Oud Archief

Lijstjes

De 13 bewindslieden van der cultuur vanaf 1966

Met de beëdiging van het kabinet Balkenende III heeft cultuur weer een nieuwe minister. Maria van der Hoeven begint echter niet met een schone lei, maar stapt in de voetsporen van een lange rij staatssecretarissen en ministers die zich hebben bezig gehouden met de kunst. We stellen u hier de laatste 13 aan u voor, als kleine oefening in historisch besef.

Maria van der Hoeven

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2006, CDA, in het kabinet Balkenende III

Wat kunnen we verwachten van deze pleitbezorger voor intelligent design? Waarschijnlijk weinig, want eind november zijn er al weer verkiezingen. Van der Hoeven past op de winkel, en zal zich de komende maanden niet bezighouden met cultuurinhoudelijke politiek. Typisch geval van tussenpaus.

Medy van der Laan

Staatssecretaris van Cultuur onder minister Van der Hoeven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2003-2006, D'66, in het kabinet Balkenende II

Medy (1968) is een Rozenkruiser, bespeelt de harp en was de allerjongste staatssecretaris van Cultuur. Haar ging het vooral om de procedures, niet om de inhoud. Zij zette het mes in de ondersteunende instellingen (erg jammer voor Moose), investeerde in festivals en broed- en werkplaatsen en was bezig de cultuurnotasystematiek te hervormen. Diende echter op 29 juni 2006 haar ontslag in vanwege het intrekken van de steun door de D66-fractie aan het kabinet. Haar plannen om de grotere instellingen binnen de Cultuurnota te ondersteunen en de kleinere organisaties te verwijzen naar de fondsen, stuitte op veel scepsis in de sector. Uitspraak: "Ik ga – zoals denk ik bijna iedere gebruiker - heel pragmatisch om met internet. Om te kijken wat er allemaal speelt, kijk ik op Theater.nl, maar ik zoek ook vaak even snel op wat mijn beleggingen doen."

Cees 'van der' van Leeuwen

Staatssecretaris van Cultuur onder minister Van der Hoeven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, 2002-2003, LPF, in het kabinet Balkenende I

Cees was basgitarist bij Kayak, advocaat van zangeres Anouk en van 22 juli 2002 tot 27 mei 2003 staatsecretaris van Cultuur. Samen met de rest van het kabinet was Cees binnen drie maanden al demissionair, een unicum. Zijn betekenis voor de theatersector is dan ook minimaal. Bepleitte nog wel op de valreep dat in het volgende kabinet de post van Cultuur door een minister zou worden bekleed en niet langer door een staatssecretaris. Pas bij Balkenende III zou deze wens worden ingewilligd.

Rick van der Ploeg

Staatssecretaris van Cultuur onder minister Hermans van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, 1998-2002, PvdA, in het kabinet Kok II

Moose heeft zich leuk met Rick bezig gehouden. Hij gooide graag een balletje op en wist daarmee veel onrust te zaaien. Gek op jongeren en allochtonen, e-culture (i'kltjâ) en nieuwe media. Vind ook de nodige termen uit: 'Cultureel Ondernemerschap' vinden wij het mooist. Gaf de Raad voor Cultuur een waslijst verzoeken mee die neerkwamen maatschappelijk bereik en meer aandacht voor het publiek. Veel theatermensen hebben niet zoveel met hem op, want hij heeft behalve Moose nog een heleboel andere instellingen geen subsidie gegeven. Van der Ploeg blijft stoïcijns onder alle kritiek: "Kijk, als staatssecretaris ben je vaak de pispaal. Dat is helemaal niet erg."

Aad 'van der' Nuis

Staatssecretaris Cultuurbeleid onder minister Ritzen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, D66, 1994-1998, in het kabinet Kok I

Nuis was Moose' eerste staatsecretaris. We zijn pas gaan berichtgeven halverwege zijn ambtstermijn, toen hij allerlei groepen toch weer wel subsidie gaf. Dat heeft een positieve indruk op ons achtergelaten. De grote klappen waren natuurlijk een paar jaar eerder gevallen.
In het eerste paarse kabinet kreeg cultuur geen minister meer, maar een staatssecretaris. Een degradatie natuurlijk, maar Nuis kon zich hierdoor wel goed concentreren op de kunsten. Hij moest dat vage woord Cultuur maar eens gaan benoemen, iets waar hij als oud-redacteur van Propria Cures zijn hand niet voor omdraaide. De Kamer was opgetogen over zijn prachtige, opvallend leesbare Cultuurnota: 'Pantser of Ruggengraat'. Belangrijke socio-babbel als cultureel bewustzijn en cultureel kapitaal vinden hun weg naar politiek Den Haag. Nu cultuur onder Onderwijs valt begint het daar te borrelen. Ideeën over cultuureducatie worden geformuleerd, het nieuwe schoolvak CKV wordt geboren en het kunstonderwijs wordt onder de loep genomen.

Hedy 'van der' d'Ancona

Minister van Welzijn, Volkgezondheid en Cultuur, PvdA, 1989-1994, in het kabinet Lubbers III
(foto: www.jospoeder.nl)

Deze gezellige tante weten we ons nog wel te herinneren. Een oud-cabaretière, die graag de knuppel in het hoenderhok gooit en het heilige begrip kwaliteit op de agenda zet. Ze vindt dat het wel met minder kan in de podiumkunsten, zeker als de zalen voor driekwart leeg zitten. Gezelschappen moeten 15 procent van hun inkomsten zelf verzorgen. Atzo Nicolaï reorgani-fusiet de Raad voor de Kunst met talloze andere beoordelingscommissies (275 leden) tot één Raad voor Cultuur (25 leden). Kleinere adviescolleges vergroten de invloed van de minister en als tegenwicht verenigt het kunstenveld zich in lobby-organisatie Kunsten '92. Die schreeuwt moord en brand dat Kunst geen economie is.
d'Ancona zet zich verder in voor de positie van Nederlandse kunst op Europees niveau, waarvoor ze haar departement uiteindelijk verlaat: ze vertrekt naar Straatsburg. Jo Ritzen neemt dan voor een maandje de toko waar.

