oude meuk

Artikel

Oerol

Pré Oerol Impressie

Mathijs Verboom speelt met zijn groep Polly Maggoo op Oerol de voorstelling 'Op hoop van zegen'. Voor Moose houdt hij vanaf vandaag een festivaldagboek bij. Vandaag de voorbeschouwing, over lege duinen opkomende storm.

Ik heb zicht op de duinen, terwijl ik voor de schuur zit waarin vanaf morgen in het kader van Oerol vijftien keer 'Op Hoop van Zegen' gespeeld zal worden. Het is een wonderlijk gezicht hoe de schaduw van de wolken over de duinen glijden.

Twee weken zit Polly Maggoo nu hier en wat het meeste bij blijft is de overweldigende natuur. Enkele dagen geleden, het was een avond, liepen we met een groepje de duinen in. Op een top bleven we staan en staarden naar beneden. Voor ons, over de duinkammen, lag een laaghangende mist die in de verte overging in de zee. “Zoiets verwacht je toch niet in Holland”, fluisterde ik. “Net Scandinavië”, antwoordde iemand. We zwegen en genoten van het uitzicht. Het is de voornaamste conclusie na een week.

Hoe zwaar deze productie tot nu toe ook is met de bekende opsomming van gebrek aan geld, moeizame repetities, sluimerende conflicten, gebrekkige technische middelen, alles is vergeten en vergeven nu we eenmaal op het eiland zitten. Het simpele gegeven dat hier mogelijk is om tot in de verte de lucht te kunnen zien, zonder dat er een gebouw in de weg staat, relativeert ieder ongemak. Een deel van de groep doet deze voorstelling voor weinig of niets, een subsidie van het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten werd immers afgewezen wegens "te grote ambities", maar de plek vergoedt alles. Iedereen geniet en komt tot rust. De natuur kalmeert. Het is de reden, en het Fonds weet dat heel goed, dat Oerol tot aan de dag van vandaag overleeft… of ze nu meer krijgen dan het schamele bedrag waarmee ze ternauwernood hun organisatie draaiende kunnen houden, of niet. Kunstenaars willen op dit eiland bezig zijn of ze er nu geld voor krijgen of niet.

Op de vrije zondag besloten we op het wad te gaan lopen. Bij de wierschuur in Oosterend, het laatste dorp van Terschelling waar 'Op Hoop van Zegen' gespeeld wordt, liepen we blootvoets het wad op. Het was een uur of twaalf ‘s middags. Een halfuur later SMSte Riet van Oerol dat er storm op komst was. Niet veel later begon het te regenen en zagen we in de verte een grote witte golf op ons afstormen, van regenwolken. We snelden naar onze fietsen en raceten naar huis, terwijl plotseling opgestoken winden ons om de oren sloegen. Net op tijd kwamen we bij het logeeradres aan, terwijl de lucht boven ons donderde. Een dergelijke ervaring is exemplarisch voor deze productie en mijn gemoedstoestand in het bijzonder.
Ook in 'Op Hoop' woedt er een storm, vormgegeven door drie muzikanten, terwijl de vrouwen angstvallig wachten op hun mannen en zonen die op zee zijn.

Ikzelf zit in een stilte voor de storm, omdat er een dubbele geboorte zit aan te komen. De voorstelling zal in première gaan, maar tevens zal er iets ander het licht zien: mijn kind. Sinds gisteren is mijn vriendin Anna op het eiland om waggelend haar bevalling af te wachten. Zal het de eerste Oerolbaby worden? Of is het kind zo netjes om te wachten tot de uitgerekende datum, 25 juni, zodat ik alle voorstellingen kan spelen? Het woedt op het eiland, in mijn leven, in de voorstelling. Komt dat lezen!

13/6/03 11:46

praat mee

schrijf een mini