en me niet met een hoofdgebaar naar de laatste kerkbank had verwezen. Ik doe wat hij van me verlangt en probeer geduldig te wachten. Maar ik voel me behoorlijk opgelaten in mijn eentje in die achterste bank. Want daardoor moet ik het helemaal alleen doen: de tijd voelen. Gelukkig, achter me zet een mannenstem een lied in. Ik draai me om. Het is Goloud. De scène begint en ik blijk helemaal vooraan te zitten. Tien minuten heb ik me ongemakkelijk gevoeld, tien minuten later is de scène voorbij.

Tijd. Vaak lijkt er geen einde aan te komen. Dan lijkt het of je in de verkeerde richting zit te kijken en er niemand is die je daarvoor waarschuwt. Daar kun je natuurlijk zenuwachtig van worden. Maar altijd is er uiteindelijk toch een volgende gebeurtenis. Of een vorige. En blijkt de tijd ondertussen alleen maar even stil te hebben gestaan.

Maeterlinck van NTGent en Toneelgroep Amsterdam ging in première op 14 maart 2007 Nederlandse première op 30 maart 2007
Tekst: Maurice Maeterlinck
Regie: Christoph Marthaler
Spel: Marc Botnar, Wine Dierickx, Rosemary Hardy, Hadewich Minis, Frieda Pittoors, Sacha Rau, Graham Valentine en Steven van Watermeulen
Piano: Bendix Dethleffsen

Melisande & Melisande van Oomen en Rombach ging in première van 13 t/m 17 juni 2005
Tekst: Maurice Maeterlinck
Concept en regie: Paul Oomen en Frederic Rombach
Spel: Maribethe Diggle, Maartje Teussink, Florian Bonneau en Gertie Bruin

reacties

Wat een geniaal idee van Joop Mulder om aan het begin van Oerol de tijd op Terschelling twee uur stil te zetten. Hoewel? Toen in de schouwburg bij Maeterlinck de tijd stil stond, liepen er mensen weg. Die konden er niet tegen. Wat gaat er op Terschelling gebeuren? Dan zullen er ook mensen zijn die er niet tegen kunnen. Zullen die ook weglopen? Waar naartoe? De zee in?

RiRo 27/10/2007 - 08:46