Elco 'van der' Brinkman

Minister van Welzijn, Volkgezondheid en Cultuur, CDA, 1982-1989, in de kabinetten Lubbers I & II

Als je eens langer doorzakt met een bejaarde theatermaker krijgt deze man nogal eens de schuld van alles. Nadat de hele jaren zeventig vrolijk werd gemierd en genotaad, waaide er twintig jaar geleden ook al een frisse wind door Den Haag. Brinkman moet niks hebben van een 'breed maatschapplijk welzijnsbeleid ' en flikkert de hele bibliotheek met nota's en plannen van zijn rooie voorgangers in het cylindervormig archief. De boerenpummel durft zelfs te vragen of de overheid wel "allerlei dingen" moet subsidiëren. Vindt het woord 'Topkunst' uit; de focus in het kunstbeleid verschuift licht van vernieuwing naar kwaliteit.

Hans 'van der' de Boer

Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, CDA, 1982, in het kabinet Van Agt III

Kijk, dat staat nu leuk op je C.V.: dat je minister bent geweest in het befaamde Van Agt III! Heb je toch leuk een paar maanden wat stapels van en naar je bureau kunnen verplaatsen. De Boer was eerder onder André van der Louw staatssecretaris en stroomde automatisch door. Vanwege gezondheidsproblemen kon hij zelfs de vijf maanden die het kabinet zat niet uitdienen. Een duidelijk signatuur ontbreekt.

André van der Louw

Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, PvdA, 1981-1982, in het kabinet Van Agt II

Een archetypische linkse rakker, compleet met snor, pijp en spijkerjack. Later vooral bekend geworden als VARA-coryfee en Sterrenslag-deelnemer, destijds een echte held. Was geliefd burgemeester van Rotterdam en ging toen het land helpen. Dat duurde niet zo lang, na een jaar ontplofte het kabinet.

Tilde 'van der' Gardeniers-Berendsen

Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, KVP/CDA, 1977-1981, in het kabinet Van Agt I

We kunnen weinig over deze mevrouw vinden, maar ze was een tijd lid van het Comité van Aanbeveling van het Liszt concours. Had onze huidige staatssecretaris Cees daar ook niet wat in de melk te brokkelen? Wellicht kan zij hem daar informeel wat toe fluisteren over hoe zij destijds dat omroepvarkentje gewassen heeft.

Harry 'van der' van Doorn

Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, PPR, 1973-1977, in het kabinet Den Uyl

Wist volgens eigen zeggen niks van kunst, maar destemeer van vernieuwing. Dat betekende vooral: nog meer nota's. In al die nota's staat steeds weer dat kunst onderdeel is van een breed welzijnsbeleid."Men wil politiek toneel, dat een nieuwe samenleving nastreeft en dat daarbij oproept tot de daad", aldus de Nota Toneelbeleid. Proloog en andere vormingstheatergroepen vieren hoogtij. Ondertussen moet er natuurlijk wel bezuinigd worden: onder andere de Boekmanstichting ligt onder vuur. Het veld organiseerd zich in een 'Anti Cultuur Rem Comité' met de leus 'Eenheid in de strijd, democratisch kunstbeleid'. Op politiek gebied vinden de VVD en CPN zich merkwaardig genoeg als wapenbroeders in de strijd tegen de inperking van de vrijheid van de kunstenaar.

Pieter 'van der' Engels

Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, KVP, 1971-1973, in de kabinetten Biesheuvel I & II

Kunst, kultuur, bioskoop, ekonomie allemaal geschreven met de K van Kassies. Jan Kassies is de toenmalige, strijdlustige voorzitter van de Raad voor de Kunst en lust er wel pap van. Aktie! Voor Engels was de vraag hoe dan beleid te voeren. Hij pakt het gezellig aan en komt met een nota waar iedereen fijn met zijn allen over kan discussiëren; de zogenaamde Discussienota. Alles blijft enorm demokratisch en daardoor behoorlijk vaag, maar één punt wordt gemaakt: Kunstbeleid dient niet in dienst van de kunst te staan, maar in dienst van de samenleving.

Marga 'van der' Klompé

Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, KVP, 1966-1971, in de kabinetten Zijlstra en De Jong

De Godmother van het cultuurbeleid in Nederland. Vera praat met weemoed over haar en menig Rooie Vrouw met haar. Al was het alleen maar omdat ze de eerste vrouwelijke minister was. Ze moest het hoofd bieden aan de woeligste der tijden: Actie Tomaat, actie Notenkraker, het bezetten van de Nachtwachtzaal; het stond niet op zichzelf maar was onderdeel van een grote kunstguerrilla. Hoewel je zou verwachten dat ze op voet van oorlog stond met al dat langharig werkschuw tuig, bleef ze vol begrip. Potjes voor vernieuwing en experiment werden gevonden en Mickery, Proloog en Het Werktheater verrijzen. Klompé zag het als haar taak om die gekke kunstenaars in contact te brengen met de samenleving en vond dat experiment daar reuze goed bij kon helpen.

praat mee

schrijf een mini