minirecensies

Het Verschil

Een cabaretmeneer preekt steeds overbodiger door een toch al niet zo boeiende vertelling over leven in het ooit zo prachtig vreedzame Andalucië - voorbeeld voor ons, stoethaspelende lomperiken van nu - en beide delen belemmeren de prima liedjesvoorstelling die er ook van gemaakt had kunnen worden…
Het ene, zuinige gewei is dus voor de beide topzangeressen, hun muzikale begeleiding en hun tekstschrijvers. En voor het decor. En de jurken.
Mijn zuinigheid bij het gewei-uitdelen hangt simpel samen met de prijs die ik, lompe gevoelloze hollander, voor het kaartje moest betalen.
De tomaten zijn voor Ruut Weissman (idee en regie), die zijn idee niet ver genoeg uitwerkte en daardoor niemand écht goed tot zijn/haar recht liet komen. Ontzettend jammer, want ik denk dat het best had gekund.

eswé gezien 31/05/2007

Uitstekende muzikanten. Twee geweldige zangeressen. Een fantastische cabarettier. Twee acteurs die ik vaak goede dingen heb zien doen. Daar moet toch iets prachtigs mee te maken zijn. En doorgaans is het geheel meer dan de som der delen! - Hier niet dus; elk van de artiesten was op zichzelf beter dan het malle hutspotje dat ze hier samen moesten vormen. Hoe is het mogelijk?
De muziek (Rutger Laan) was prima, en ook de liedteksten (Jurrian van Dongen) waren dat. De veel te bescheiden muzikanten (Rutger Laan, Edoardo Righini en Jan van Eerd) speelden jaloersmakend vakkundig en overtuigend. Jenny Arean staat daar als een rots in de branding, en Wende Snijders is niet alleen een ijzersterke zangeres, maar weet zich op het toneel op een prachtige, vanzelf sprekende manier te manifesteren. Van het muzikale gedeelte van deze voorstelling was ik erg onder de indruk.
Jan Jaap van der Wal die de opdracht had de voorstelling voortdurend te onderbreken en te relativeren kweet zich voorbeeldig van die ondankbare taak. Hij is de sympathiekste cabarettier van Nederland en verstaat de verbazingwekkende kunst om scherp te zijn en tegelijkertijd zachtmoedig. De mooiste tekst van de avond was de manier waarop hij aan het eind van de voorstelling 100% correct, en zonder enige extra grap, uitlegt hoe je een band moet plakken.
Voor die mensen alleen maar geweien.
Maar. Iemand heeft verzonnen dat al deze prachtige dingen in een verhaal, een soort toneelstuk zelfs, moesten worden opgenomen om zo een geheel te gaan vormen. En daar gaat het faliekant mis. Het onderwerp is een zware, melancholische mengeling van gesomber over de oorlogen in de wereld vroeger en nu, nadrukkelijke afwijzing van antisemitisme en andere discriminatie, medelijden met de vervolgden en onderdrukten - kortom alle vreselijkheden waar iedereen in Nederland nagenoeg dezelfde keurige mening over heeft, wat de ernstige ondertoon van de voorstelling meteen onderuit haalt als veel te gratuit.
Daarbij komt dat de toneelteksten (Rob de Graaf) uitgesproken beroerd zijn: merendeels kinderachtig en veel te nadrukkelijk van toon, af en toe ontaardend in slechte poëzie. Over de flauwheid en uitleggerigheid van die teksten bijvoorbeeld: hij noemt de personages van de acteurs, de enige twee in het gezelschap met een kleurtje ‘Bruno’ (Bruine) en Iris (‘Regenboog’) - Mag ik voor volgende keer voorstellen dat hij ze ‘Blackie’ en ‘Multi’ noemt? Ik bedoel maar…
Erger nog is dat in die tekst alle dramatische spanning ontbreekt, er zit geen conflict of groei of spanning in de relatie tussen de personages (het zijn een brave broer en zus die het hun hele leven lang misselijk makend met elkaar eens zijn), ze vertellen elkaar en ons de hele avond verstandige dingen die we al wisten. Het schijnt dat Ruut Weisman, van wie ook idee en concept van deze toch eigenlijk mislukte voorstelling afkomstig zijn, de spelers ook geregisseerd heeft, maar daar is verdomd weinig van te zien. De regie is beperkt gebleven tot een keurige mis-en-scène. Daar kunnen zelfs zulke prettige toneelspelers als Ali Çifteci en Manoushka Zeegelaar Breeveld niks mee. Blijkt.
Echt zo’n idee wat je wel even als theorie kunt koesteren, maar natuurlijk niet, of in elk geval niet zo lomp als hier, moet doen, is het om de haverklap onderbreken van de moeizaam opgebouwde, hier toch al zo dunne, theatrale illusie, door een nuchtere cabarettier die te laten ‘relativeren’. Laat de spelers dat in hun spel leggen, die relativering; op deze manier onderschat je je spelers en je publiek op een heel onbeschofte manier. Ik (en zo te merken de rest van de zaal) ging na twee of drie keer op deze manier te zijn geschoffeerd, de rest van de avond lekker van de muziek zitten genieten en verder alleen maar zitten wachten tot Jan Jaap weer even kwam en het weer leuk werd. Arme acteurs, de regie liet hen geen kans.
Drie tomaten, die Ruut Weissman en Rob de Graaf samen mogen verdelen.

Leonard gezien 10/05/2007