moosers

Minirecensies van Iwein

Verveling, leegheid, uitzichtloosheid, no future, het is de essentie van Oom Vanja waar elke enscenering mee staat of valt. En deze bewerking staat ermee. Perceval accentueert door het stuk uit te kleden tot het bot en er en passant noch een facet dik in de verf te zetten namelijk de onmogelijkheid van mensen om zich ten volle over te geven aan de liefde. Professor-Jelena, Astrov-Sonja, Astrov-Jelena, Vanja-Jelena, maar ook Vanja-moeder, nergens is er een geslaagde liefde. Het zit in Tsjechov’s stuk maar niemand heeft het er zo uitgehaald als Perceval hier. Mooi is ook, en dat zit niet in Tsjechov’s tekst, dat de professor zich duidelijk beter thuis voelt met de meid, een leeftijdsgenote, dan met zijn jonge, knappe en door iedereen begeerde vrouw.
Elk personage wordt hier gevangen op zijn eigen stoel, een beeld dat tot in de begroeting wordt vastgehouden. Vooral in het eerste deel levert dit beklemmende beelden op. Perceval hanteert daar een soms tergend langzaam tempo. De verveling en de leegheid projecteren zich onmiddellijk op het stuk, de acteurs en het publiek.
Prachtige scènes levert dit op; de dans van de moeder met de professor, de verzoening tussen de giechelende en kirrende jonge meisjes Sonja en Jelena, de vloektirade van Dr. Astrov, allemaal beelden die enorme indruk maken.
Het tweede deel maakt wat minder indruk. Hier komen de emoties tot uitbarsting en is het dus wat moeilijker om de ingehouden sfeer vol te houden. Toch zijn er ook hier uitschieters.
Gilda de Bal houdt hier een nominatie voor een Columbina (beste vrouwelijke bijrol) aan over en terecht, zelfs al heeft ze niet zoveel tekst. Ze is constant zo overweldigend aanwezig dat ze soms hoofdrolspeler (en echtgenoot) Vic de Wachter wegdrukt.
Perceval haalt enorm veel uit zijn acteurs. Enkel Sonja wordt teveel een typetje. En ook laat Perceval heel veel zien: kleine maar veelzeggende gebaren.
Een uitgepuurde en indringende voorstelling die soms wat het tempo en de spanning laat zakken maar toch een beklijvende en indringende theaterervaring is.

Iwein gezien 19/12/2003

Als er één ding opvalt in dit seizoen, dat bijna halfweg is, dan is het de retour van de lange voorstellingen. Ook ‘t Barre Land maakt van deze voorstelling een lange zit en bovendien, zoals zo dikwijls gebeurt, hoe meer naar het einde hoe meer de voorstelling aan spankracht verliest. Wat begint als een krachtige, spetterende voorstelling verzandt uiteindelijk tot tekstkramerij.
Maar ‘t Barre Land maakt dat allemaal goed door, in de eerste plaats, het spelplezier dat er massaal afdruipt. Jacob Derwig is terug, die acteur die een breed gamma van emoties tentoon spreidt, de evolutie die zijn personage doormaakt duidelijk en krachtig laat zien en dat allemaal met een gemak en een naturel die niemand van zijn generatie hem nadoet.
Maar ook de rest van de groep blinkt uit in spelplezier, Vincent van den Berg en Margijn Bosch op kop.
Spijtig dat de aandacht niet kon vastgehouden worden want het is een frisse, knap gespeelde en origineel in beeld gebrachte voorstelling.

Iwein gezien 26/11/2003

Rijnders heeft zo een paar stijlen die hij aankleeft: pompeus aangeklede en geschminkte acteurs is er zo één van en deze voorstelling één van de voorbeelden.
De Shop is een merkwaardige lokatie. De plaats waar vroeger scheepsarbeiders beneden op de vloer stonden om een job te bemachtigen die vanop de loopbruggen werden uitgedeeld, is al een tijdje voorbij en het gebouw heeft de grandeur van een nog niet versleten maar geen nut meer hebbende infrastructuur.
Gerardjan Rijnders gebruikt wat het gebouw hem influistert. Zolang alles nog goed gaat speelt de handeling zich op de loopbruggen af, van het ogenblik dat het iets minder gaat met het hoofdpersonage speelt alles zich op de vloer af. De “minderen” blijven beneden, de “meerderen” vertoeven op de loopbruggen. Het lijkt upstairs/downstairs wel. Wanneer Tim ten val komt en de hofhouding zich van hem afkeert wordt deze laatste nog een verdieping hoger gepositioneerd. De symboliek is duidelijk.
Het is al bij al een degelijke voorstelling zoals we van Rijnders en van Zuidelijk Toneel Hollandia mogen verwachten. Maar anderzijds is ze te lang, vooral in het tweede deel had duchtig in de tekst mogen gesnoeid worden. En bovendien verzuipt de voorstelling in een overmaat aan symboliek.

