minirecensies

Alles is goed

Alles is goed hoor, behalve de vrijblijvende regie. Deze voorstelling wordt gespeeld in een slapkomische stijl en het is niet duidelijk of dat de bedoeling is. De herten springen braaf rond (een geweitje voor het Vietnamese hert!), maar trekken ook sesamstraatgezichten naar het publiek. De hoofdpersonen, Willem de Wolf en Maureen Teeuwen (ze noemen elkaar bij de naam) mompelen geinige teksten over huilen en elkaar verliezen. Willem en Maureen spelen de twee laatste mensen op aarde. Ze hebben in die hoedanigheid kennelijk wél een zaal met publiek, want ze praten regelmatig tegen ons en doen helemaal niet hun best ons te laten geloven dat wij een fictieve zaal zijn. Het lijkt erop dat we zogenaamd niet letterlijk aanwezig zijn, maar wél alles luidruchtig goed moeten vinden. De herten kijken ons ook al verwachtingsvol aan. ‘Schmieren’ was denk ik een betere titel geweest. Zelfs de vormgeving schmiert. De stenen uit de muur zijn opeens gewoon lekker van piepschuim en we mogen de nummers op de achterkant gerust zien, een zogenaamde zware vloertegel wordt zomaar lollig gebruikt als papier, aan de geweien van herten zitten stukken plastic omdat de wereld bijna vergaan is en niets rest dan vuilnis en dat mogen wij gedurende het stuk niet vergeten, en de schedel met diamanten hoef ik niet uit te leggen. Wij worden als publiek openlijk voor gek gehouden. Wij denken dat we naar een serieus stuk kijken, maar dat is helemaal niet zo. Wil de regisseur het daarover hebben? Over het feit dat wij achterlijk zijn? Dat je ons alles moet uitleggen en ons moet vermaken omdat we ons anders vervelen? Zijn wij op weg naar het einde en verdienen we daarvoor straf? Zijn wij misschien decadent? Wil de regisseur dat ontmantelen? Misschien moet ze de volgende dan niet zo halfslachtig de lolbroek uithangen. Dat vinden wij te moeilijk, verwarrend, snappen we niet. Scheld ons maar gewoon uit.

virginia gezien 17/12/2008

De poster schept hoge verwachtingen, net als het begin van de voorstelling. Een man en een vrouw komen op in een doorzichtige poncho. Het decor is een huiskamer met twee stoelen en een tafeltje waar verschillende spulletjes op staan. De man heeft een diamanten schedel in zijn handen. De eerste paar minuten wordt er niet gesproken en is er sprake van een spannend schouwspel. Er komen verschillende herten de huiskamer binnen en er ontstaat dialoog tussen de man en de vrouw. De herten worden gespeeld door vijf mime-spelers met ‘hertenpakjes’ aan. In het begin zijn ze sterk en humoristisch, maar naarmate de voorstelling vordert, maken ze weinig ontwikkeling door en hiermee vertraagd de voorstelling. Deze vertraging wordt ook nog eens versterkt door het spel van de man en de vrouw. De geloofwaardigheid neemt sterk af, in plaats van echte personages, worden ze meer en meer de acteur die zijn tekst declameert. De dynamiek van de voorstelling zit in het beeld die Gienke Deuten schept. Een onbekende wereld met gekke, verveelde, hum oristische, geile hertjes .Het concept van de voorstelling is leuk, maar er is te weinig. diepgang. Zo kwam de filosofie niet over die er volgens de flyer toch in zou moeten zitten. Ook de herten hadden meer uitgewerkt mogen worden. Zien we mensen die herten spelen of moeten we echt herten zien? De scenes werden te veel uitgemolken. De weg naar de climax is in bijna alle scenes veel te lang. Het einde is al twintig minuten geleden geweest. Ondanks het gebrek aan dynamiek, is deze voorstelling toch vermakelijk, om de haverklap komt er een absurdistisch, komisch stukje voorbij. Als hier het accent van de voorstelling op gelegen had, dan was alles net iets beter.

werkgroep van h... gezien 27/11/2008