minirecensies

Jetlag

Een biergarten aan het einde van een zonnige zomer vol bier. De stamgasten zijn wat sombertjes. Het is tijd om te vertrekken . Het echte leven begint weer. Het is alsof het vier uur ‘s nachts is in een dampende discotheek, waar zojuist na een intense avond feesten plots de lampen aan zijn gesprongen.
Als toeschouwer zit je samen met de veertien acteurs in de biergarten. We zitten op verrotte houten banken. Sommige lampen haperen. De geluidsinstallatie klinkt alsof hij zijn beste tijd heeft gehad. Je zit als toeschouwer midden in de ellendige situatie waar de stamgasten ook in zitten. Toch doet het me niks. Ik zit slechts met vragende ogen te kijken…
Waarom wil je de bezoekers zo midden in die ervaring zetten en ze vervolgens volledig negeren? Het vormidee is prachtig, maar daar moet je als regisseur en acteur dan wel mee spelen. Er zitten acteurs naast en staan overal rondom. Ze pretenderen één van ons te zijn. Maar zo handelen ze niet. Nergens gaan ze de verbinding met de ruimte en de mensen in die ruimte echt aan. Als je dat niet wilt, prima, maar ga dan lekker veilig verstopt achter een dikke vierde wand op het toneel staan.
Waarom wil je confronterend en ‘in-your-face’ theater maken – die indruk krijg ik ten minste door het woeste en opgefokte gevloek, getier en gepomp van de acteurs – en durf je dat vervolgens nergens echt te zijn? Waarom wil je werken met een groep prachtige bewegers (3e jaars van de mimeopleiding) en degradeer je ze vervolgens tot edelfiguranten? Waarom zie ik tien speelstijlen, gevarieerd van klein ingeleefd spel tot grotesk over-the-top geschmier? Waarom speelt eigengeiler Frank Lammers alsof hij een solo aan het spelen is? Hij schmiert alsof zijn leven er van afhangt en lijkt nergens ‘in het moment’ . Hij draait zijn tekst af en gaat nergens echt de interactie met zijn medespelers aan, waardoor de dialogen geforceerd klinken.
Dit alles maakt ‘Jetlag’ tot een versnipperde voorstelling vol onuitgewerkte ideeën en onbegrijpelijke regiekeuzes. Ook al zet ik zo mijn vraagtekens bij de regiekeuzes van Ko van den Bosch, de door hem geschreven tekst is wonderschoon. De tekst staat bol van de scherpe observaties en hilarische anekdotes. Het is dan ook doodzonde dat deze tekst geen ruimte krijgt om te bestaan in deze voorstelling. Ik vertrek met een kater zonder ook maar één druppel bier gedronken te hebben in deze ontnuchterende biergarten.

X gezien 16/03/2007

Een voorstelling als een zoete bonbon. De regie van Tanghe is meedogenloos consequent: traag, gamanieerd en vol slapstick achtige humor. De acteurs weten hier wel raad mee; er wordt prachtig gespeeld. Maar uiteindelijk is de voorstelling me te lief en te naief. August droomt en droomt, maar zijn droom is onbereikbaar. Niemand in de zaal zal daarover twijfelen. En dan is bijna drie uur een lange zit, ondanks de schitterende circusnummers.

Jacco gezien 15/03/2007

Als je hier niet van geniet ben je of dood of cynisch. En het ziet er zo prachtig uit, en het is zo mooi gespeeld door alle acteurs, en het zit zo vol verrassingen, en de shownummers zijn zo geweldig, en Michael Pas is zo’n ontroerend clowntje, en het licht is zo betoverend, en zulke voorstellingen zou ik wel meer in de stadsschouwburg willen zien, en en en…

AS gezien 16/03/2007

Het stuk eindigt met de vraag “Wat was je laatste gedachte?” hierop wordt geantwoord “iets kleins”. Met deze laatste zin wordt de twee uur durende voorstelling samengevat. Uiteindelijk heb je veel gezien maar neem je weinig mee naar huis. Het is eigenlijk “niets” wat er gebeurt, misschien is dit de bedoeling maar doe dan niet zo moeilijk. Het stuk is een collage van verschillende stijlen wat op een slechte ripoff lijkt van Peter Greenaway. Er wordt van alles uit de kast gehaald maar het blijft oppervlakkig. Het publiek wordt zwaar onderschat, rode rozen rood verven is het kenmerk van de tekst. Het lijkt me doordat “ALEX” weg is ook de diepgang verdwenen is. Het ligt niet aan de prestaties van de acteurs en het nieuw talent maar aan een de regisseur die een keer “De spijker niet op de kop slaat”.

M. gezien 17/03/2007

Nog een paar dagen en ‘t is weer voorbij. Zonde. Want “Jetlag” is een genot voor oog en oor. Vind ik. De NRC-recensent klaagde over gebrek aan samenhang. Hoezo? Een avondje doorzakken van kroegtijgers in een Biergarten levert nu eenmaal veel vluchtige theorieën, heftige emoties en alle kanten uitwaaierende gesprekken op. Het is de kunst om die te bedenken, briljant op te schrijven en pakkend in scene te zetten. Dat is precies van Ko van den Bosch heeft gedaan terwijl Frank Lammers cum suis zijn bedoelingen met verve tot leven wekken.

Dynamisch spektakel, spitse geestigheden, gestyleerde beweging en dat alles met de toeschouwers er bovenop. Wat mij betreft is de speellijst die nog geen twee weken beloopt ( 6 t/m 17 maart), het enige van deze productie dat tomaten zou verdienen.

colson gezien 14/03/2007

Erg gelachen. Niet gebulderd maar veel gegrinnikt. Vaak gedacht “die moet ik onthouden” of “die ga ik gebruiken” maar ik ben ze allemaal vergeten. Ko van den Bosch heeft heel scherp geobserveerd en heeft een hele bijdehante tekst geschreven vol vondsten. Heel humoristisch maar sommige verhalen hebben toch een akelig scherp randje. Frank Lammers is overweldigend als ontheemde reiziger en Harriet Stroet en Anna Schoen zijn lekker op dreef als sneue types. De mimespelers leken eerst vooral als bewegende decorstukken te dienen maar ze bleken toch wel een essentieel onderdeel van het stuk uit te maken. Vooral gaan kijken. En trouwens: Lammers Zingt!

Jeanine gezien 12/03/2007

Als dit het nieuwe (Alex) d’Electrique is, laat dan maar zitten. Van den Bosch voert regie (matig), decor (slecht) en tekst (Ypup van ‘t Hek voor het experimentele circuit). Dit stuk had een prachtig uitganspunt - ipv een bos een bierstube, maar je zit als publiek op rottige houten banken naar een hoop lawaai zonder wol te kijken. Wel zit er onder de jonge spelers leuk talent, dat echter slecht begeleid is. Jammer ook van ouder talent als Cohen en Lammers.

AD gezien 11/03/2007