Iwein gezien 22/11/2003

Shakespeare heeft veel moordenaars en ander gespuis vorm gegeven maar geen enkele die het zo tegen wil en dank is dan Macbeth. Met de eerste moord zet hij een mechanisme in gang dat niet te stoppen is. Uiteindelijk is het niet de vijand die hem verslaat maar zijn het zijn eigen demonen die hem vernietigen.
Niemand ook die deze aan zichzelf ten ondergaande held zo tot leven kan wekken dan Steven van Watermeulen. Zonder twijfel de allerbeste van zijn generatie. Nu eens zeer ingehouden, via het kleine detail, dan weer met de grote geste, niemand kan zo de ziel van een personage etaleren op een manier dat de toeschouwer helemaal mee in de huid zit. Steven’s kracht zit hem juist in het doseren van ingetogen en uitbundig acteren.
Alize Zandwijk zet een oerdegelijke regie neer. Donker, dreigend en toch helder van textuur.
Zoals ik al eerder aangaf is Shakespeare onze onvoorwaardelijke favoriet. Een productie die hem alle eer aan doet is dan ook een geschenk uit de hemel.

Iwein gezien 13/11/2003

Ivo Van Hove (en zijn scenograaf Jan Versweyveld) zoeken verder naar de inspiratie en het succes van weleer. Dat hij het maar niet vindt heeft blijkbaar bij het gezelschap onvrede opgewekt. Toch zijn zijn voorstellingen nog altijd knap uitgewerkte projecten met visie op het stuk en creativiteit in de regie en de scenografie. Maar je naar de keel grijpen, nee dat doet het niet meer.
Alhoewel, dankzij die prachtactrice Halina Reyn wordt het toch een beklijvende voorstelling. Hoe zij deze ganse, lange, voorstelling gestalte geeft aan het personage die in deze tekst de ware hoofdrol is, alle andere personages zijn slachtoffer van haar, is meer dan grote klasse. We hebben ze nu in goed drie maand gezien in twee Tsjechov’s (Een Meeuw, Drie Zusters) en deze O’Neill en telkens domineerde ze de cast terwijl ze toch blijft overkomen als de ‘girl next door’.
Maar terug naar de voorstelling, Van Hove heeft veel kritiek gekregen op de vormgeving van deze voorstelling. Er wordt gebruik gemaakt van viltstiftbord, overheadprojectie en video. Zelf vinden we ook dat het niet zoveel bijdraagt, behalve dan een zekere sfeer. O’Neill heeft deze tekst geconstrueerd als een Griekse tragedie maar Van Hove heeft het koor gereduceerd tot één rol (Hugo Koolschijn) en bovengenoemde hulpmiddelen. Maar het blijft ergens wel wringen. Eugene O’Neill heeft dit opgevat als 3 volwaardige stukken. Er is veel in gesnoeid en we vragen ons af of er niet al te veel is gesnoeid, anderzijds blijft de voorstelling een lange zit.
In ieder geval, een degelijke voorstelling met een volledig ontbolsterde, impressionante Halina Reyn, we hebben nog altijd heel veel voldoening bij de producties van Ivo van Hove. (En als we eens ons database van de laatste paar jaar bekijken vinden we Van Hove nog altijd de best presterende regisseur bij Amsterdam!)

Iwein gezien 19/11/2003

De Tijd speelde ooit Casanova, een stuk waarin het de bekende figuur liet zien in de laatste jaren van zijn leven en dit in een kale, sombere scenografie. Hier gebeurt quasi hetzelfde met Oscar Wilde, iemand die we ons niet kunnen voorstellen als een dikke, lullende, soms wat gekke, aftakelende vent zoals hij hier wordt voorgesteld. Wim Opbrouck en de anderen kunnen hier volop hun ding doen: een scetchke, een danske, een stukje piano, een liedje en tussendoor ook nog een stukje drama. Allemaal knap gedaan, daar niet van.
Je komt de schouwburg uit en je bent het allemaal alweer vergeten. Waar ging dit nu juist over?

