Van elastiek en van onverzoenbaarheid
Overpeinzingen van een week Theaterfestival door een CJP-jurylid
"Hier valt niets te verzoenen" verzucht Jimena over de schijnbaar uitzichtloze toestand waarin zij haar liefde voor don Rodrigo gesnoerd ziet door de eergevoelens die de Spaanse hofsamenleving haar opdraagt in Corneille's 'De Cid', in de regie van Gerardjan Rijnders dit jaar een deelnemer aan het Nederlands-Vlaams Theaterfestival. Een vergelijkbare onverzoenlijkheid, zij het een minder beklemmende en in ieder geval een minder bloedwraak veroozakende (per slot van rekening willen wij de schouwburgen liever gevuld zien met zuiver op artistiek gebied duellerende regisseurs, hoewel een sabelpartijtje tussen Ivo van Hove en Dirk Tanghe ook een onvergetelijke schouwspel moet zijn), lijkt dit jaar het Theaterfestival te tekenen.
Zo is er grote rancune jegens de adviezen van de Raad voor Cultuur die, zoals de Sfinx de deerniswekkende inwoners van Cadmos bedreigde tot de komst van Oedipus (al dan niet in de persoon van Jan Decorte), menig theatergezelschap plagerig ondervraagt op straffe van een subsidiestop bij een in haar ogen fout antwoord. Dit heeft niet alleen geleid tot een vurige State of the Union van Arie van der Zwan, maar ook tot het besluit van 't Barre Land en De Roovers om uit solidariteit met Maatschappij Discordia de Transformatorzolder te bespelen.
Daarnaast lijken - belangrijker nog - de deelnemende voorstellingen zich nauwelijks te verzoenen, daar niets deze editie van het festival beter definieert dan diversiteit, wat enerzijds in het voordeel van de toeschouwer werkt, maar aan de andere kant mijn persoonlijke taak op het festival - jureren voor de CJP Theaterfestival Trofee - bemoeilijkt op een aangename wijze. Nou is het een cliché dat een jury haar rapport begint met "We hadden het niet makkelijk," maar aan de kwalitatief hoogstaande doch zeer uiteenlopende voorstellingen heeft de CJP jury een kluif van formaat. Laat ik echter voorop stellen dat ik hier kan noch wil aangeven naar welke voorstelling of voorstellingen de voorkeuren van de jury uitgaan en dat - te meer daar ik in mijn eentje niet de jury uitmaak - mijn overdenkingen los van de CJP jury dienen te worden gezien.
De voorstellingen die op het Theaterfestival gespeeld worden zijn gekozen op grond van het zeer rekbare criterium 'belangwekkendheid.' Maar ja, wat is belangwekkend? Niet dat ik hier de keuzes van de festivaljury onder aanvoering van Carel Alphenaar wil ondermijnen, maar ik stel voor de link die deze editie van het festival met de politiek heeft door de lonkende sfinx die Raad voor Cultuur heet, te versterken door deze maatstaf het Caoutchouc-criterium te noemen. Even rekbaar is de taak van de CJP jury in mijn ogen. De jury zou onrecht gedaan worden door haar te bestempelen als 'die jongerenjury,' zoals ik haar enige malen heb horen noemen. Ja, de jury wordt gevormd door jongeren, maar ze let niet specifiek op de geschiktheid van de voorstelling voor jongere publieksgroepen. De uiteindelijke winnaar van de CJP Theaterfestival Trofee zal zich dan ook niet moeten beroemen op het feit dat hij of zij een voorstelling heeft gemaakt die in het algemeen aantrekkelijk is voor jongeren; de vijf jongeren die de jury vormen trekt zij aan, dat wel.
Rekbaar is de taak van de CJP jury ook door de reeds genoemde diversiteit. Er zijn geen specifieke beoordelingscriteria te noemen waar de jury op let en als zij er al waren, dan zouden ze haar taak enkel bemoeilijken, omdat de voorstellingen van het festival zo ver uiteenlopen dat het wel eens beter lijkt voor elke voorstelling aparte criteria te vormen. Ik noem als voorbeeld de voorstellingen 'De Cid' van Toneelgroep Amsterdam en 'Diep in het bos' van Het muziek Lod, twee voorstellingen die door hun aard een vergelijking geen lichte taak maken. Maar enige inspanning kan natuurlijk geen kwaad. Zolang de jury zich maar verzoent.
Teun van der Sluijs
Teun van der Sluijs is student Theaterwetenschap en Jurylid voor de CJP-trofee van Het Theaterfestival 2000