Iwein gezien 31/10/2003

Gelukkig dat aan het begin het verhaal geprojecteerd wordt, zo kan de gemiddelde toeschouwer het toch een beetje volgen. Niet dat het echt belangrijk is want het eigenlijke idee waar de voorstelling aan ophangt is om elke acteur te voorzien van een dansende alter ego. Tijdens de beste momenten werkt het wel, ware het niet dat alles baat in een zeer verwaande, pseudo-intellectualistische sfeer.
Het decor, dat bestaat uit een in het midden hangende constructie die in verschillende standen en hoogten gezet wordt, draagt al evenzeer bij tot deze hoogdravendheid en stoort meer dan dat het bijdraagt. Het ware een uitdaging geweest om gewoon de tekst en de dans te laten spreken.
Toch nog 3 geweien omdat er behoorlijk goed geacteerd en sterk gedanst wordt, in een overigens sterke choreografie. Het experiment nog eens herhalen en dan met het hoofd wat uit de wolken blijven en we vinden die synergie tussen theater en dans wel.

Iwein gezien 25/10/2003

Tsjechov’s stukken hebben iets speciaals; er gebeurt nauwelijks iets in maar nergens vind je zo’n indringende analyse van de menselijke drijfveren. Is het daarom dat ze zo populair blijven bij regisseurs? Hoewel regisseurs het toch zo moeilijk hebben om die typische Tsjechov-bestaansleegheid over te dragen naar het publiek.
Van Hove slaagt hier wonderwel in, zonder al te veel truuks maar met een sterke en juiste cast. Ook al geraakte die cast moeilijk op dreef en had ze duidelijk aanpassingsproblemen met de immense zaal van deSingel.
Dit is onze vijfde versie van Drie Zusters en Rijxman, Heebink en Reijn zijn het sterkste trio dat we gezien hebben. De teloorgang van de illusies van de zusters maken ze zeer geloofwaardig. De rest van de cast is al even degelijk waarbij we vooral Leon Voorberg vermelden als de baron.
Het decor van Versweyveld is terug imposant. Het werken met schaduwbeelden is een mooie vondst. Toch is ook hier weer het gevaar aanwezig dat het decor de aandacht voor zich opeist.
Een klassieke tekst, krachtig acteerspel, sterke scenografie als ingrediënten, alleen nog een extra snuifje peper ontbreekt.

Iwein gezien 22/10/2003

Ze worden niet veel meer gespeeld, de stukken van Oscar Wilde. Ze zijn dan ook nogal gedateerd. Maar als ‘t Barre Land, samen met Waas Gramser en Kris Van Trier van de Onderneming, er eens hun goesting mee doen is Oscar Wilde terug die spitante dollefratsenverkoper. De twee meest bekende stukken worden hier dooreengeweven zodat er nog meer verwarring ontstaat. Naar het einde toe wordt het helemaal te dol. De aankleding is eigentijds en dient toch de tekst.
‘t Barre Land vormt een hecht, op elkaar ingespeeld, blok. De beide leden van De Onderneming passen zich wonderwel in de speelstijl.Theater moet ook onspanning zijn en dat wordt hier op een enorm hoog niveau geboden.

Iwein gezien 31/08/2003 op Het Theaterfestival

Frank Vercruyssen alleen op de scène, meester van de situatie, en dat een kleine 3 uur lang. Een Frank Vercruyssen ook die volledig is ontbolsterd en ook zijn plezante kanten laat zien.De rode draad in de tekst zijn de - inmiddels bekende - vragen van Max Frisch. Daarrond worden een aantal verhalen geweven, onschuldige, plezante verhalen.
Maar na de pauze verandert de voorstelling van toon. Een eindeloze reeks van defentie-uitgavens met de vraag wat men met dat geld zou kunnen doen om de miserie uit de wereld te helpen. Drammerig maar pakkend. Na deze uitbarsting, gaat Frank terug gewoon voort met zijn verhalen. Wie zoekt naar de relevantie van het theater heeft het hier (terug) gevonden.
De winnaar van het theaterfestival, terecht!

Iwein gezien 05/09/2003 op Het Theaterfestival
<< < 678 > >>
Syndicate content